Marc Koper ontvangt Spinozapremie voor onderzoek naar elektrolyse
Marc Koper onderzoekt hoe je elektrische energie kunt inzetten om chemische verbindingen te maken of te breken. Voor zijn fundamentele onderzoek naar de werking van deze zogeheten elektrolyse ontvangt de hoogleraar nu een Spinozapremie, de belangrijkste persoonsgebonden wetenschapsprijs van Nederland.
Hartelijk gefeliciteerd! Wanneer hoorde u dat u deze belangrijke premie ontvangt?
‘Ik was op vakantie op Sicilië toen ik mijn voicemail afluisterde. Vervolgens heb ik netjes even teruggebeld, natuurlijk. Ik ben er echt superblij mee, het is een hele eer en erkenning voor je werk. We hebben die avond in Palermo een fles prosecco opengetrokken om het te vieren.’
Prosecco? Nadat u hoorde dat u een prijs van 2,5 miljoen euro zult ontvangen?
[Lachend] ‘Prosecco is Italiaanse champagne, moet je maar denken.’
Kunt u in een notendop uitleggen aan welk onderzoek u deze prijs te danken heeft?
‘Ik werk aan elektrochemie, het deelgebied van de scheikunde dat de relatie tussen elektriciteit en chemische reacties onderzoekt. Dat soort reacties vinden onder meer plaats in de batterij van je mobiele telefoon, maar hebben nog veel meer toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan de opslag van groene stroom. Overtollige stroom van wind- en zonneparken kan op dit moment nog niet goed worden opgeslagen en gaat dus verloren. Maar wat als we deze overtollige elektriciteit op grote schaal gaan inzetten om water te splitsen in waterstof en zuurstof? Dan kunnen we die waterstof gebruiken om te tanken, of voor allerlei toepassingen in de chemische industrie, bijvoorbeeld de productie van kunstmest. Dat zou win-win zijn, want op dit moment zijn er nog veel fossiele brandstoffen nodig om waterstof te produceren. Ik onderzoek hoe dit proces van elektrolyse precies werkt, en hoe het beter, efficiënter en stabieler kan.’
Als we nu eens tien of twintig jaar vooruit kijken, hoe heeft uw vakgebied de wereld dan veranderd?
‘De enige manier waarop we onze maatschappij kunnen verduurzamen is door over te schakelen op groene stroom. Dat betekent niet alleen dat we onze auto’s en huishoudelijke apparaten van groene stroom moeten voorzien, maar ook talloze chemische processen die nu nog totaal afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Met andere woorden: we moeten de bouwstenen van de chemische industrie zien te produceren met behulp van elektriciteit. En als we dan ook nog schadelijke stoffen zoals CO₂ kunnen afvangen, splitsen en hergebruiken in nuttige polymeren, dan komen we steeds dichter bij een cyclisch systeem zonder afval. Overigens ben ik ervan overtuigd dat dit hand in hand moet gaan met een strenger beleid ten aanzien van milieuvervuilende praktijken. Je hoort wel eens dat duurzame technologie niet rendabel is, maar eigenlijk zijn vervuilende praktijken vooral te goedkoop.’
De toepassingen zijn eindeloos, dat is duidelijk. Maar stel dat de maatschappelijke impact beperkt was, zou u dan nog steeds op dit microscopisch kleine niveau aan het sleutelen zijn?
‘Absoluut! Als wetenschapper interesseren de toepassingen me eigenlijk relatief weinig. Ik ben dit vakgebied niet ingerold omdat ik een wereldverbeteraar ben, maar omdat ik op een atomair niveau wil begrijpen wat er gebeurt als je elektriciteit door een chemische vloeistof stuurt. Mijn vakgebied is een geweldige combinatie van natuurkunde en scheikunde, met veel openstaande uitdagingen en hiaten in onze kennis. Dat maakt het uitermate spannend. Maar het is zeker een mooie toevoeging om je daarnaast bezig te houden met vragen uit de samenleving, in mijn geval vooral vanuit de chemische industrie. Het plaatst je eigen onderzoek in een bredere context, ik merk dat vooral mijn promovendi en postdocs dat fijn vinden. En het zorgt ervoor dat de schoorsteen blijft roken.’
Wie is Marc Koper?
Marc Koper (1967) is hoogleraar Katalyse en oppervlaktechemie aan het Leids Instituut voor Chemisch Onderzoek (LIC). Hij studeerde Scheikunde aan de Universiteit Utrecht, en deed daar ook zijn promotieonderzoek. Vanaf 1995 werkte hij respectievelijk aan de Universiteit van Ulm (Duitsland) en aan de TU Eindhoven. Vanaf 2005 is hij hoogleraar aan de Universiteit Leiden. In zijn carrière heeft Koper verschillende toonaangevende publicaties geschreven en prijzen gewonnen. In 2021 bereikte zijn carrière een hoogtepunt met de toekenning van een ERC Advanced Grant en de Spinozapremie, samen goed voor vijf miljoen euro onderzoeksgeld.
De Spinozapremie is de belangrijkste persoonsgebonden wetenschapsprijs van Nederland. Toch kan ik me voorstellen dat er veel meer mensen betrokken zijn bij uw onderzoek. Klopt dat?
‘Zeker. Zonder de getalenteerde mensen uit mijn onderzoeksgroep kom ik niet ver. Daarnaast ervaar ik veel steun uit mijn instituut en de rest van de universiteit, zowel op financieel als moreel gebied. De Universiteit Leiden is een mooie plek omdat je hier in veel vrijheid je onderzoek kunt uitvoeren. Het staat in ons motto [Bolwerk van Vrijheid, red.], en je merkt het aan de studenten. Toen ik nog aan de TU Eindhoven werkte, was het soms moeilijk om studenten te interesseren in mijn onderzoek, omdat het niet altijd direct praktisch toepasbaar is. In Leiden willen studenten juist ook alles van de fundamentele kant weten.’
U zit voorlopig goed in de financiering, want u kreeg eerder dit jaar ook al een Europese onderzoeksbeurs van 2,5 miljoen euro. Hoe wilt u het geldbedrag van de Spinozapremie gaan besteden?
‘Daar moet ik nog goed over nadenken. De Spinozapremie is namelijk vrij te besteden, en dat opent veel deuren. Ik wil het dus graag besteden aan een project waarvoor ik anders moeilijk financiering zou krijgen, iets buiten mijn eigen comfortzone. Ik weet nog niet hoe dat er precies uit gaat zien, maar het wordt in ieder geval iets op het snijvlak van de organische chemie en elektrochemie. En waarschijnlijk neem ik ook wel een getalenteerde promovendus of postdoc aan, op hun onderwerp naar keuze, want dat is vaak de beste manier om op spannende onderzoeksideeën te komen.’
Tekst: Merijn van Nuland
Beeld: NWO – Studio Oostrum
Over de Spinozapremie
De Spinozapremie wordt jaarlijks uitgereikt aan maximaal vier wetenschappers die tot de internationale top van hun vakgebied behoren. Iedere winnaar ontvangt een bedrag 2,5 miljoen euro dat hij of zij naar eigen inzicht mag besteden aan nieuw onderzoek. Samen met de Stevinpremie is het de grootste persoonsgebonden wetenschapspremie van Nederland. U vindt alle Leidse winnaars van de Spinoza- en Stevinpremies hier.