Marieke Liem in BN DeStem over de toename van gevonden handgranaten in Nederland
Marieke Liem, Hoogleraar Sociale Veerkracht en Veiligheid, sprak na een nieuw incident in Breda met BN DeStem over de toename van meldingen van handgranaten in Nederland.
Afgelopen week vond de politie in Breda na een anonieme melding een handgranaat. Dit is al de derde keer in 8 maanden dat zij in de Baroniestad een handgranaat 'veilig moeten stellen' en past in de landelijke trend waarbij er vaker illegaal gebruik wordt gemaakt van handgranaten. Bij geen van de vondsten in Breda vielen slachtoffers. BN DeStem vermoedt dat de explosieven te maken hebben met een cocaïneoorlog.
Granaten als dreigmiddelen
Het is vaak niet helemaal duidelijk wat de motieven van de incidenten zijn. Liem: 'Het lijkt erop dat explosieven gebruikt worden als dreigmiddel, niet zozeer om iemand te verwonden. In twee derde van alle gevallen is de granaat niet geëxplodeerd.' Slechts één op de vijf zaken wordt opgelost. Bij de incidenten waar wél een motief is achterhaald, gaat het volgens Liem om conflicten in het criminele milieu en afpersingszaken. Een granaat wordt dan ingezet om iemand te intimideren of om onder druk te zetten om geld te betalen. Er wordt vermoed dat de mensen die ergens een granaat achterlaten zélf de politie bellen, om er zeker van te zijn dat de overheid weet van het explosief.
Liem en haar collega's vonden een overlap met andere incidenten: 'Als je voor elke handgranaat, schietpartij en moord in het criminele circuit een punaise prikt op een kaart, kom je bij veel dezelfde plekken terecht. Dit valt vooral op bij de stedelijke gebieden van Brabant en Limburg. Daarmee kun je de incidenten niet direct aan elkaar linken. We zien wel een patroon dat vragen oproept.'
Lees het hele artikel hier
Marieke Liem is hoogleraar Geweld en Interventies aan de Universiteit Leiden, waar zij en haar team de Dutch Homicide Monitor coördineren. Liem is afgestudeerd aan de Universiteit van Cambridge en behaalde haar PhD in Forensische Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Voor ze bij het Institute of Security and Global Affairs kwam, was ze Marie Curie-fellow aan de Harvard University. Haar onderzoeksinteresses hebben betrekking op interpersoonlijk geweld, met specifieke onderzoeksprojecten naar doding in gezinsverband (waaronder partnerdoding, kinderdoding en ouderdoding), de relatie tussen geweld en psychische stoornis, doding gevolgd door zelfdoding, de effecten van langdurige detentie op gewelddadige delinquenten, en internationaal vergelijkend onderzoek naar dodelijk geweld.