Bijzonder hoogleraar Rogier Hartendorp over onze samenwerking met de Haagse Rechtbank
Rogier Hartendorp is bijzonder hoogleraar maatschappelijke effectiviteit van de rechtspleging aan de Universiteit Leiden en rechter bij de rechtbank Den Haag. Dé uitgelezen persoon om te fungeren als liaison tussen onze faculteit en de rechtbank. Wij stelden hem een aantal vragen daarover.
Kun je eens vertellen hoe deze samenwerking, bezegeld in een convenant, ooit is ontstaan?
‘Het samenwerkingsverband bestaat sinds 2005. Binnen de rechtbank Den Haag en de faculteit was het besef ontstaan dat beide organisaties met vergelijkbare vraagstukken zitten, met name over hoe een betere aansluiting kan worden gezocht bij de samenleving. Door de onderlinge samenwerking te versterken zijn beide organisaties beter in staat hun taakopdracht te vervullen.’
Wat is het doel van deze samenwerking en de meerwaarde voor de faculteit?
‘Het doel is om op meerdere vlakken de uitwisseling van studenten en medewerkers van beide organisaties te bevorderen, bijvoorbeeld in de vorm van stages, gastcolleges of cursussen. De meerwaarde voor de faculteit is er vooral in gelegen dat studenten en onderzoekers een beter beeld krijgen hoe rechtspraak in de dagelijkse praktijk werkt. Ook biedt het onderzoekers een mooie ingang om onderzoek te doen of om onderzoeksresultaten te delen en te bespreken.’
Wat is er tot nu toe van terecht gekomen:
• Tweejaarlijks symposium – afgelopen jaar gewijd aan de betekenis van kunstmatige intelligentie voor de rechtspraak.
• Een masterclass voor studenten van de faculteit – de gelegenheid om bij verschillende teams van de rechtbank mee te lopen.
• De bijzondere leerstoel – komend voorjaar geeft Hartendorp samen met Danielle Chevalier (assistant professor Law & Society) een vak waarin het vertrouwen in de rechtspraak en andere instituties centraal staat.
Hoe verder?
Er moet tot slot worden gekeken naar wat beter kan. In de afgelopen coronajaren waren rechtbankbezoeken en andere activiteiten namelijk amper mogelijk, terwijl de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband juist in dergelijke activiteiten gelegen is. Volgens Hartendorp ebt dit nog wel wat na en is het zaak om de komende periode te zorgen dat dit soort bezoeken weer een impuls krijgen. Toch is hij bovenal trots op het samenwerkingsverband: ‘dat het inmiddels bijna 20 jaar bestaat en nog steeds een mooi platform biedt voor de uitwisseling van kennis.’
Geïnspireerd op deze samenwerking is 8 maart jongstleden tevens het samenwerkingsconvenant tussen het Gerechtshof Den Haag en de Faculteit der Rechtsgeleerdheid officieel ondertekend door voorzitter van het bestuur van het hof Marieke Koek en vice-decaan Stefaan Van den Bogaert. Het convenant biedt een unieke kans voor het uitwisselen van kennis tussen de twee organisaties en beide organisaties hopen tot nieuwe inzichten te komen voor vergelijkbare vraagstukken. De samenwerking is al langer gaande en vice-decaan Stefaan Van den Bogaert noemt het ondertekenen een ‘formalisering en intensivisering van deze samenwerking.’