Hoe ervaren jongeren en ouders de opvoeding in de praktijk van alledag?
Hoe jongeren naar opvoedgedrag van hun ouders kijken hangt samen met hun stemming. Ook tellen de verschillende perspectieven tussen ouders en jongeren mee, blijkt uit onderzoek van Loes Janssen en haar Leidse collega’s van Klinische psychologie. Open Acces publicatie in Journal of Youth and Adolescence.
Tijdens de puberteit willen jongeren zich losmaken van hun ouders en zich onafhankelijker opstellen. Toch blijft een warme en steunende ouder-kind relatie essentieel voor het welzijn van jongeren. Maar hoe ziet die er precies uit? Wat door een ouder als warm of steunend wordt gezien kan op een jongere heel anders overkomen. Zo kan de jongere een bepaalde opmerking van een ouder ervaren als heel kritisch, terwijl de ouder zelf juist vindt dat hij of zij heel constructief met de jongere mee denkt.
Beter afstemmen
Belangrijk blijkt om de verschillen en overeenkomsten tussen de perspectieven van ouders en jongeren over dagelijks opvoedgedrag mee te nemen in onderzoek naar de stemming van jongeren. Dat is ook praktisch relevant. Want als jongeren en ouders zich bewuster worden van hoe verschillend ze naar eenzelfde situatie kijken en dit bespreken met elkaar, dan zorgt dit mogelijk voor een betere afstemming. Ouders realiseren zich wellicht dat hun vaak goed bedoelde gedrag niet altijd past bij wat jongeren nodig hebben, en jongeren begrijpen dan mogelijk beter de intenties van hun ouders.
Vragen beantwoorden via de app
Als onderdeel van de RE-PAIR studie werden ouders en jongeren (tussen de 12 en 18 jaar) van 80 families vanuit heel Nederland gevraagd om 14 dagen via een app aan te geven hoe warm en kritisch ouders zich gedroegen in het onderlinge contact gedurende de dag. Jongeren vulden deze vragen in over zowel hun moeder als vader. Ouders vulden dit enkel in over zichzelf. Op deze manier toetsten de onderzoekers of er verschillen waren tussen moeder-kind en vader-kind. Jongeren vulden daarnaast vier keer per dag in hoe positief en negatief ze zich op dat moment voelden.
Match of mismatch ouders en jongeren
Na 19 maanden dataverzameling vond Janssen dat het perspectief van de jongere over het oudergedrag samenhing met de stemming van de jongere. Als die een ouder bijvoorbeeld als warm ervoer, had de jongere doorgaans op diezelfde dag ook een positiever stemming. Van belang voor het dagelijks welzijn van jongeren was bovendien niet het perspectief van de ouders op zich, maar wel de mate waarin dit overeenkwam of verschilde van het perspectief van de jongere. Jongeren rapporteerden bijvoorbeeld meer negatieve stemming op dagen waarop zij minder warmte van ouders rapporteerden dan de ouders zelf. Dit lijkt te wijzen op een mismatch tussen de behoeften van jongeren en gedrag van de ouders.
Jongeren positiever over ouders dan ouders zelf
Janssen maakte als eerste gebruik van deze dagelijkse metingen. In tegenstelling tot eerdere onderzoeken was het opvallend dat jongeren juist positiever waren over het gedrag van hun ouders. Jongeren gaven aan dat ze zowel hun moeder als vader warmer en minder kritisch vonden dan ouders zichzelf zagen, gemiddeld genomen over de twee weken. Hierbij waren er wel verschillen tussen de ouder-kind paren. In 34% van de moeder-kind paren en 50% van vader-kind paren zagen de jongeren hun ouders als warmer en meer steunend. Dit was andersom in 20% van de moeder-kind paren en 17% van de vader-kind paren; hierin vonden ouders zichzelf warmer dan hun jongeren. Zelfs binnen de ouder-kind paren verschilden deze perspectieven van moment tot moment. Op sommige dagen zagen de jongere hun ouder als warmer en meer steunend, en op andere dagen vond de ouder zichzelf warmer dan de jongere. Dat laat zien hoe dynamisch opvoedgedrag is.
Open Acces publicatie
Loes H. C, Janssen e.a., Perceptions of Parenting in Daily Life: Adolescent-Parent Differences and Associations with Adolescent Affect, Journal of Youth and Adolescence (2021)