Comeniusbeurs voor André Leliveld
André Leliveld heeft een beurs van 100.000 euro gewonnen binnen het Comenius Senior Fellow programma voor het project ‘Mondiaal leren, lokaal handelen: co-creatie van een internationale multidisciplinaire online leeromgeving rondom Frugal Innovation’. André is vanuit het Afrika-Studiecentrum in samenwerking met het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Frugal Innovation in Africa academisch coördinator van de LDE minor ‘Frugal Innovation for Sustainable Global Development’. Zes vragen voor André.
Wat is Frugal Innovation?
‘Frugal innovation is een opkomend kennisgebied over innovaties in plekken van schaarste en beperkte hulpbronnen. Daarbij staat voorop wat deze innovaties kunnen betekenen voor het oplossen van maatschappelijk vraagstukken, zoals armoede, ongelijkheid, uitsluiting en klimaatverandering. Het gaat om innovaties bijvoorbeeld op het gebied van water-, energie- en voedselvoorziening, of op woongebied of gezondheid. Vaak zie je dat bestaande producten en diensten allerlei dure toeters en bellen hebben. Als je die eraf haalt, kun je een product sober (‘frugal’) maken en kan de innovatie functioneel en toegankelijk worden in omgevingen waar mensen een laag inkomen hebben, of waar sprake is van toenemende druk op schaarse hulpbronnen. Dit kan zowel in armere als rijkere landen van toepassing zijn.’
Kun je een voorbeeld geven?
‘Grote bedrijven zijn in toenemende mate betrokken bij het ontwikkelen van frugal innovaties. Zo heeft Tata in India bijvoorbeeld een waterfilter voor 15 US dollar ontwikkeld, en dichter bij huis ontwikkelt Philips frugal innovaties op het gebied van gezondheidszorg, bedoeld voor de Afrikaanse markt. Maar juist in de informele sector in lage-inkomenslanden ontwikkelen lokale uitvinders en kleine ondernemers al veel langer frugal oplossingen die zijn toegespitst op de context van hun eigen gemeenschappen. Wel beschouwd kan ieder van ons een frugal innovator zijn: de opkomst van lokale ‘makerspaces’, ‘fab labs’, en ‘repair cafés’ is daar een mooie illustratie van.’
Wat houdt jouw projectvoorstel in?
‘Het idee voor het project is voortgekomen uit mijn ervaringen met de minor ‘Frugal Innovation for Sustainable Global Development’ waaraan studenten uit Leiden, Delft en Rotterdam deelnemen. Door de thematiek trekt de minor veel studenten met een hoge maatschappelijke betrokkenheid aan. Studenten zijn op zoek naar kennis en vaardigheden die hen kunnen helpen om mee te werken aan het oplossen van lokale en mondiale maatschappelijke vraagstukken. In de minor verkennen we met studenten hoe frugal innovaties hierbij een rol zouden kunnen spelen. Daarbij streven we ernaar een mondiaal en divers perspectief aan te bieden. Maar uit studentenevaluaties komt naar voren dat het aanreiken van dit perspectief beter kan. Zij zeiden: jullie willen een mondiaal perspectief bieden, maar dat zien we niet helemaal terug. We zien veel aandacht voor de Westerse duiding en interpretatie van frugal innovation, wat het kan betekenen in de samenleving, en de rol van institutionele innovators daarbij. Daar heb ik over zitten nadenken. Hoe kunnen we de kennis over frugal innovatie die binnen gemeenschappen wereldwijd ontstaat voor studenten ontsluiten? Hoe kunnen we meer kennis aanreiken over hoe vanuit andere samenlevingen en culturen dan de onze wordt gekeken naar frugal innovatie?
En, hoe kan dat?
Het idee ontstond om een internationaal online platform te maken dat studenten hier in staat stelt om samen met studenten in andere landen co-creator te worden van kennis over frugal innovatie, mede gebaseerd op hun eigen ervaringen ermee, in hun eigen omgeving. Dan genereer je een grotere diversiteit aan ideeën. Studenten en docenten komen samen tot die co-creatie. Wij schrijven niet meer voor: dit is je leeslijst, dit zijn de case studies die je moet bestuderen. Maar we draaien het om: de docent is niet meer puur een lector, maar leert mee. Docenten geven natuurlijk wel duiding en structuur. Kortom: formeel onderwijs is niet het enige dat leidt tot leerervaringen. Eigen ervaringen van studenten en het uitwisselen van kennis over die ervaringen komen centraal te staan.’
Hoe ziet dat er straks in de praktijk uit?
‘Het LDE Centre for Frugal Innovation in Africa werkt momenteel samen met onderwijsinstellingen in Zuid-Afrika, Kenia, en India. Het idee is dat studenten van die onderwijsinstellingen zich via hun eigen organisatie kunnen aanmelden voor de minor, of voor een speciaal onderdeel ervan waarin deze co-creatie centraal staat. De docenten uit die landen worden er nauw bij betrokken. In veel landen bestaan heel andere ideeën over wat ‘goed onderwijs’ is, dus met het team zullen we een heel proces gaan doorlopen om dit goed vorm te geven, en aan alle inbreng gehoor te geven. Op die manier maken we meteen een koppeling met het dekoloniseren van kennis: door samen te werken met internationale docenten kom je ook tot andere literatuur en kennisbronnen, en studenten kunnen zelf bronnen vanuit hun achtergrond inbrengen.’
Kunnen andere opleidingen dit voorbeeld volgen?
‘Uiteindelijk is dit denk ik ook relevant voor andere internationaal gerichte studies, zoals African Studies, Asian Studies, International Studies, opleidingen met internationale stages.
Een leidende gedachte achter het Comeniusprogramma is dat collega’s en studenten elders op den duur gebruik moeten kunnen gaan maken van dit idee, dus we zullen het proces vastleggen en het project openstellen voor geïnteresseerden via een creative commons licentie. Uiteindelijk willen we een ‘community of practice’ bouwen. Ook mensen die niet student zijn en bezig zijn met frugal innovatie kunnen zich dan aansluiten, wat verrijkend is voor het onderwijs dat we aanbieden op het platform. Ook nu al kun je je voorstellen dat we een plaatselijke ondernemer vanuit Nairobi online zijn verhaal laten vertellen, of dat studenten in gesprek gaan met de directeur van een multinational die zich bezighoudt met frugal innovation. De mogelijkheden zijn grenzeloos.’
Tekst: Fenneken Veldkamp
Foto: 'Water Rollers' in Noord-Darfur. Deze rollende vaten moeten de fysieke last van het water dragen verlichten, en het aantal reizen naar afgelegen waterpunten verminderen. Foto door Olivier Chassot / UNAMID CC BY-NC-ND 2.0 via Flickr.
Het Comeniusprogramma draagt bij aan de vernieuwing en verbetering van het hoger onderwijs in Nederland. Het komt direct ten goede aan studenten en geeft onderwijsprofessionals de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen in hun carrière. Binnen het programma zijn er drie verschillende beurzen: de Teaching Fellow-, Senior Fellow- en Leadership Fellowbeurs. De beurzen stellen onderwijsprofessionals in staat om hun ideeën voor onderwijsvernieuwing in de praktijk te brengen.