Wimar Bolhuis over de CPB-doorrekening van de verkiezingsprogramma's
Op maandag 1 maart 2021 presenteerde het Centraal Planbureau (CPB) de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. Wat zijn de belangrijkste conclusies? En heeft een doorrekening zin in deze onzekere tijden van corona?
Universitair docent Wimar Bolhuis promoveerde in 2018 op een onderzoek naar de doorrekening door het CPB van de verkiezingsprogramma's.
In het Financieele Dagblad komt hij aan het woord over de doorrekening, waarbij veel partijen kiezen voor een flinke lastenverzwaring voor bedrijven. Ook in de podcast Betrouwbare Bronnen praat Bolhuis over de CPB-doorrekening.
Daarnaast plaatste Bolhuis op Twitter zijn bevindingen:
In het NPO Radio 1-programma Spraakmakers blikte Bolhuis voor het weekend vooruit op de doorrekeningen in deze onzekere tijden. 'Inderdaad is het lastig om op korte termijn door te rekenen. Want wat gaat corona het komende jaar doen? Maar deze berekeningen gaan over de hele kabinetperiode en die duurt tot en met 2025. Daar is minder onzekerheid over. Daarnaast wordt er ook een berekening gemaakt over de periode tot 2060, dus het heeft zeker wel waarde. En het belangrijkste is dat met die doorrekeiningen partijen onderling worden vergeleken. Partijen worden zo gedwongen om aan te geven hoe ze hun verkiezingsprogramma willen uitvoeren. Dat is specifieker dan het verkiezingsprogramma en een goede voorbereiding op de kabinetsformatie.'
Met de doorrekening berekent het CPB of de verkiezingsprogramma's uitvoerbaar zijn en wat deze met de economie en de koopkracht doen. 'Wanneer de doorrekeningen bekend zijn, begint het worstelen met cijfers. De media kunnen de partijen dan vergelijken op cijferniveau.' Van de 33 partijen die sinds 1986 hebben meegedaan aan de kabinetsformatie, hadden er 32 een doorgerekend verkiezingsprogramma. 'Dus het laten doorrekenen is een soort voorsorteren op de kabinetsformatie. Het is voor partijen niet verplicht om je programma door te laten rekenen. Je laat ermee zien dat je graag aan de formatietafel wil. De enige partij die geen doorgerekend verkiezingsprogramma had en uiteindelijk toch meedeed aan de kabinetsformatie, was de LPF in 2002.'