Martina Vijver is de nieuwe WD van het CML
Martina Vijver is per 1 september de nieuwe wetenschappelijk directeur (WD) van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. Zij volgt Arnold Tukker op, die sinds 2013 leiding gaf aan het instituut en daarmee de maximale termijn voor een WD heeft volgemaakt. Vijver is aangesteld voor een periode van vier jaar.
Vijver is hoogleraar Ecotoxicologie. Ze studeerde Filosofie, Biologie en Ecotoxicologie in Amsterdam en kwam na haar promotie in Leiden werken. Ze is onder andere oprichter van het Levend Lab, een buitenlaboratorium op het Bio Science Park Leiden. Hier doet ze onderzoek naar vervuiling door bestrijdingsmiddelen, bemesting en microplastics. Verder richtte ze RISE op, het vrouwennetwerk van bèta-onderzoekers van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen.
‘Bevlogen en betrokken’
Decaan Jasper Knoester is erg blij met de nieuwe WD: ‘Ik ben erg blij met de benoeming van Martina. Ik ken haar niet alleen als een bevlogen wetenschapper, maar ook als iemand die zeer betrokken is. Als voorzitter van de Weco heeft zij laten zien een brede blik te hebben en veel belang te hechten aan de ontwikkelingsmogelijkheden van mensen in onze organisatie.’
Nieuwe fase, nieuwe bestuurder
Arnold Tukker neemt per september afscheid als WD. Hij is enorm verheugd met de benoeming van Martina. ‘We kunnen wel zeggen dat Martina, met haar ERC en Vidi en vele andere beurzen, een van de meest zichtbare wetenschappers is van het CML. In de periode dat ik het CML leidde stond groei en verjonging voorop. Daarom namen we nieuwe, veelbelovende onderzoekers aan als aanvulling op versterking van de ‘oude garde’ die CML internationaal zo enorm sterk had neergezet.’
Tukker kan tevreden terugkijken. Het is goed gelukt. ‘We zijn nu een factor 3-4 groter dan in 2013 en hebben een mooie, stevige positie in het Leidse en nationale onderzoeks- en onderwijslandschap. Nu gaan we een fase in waarin we die groei moeten bestendigen en waarbij interne samenhang belangrijk is. Martina is daar de aangewezen persoon voor en ik draag het stokje dan ook in het volste vertrouwen over.’