Veni-subsidie voor onderzoek taalgebruik Nederlandse vluchtelingen in zestiende eeuw
Universitair docent Alisa van de Haar ontvangt een Veni-subsidie voor een onderzoek naar hoe Nederlandse vluchtelingen in de zestiende eeuw hun taalkennis gebruikten voor de wederopbouw van hun leven. Van de Haar vertelt wat ze gaat doen en wat het belang is van haar onderzoek.
Wat ga je doen?
In de zestiende eeuw vluchtten duizenden mensen uit de Zuidelijke Nederlanden door de Tachtigjarige Oorlog. Hele stromen vluchtelingen vertrokken naar de Britse Eilanden, Duitsland en de Noordelijke Nederlanden. In dit project ga ik onderzoeken hoe deze vluchtelingen hun talenkennis inzetten om een nieuw leven voor zichzelf en hun families op te bouwen. Ik ga na hoe ze hun meertaligheid gebruikten om hun sociale netwerk in ballingschap uit te breiden, en om zichzelf professioneel te profileren. Velen van hen spraken bijvoorbeeld Frans, dat in deze periode de tweede taal van de Nederlanden was. Hun kennis van het Frans werd enorm gewaardeerd in het buitenland: het was een prestigetaal voor de Engelse aristocratie en een belangrijk communicatiemiddel voor handelaars in grote Duitse steden.
Waarom is het belangrijk dat dit onderzoek wordt gedaan?
Het onderwerp migratie en taal wordt meestal vanuit een negatieve invalshoek belicht: immigranten moeten zo snel mogelijk de lokale taal leren, want hun gebrek aan kennis is een obstakel voor hun integratie. Vaak wordt over het hoofd gezien dat deze mensen ook een enorme talenschat met zich meebrengen. Daar zouden we in een land als Nederland van kunnen profiteren: aan alleen Engels hebben we echt niet genoeg in deze tijden van globalisering. Ik hoop te laten zien hoe waardevol het leren van vreemde talen is en hoe immigranten daarbij kunnen helpen.
Waar kijk je het meest naar uit met betrekking tot je onderzoek?
Ik kijk er enorm naar uit om de archieven en bibliotheken in te duiken om meer te weten te komen over de zestiende-eeuwse vluchtelingen die ik onderzoek, om hun alledaagse realiteit in beeld te brengen. Waar liepen ze tegenaan, en hoe wisten ze obstakels te overwinnen? Het is een voorrecht om de komende jaren hun verhalen van veerkracht en wederopbouw te mogen bestuderen.