Wederom geslaagde studentenconferentie 'empirisch-juridisch onderzoek en het privaatrecht'
Waarom is empirisch-juridisch onderzoek van belang voor de rechtspraktijk en het wetenschappelijke onderzoek? Op die vraag kregen masterstudenten van de afstudeerrichtingen civiel recht, ondernemingsrecht en financieel recht antwoord tijdens het jaarlijkse congres over empirisch-juridisch onderzoek en het privaatrecht van 30 september jl.
Tijdens de conferentie hebben de studenten inzicht verkregen in de verschillende wijzen waarop empirisch onderzoek nuttig en noodzakelijk kan zijn voor het recht.
De aftrap van de middag werd verzorgd door Gitta Veldt, coordinator ILS civiel recht en onderwijscoordinator van Empirical Legal Studies, en Alette Jansen, coordinator ILS ondernemingsrecht. Zij gaven studenten een korte inleiding over de initiatieven die spelen op het terrein van Empirical Legal Studies, zowel aan de Leidse rechtenfaculteit als landelijk. Vervolgens kregen de studenten drie mooie voorbeelden van empirisch-juridisch onderzoek te zien.
Defensief handelen door artsen empirisch onderzocht
De eerste spreker van de dag was Shosha Wiznitzer, onderzoeker voor de Raad voor de Rechtspraak. Zij vertelde over haar promotieonderzoek (aan de Universiteit Utrecht) naar defensieve dokters. Shosha ging in op de wijze waarop zij empirisch onderzoek heeft toegepast in haar onderzoek. Vervolgens heeft zij verteld over de meerwaarde van empirisch onderzoek in haar werk.
‘Biases’ in financiële en juridische oordelen in de context van insolventie
Vervolgens ging Niek Strohmaier, universitair docent, in op zijn onderzoek naar de psychologie van juridische oordeelsvorming, met name in de context van bestuurdersaansprakelijkheid. Hij besprak hoe mensen, en daarmee ook rechters en advocaten, vatbaar zijn voor allerlei vooringenomenheden (‘biases’), met name als zij moeten oordelen over complexe materie. In het bijzonder ging hij in op de invloed van morele intuïties op juridische oordeelsvorming en tevens de moeilijkheden van achteraf oordelen terwijl men kennis heeft van de (nadelige) afloop van een zaak.
Goed werkgeverschap en de invloed van inzichten uit de organisatiepsychologie met betrekking tot welzijn van werknemers
Afsluitend hebben Helen Pluut en Merel Cornax gesproken over hun onderzoek naar goed werkgeverschap. Helen Pluut is universitair hoofddocent aan de Leiden Law School, projectleider van het sectorplanspeerpunt Empirical Legal Studies en directeur van de nationale ELS Academy. Merel Cornax is PhD-fellow bij de afdeling Bedrijfswetenschappen aan Leiden Law School. In hun presentatie gingen zij in op hoe zij hun kennis en inzichten uit de organisatiepsychologie willen gebruiken om invulling te geven aan de open norm over goed werkgeverschap.
Na afloop van de presentaties hebben de sprekers met de studenten gediscussieerd over het belang van empirisch-juridisch onderzoek. Stellingen zoals ‘Wetgeving zou voor het grootste gedeelte moeten zijn gebaseerd op empirische gegevens’ en ‘Traditioneel juridisch onderzoek zal seeds minder belangrijk worden’ passeerden de revue.
Al met al een geslaagde middag waarin studenten inzicht hebben verkregen in het nut en de noodzaak van empirisch-juridisch onderzoek voor het recht. Iets waar nog uitgebreid over werd nagepraat bij de borrel.