Met twee beurzen hard in de aanval om de hersentumor glioblastoom aan te pakken
Weinig onderzoekers zien heil in onderzoek naar glioblastoom, een ongeneselijke hersentumor. Alexander Kros bracht collega’s bij elkaar die de uitdaging aangaan. Europese onderzoeksfinancier ERC stelde onlangs 10,6 miljoen euro ter beschikking, een jaar eerder stelde NWO 3 miljoen euro beschikbaar. ‘Over zes jaar hebben we zeker geen therapie ontwikkeld, maar wel heel veel geleerd.’
Onderzoeksmiljoenen op basis van een onderbuikgevoel. Klinkt gek misschien, maar het gaat om chemische intuïtie van hoogleraar supramoleculaire chemie Alexander Kros, die dat gevoel baseert op ruime kennis en ervaring. In oktober kreeg hij met UvA-collega Joost Reek en NKI-kankerbioloog Leila Akkari een grote Europese ERC-Synergy beurs. Kros vergelijkt deze ERC Synergy Grant met een belegging: ‘Het is high risk, high gain-onderzoek. Dat kenmerkt deze ERC-subsidie, net als de NWO-XL-beurs die ik vorig jaar ook met Leila kreeg, met onder andere de Leidse celbioloog Ewa Snaar.’
Onderzoek naar glioblastoom: al dertig jaar nauwelijks vooruitgang
Al dertig jaar is er nauwelijks vooruitgang in het vinden van succesvolle therapieën voor de behandeling van glioblastoom. De ziekte treft jaarlijks zo’n zeshonderd mensen in Nederland en is ongeneselijk. Hoogleraar supramoleculaire chemie Alexander Kros legt uit waarom deze ziekte voor de meeste farmaceutische bedrijven onaantrekkelijk is: ‘Het is een heel moeilijk te behandelen ziekte. Momenteel worden patiënten behandeld door middel van opereren en bestralen gevolgd door chemotherapie, maar een operatie is moeilijk omdat de tumor geen scherpe grenzen heeft.’ Daarnaast kunnen de meeste medicijnen de tumor niet bereiken, omdat de bloed-hersen-barrière ze grotendeels tegenhoudt. ‘Bij chemotherapie moet je dan zo veel toedienen, dat de bijwerkingen de behandeling ondraaglijk maken.’ Tevens ontwikkelt de tumor heel snel resistentie voor de huidige generatie medicijnen. ‘Ook immuuntherapie, die bij veel andere tumoren heel goed aanslaat, werkt niet bij glioblastoom.’
Chemotherapie alleen actief bij de tumor
In het NWO-XL-project ligt de focus op het begrijpen van de tumorbiologie; in het ERC Synergyproject zoeken de betrokken wetenschappers naar manieren om een op zichzelf onschadelijk, want inactief ‘pro-medicijn’ bij de tumor te krijgen. Eenmaal daar, moet het pro-medicijn worden omgezet in een actief medicijn. Daarvoor kunnen supramoleculaire katalysatoren zorgen: speciale moleculen die ook bij de tumor zijn gebracht. Deze aanpak bespaart de rest van het lichaam de bijwerkingen van zo’n chemotherapie, die vaak leiden tot het afbreken van een behandeling.
Strategie om de bloed-brein-barrière te passeren
Kros werkt binnen deze projecten aan twee aspecten. Ten eerste zorgt hij dat het ene medicijn heel selectief de productie van vetstoffen rondom de tumor blokkeert en een ander medicijn uitsluitend het bedekkende laagje endotheelcellen rondom de tumor aanvallen. Daarnaast werkt hij aan een strategie waarmee de medicijnen de bloed-brein-barrière kunnen passeren. Bloed dat vanuit het hart naar de hersenen stroomt, kan alleen zuurstof en andere kleine moleculen meenemen. De meeste medicijnen bereiken de hersenen niet. Verpakt in nieuw ontwikkelde lipide nanodeeltjes – heel kleine vetmoleculen – lukt het mogelijk wel.
Over de grens van hun vakgebied
Volgens Kros is het bijzonder dat alle betrokkenen over de grens van hun vakgebied heen gaan. ‘In het ERC-project Cat4CanCenter gaan in totaal 21 promovendi en postdocs aan het werk, zeven per locatie. Wij zorgen dat ze niet veilig in hun tumorbiologie, chemie of supramoleculaire hoekje blijven zitten, maar alle drie de talen leren spreken. Zo leiden we een nieuwe generatie van interdisciplinaire onderzoekers op.’
Fundamenteel én praktisch
Een ander opvallend aspect is dat het onderzoek heel fundamenteel is, dus gericht op basismechanismen en grondbeginselen, maar tegelijk ook gericht op een concrete ziekte. ‘Leila heeft bij het NKI en het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis direct contact met patiënten en behandelend artsen. Wij voelen de noodzaak. We kijken naar fundamentele principes, maar houden wel rekening met mogelijk praktische toepassingen. Zoals dat het gemakkelijker en goedkoper is om een medicijn via een infuus te kunnen toedienen dan via een operatie.’ Toch stelt Kros wel voorop: ‘Over zes jaar hebben wij zeker geen therapie ontwikkeld, maar wel heel veel geleerd en een nieuw onderzoeksveld gecreëerd.’
Onderzoek als roeping
Kros bracht de partners van het ERC-project bij elkaar. ‘Leila, Joost en ik hebben dezelfde onderzoeksmentaliteit. Als je iets wilt bereiken in onderzoek, is het ‘all or nothing’. Het is geen negen-tot-vijf-baan maar eerder een roeping.’ Kros is de collega’s die meehielpen in het voortraject enorm dankbaar. ‘Om deze beurs te krijgen, hebben we ter voorbereiding pittige test-interviews gehouden met collega’s. We konden de kritische vragen alleen beantwoorden door het uitstekende voorbereidende werk van de huidige promovendi en postdocs in onze onderzoeksgroepen.’
Kros wil in het bijzonder een lans breken voor buitenlandse promovendi. ‘Er lijkt wel een soort internationaliseringsfobie te zijn ontstaan’, zegt hij, doelend op berichtgeving over kennisdiefstal of juist uitbuiting. ‘Bepaalde high-tech-bedrijven hebben inderdaad kennis die ze moeten beschermen, maar op de universiteit willen we de kennis juist openbaar maken en delen met de wereld. En de promovendi in onze groepen zijn intrinsiek zeer gemotiveerd. Voor veel van mijn (internationale) promovendi is het een manier om vooruit te komen. Het is een investering die hen veel oplevert, maar ook Nederland!’
Tekst: Rianne Lindhout
Foto: Flickr - Jeff Mackintosh