Wie is de mens achter de vrachtwagenchauffeur?
Mensen spreken veel óver vrachtwagenchauffeurs en niet met hen. Een inschattingsfout, zegt Promovenda Anke van der Hoeven, die vertelt over waarom hun leven makkelijker gemaakt zou moeten worden. ‘Deze stille groep houdt de Europese economie draaiende, maar mensen realiseren zich dat niet.’
Wetenschap bedrijven vanuit een camper
Aan de A4 bij Schiphol staan tientallen vrachtwagens geparkeerd. Tussen de bakbeesten duikt ineens een camper op. Het is oktober 2019. De zomervakantie is dus al voorbij. Wat doet de kampeerauto hier? De chauffeur parkeert het voertuig en zij en de passagiers stappen uit. Samen rollen ze een grote banner met het logo van de Universiteit Leiden uit over de motorkap. Tijd om aan het werk te gaan.
De chauffeur is Van der Hoeven. In een tijdsbestek van een klein jaar zal ze 32 vrachtwagenchauffeurs interviewen. Ze spreekt de mannen en één vrouw in de beslotenheid van de camper. In gesprekken, die variëren van anderhalf tot ruim drie uur, vraagt ze de, voornamelijk buitenlandse, arbeidskrachten naar hun arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden.
‘De boer op gaan’
Vier jaar later, blikt Van der Hoeven terug op die periode en vertelt zij over het belang van veldwerk. ‘Mijn proefschrift gaat over de arbeidssituatie van vrachtwagenchauffeurs die binnen de EU werken.’ Vrachtwagenchauffeurs hebben in hun werk met veel regels te maken. Ze rijden bijvoorbeeld verplicht met een tachograaf, een computer die in de vrachtwagen is gemonteerd. Het apparaat registreert precies waar en hoeveel tijd de chauffeur rijdt en stilstaat. De rij- en rusttijden zijn strikt geregeld. Alle chauffeurs kennen de regels en weten wanneer zij pauze moeten nemen. Na twee weken werken, moet de chauffeur 45 uur de vrachtwagen uit. Als hij dan van huis is, mag hij niet in zijn ‘cabine’ slapen, maar moet hij naar een hotel.
Het idee achter al die wetgeving is om de arbeidssituatie van chauffeurs te verbeteren: op deze wijze zouden zij niet doorwerken en dus voldoende rust krijgen. ‘Alleen in de praktijk werkt het niet altijd’, zegt Van der Hoeven. ‘Als een chauffeur verplicht rust moet nemen, maar hij rijdt een file in, dan kan hij niet pauzeren.’ Daarnaast kunnen of willen de meeste chauffeurs tijdens de 45 uur rust hun cabine niet verlaten. Van der Hoeven: ‘Ze zijn bang dat hun lading of brandstof wordt gestolen. Of ze vinden hun eigen cabine comfortabeler. Anderen zouden misschien wel in een hotel willen slapen, maar hun werkgever betaalt die kosten niet.’
Kortom, de wetgeving die vrachtwagenchauffeurs juist beoogt te beschermen, werkt in de praktijk niet. Van der Hoeven: ‘Praat met de doelgroep die je met regels beoogt te beschermen, want het verbetert de kans op acceptatie en naleving. Platgezegd: doordat ik de boer op ben gegaan, ben ik erachter gekomen wat voor deze beroepsgroep wel en niet werkt.'
'Vrachtwagenchauffeurs worden over het hoofd gezien, terwijl zij wel de economie draaiende houden.'
De gemene deler
De chauffeurs hebben volgens Van der Hoeven één ding met elkaar gemeen: ‘ze zijn trots op hun werk’. Niet voor niet is de titel van haar proefschrift: ‘Met de vlam in de pijp’, een inmiddels staande uitdrukking, die ‘volle overgave’ betekent en is ontleend aan een hit uit de jaren zeventig die gaat over het leven van een trucker.
Ze verdienen naar lokale maatstaven goed: ‘De meesten zeggen met dit werk in hun land het meest te verdienen, veel meer dan wanneer zij taxi- of buschauffeurs zouden zijn.’ Daarmee neemt Van der Hoeven de misvatting weg dat internationale vrachtwagenchauffeurs slecht verdienen.
Maar de baan brengt ook financiële onzekerheid met zich mee. Het inkomen van veel Oost-Europese chauffeurs bestaat uit een laag basisloon, aangevuld met dagvergoedingen. Als een chauffeur niet kan werken, dan krijgt hij alleen het basisloon.
Van der Hoeven: ‘Ook moeten ze veel werken, gemiddeld 12 uur per dag.’ Het is bovendien een eenzaam bestaan. ‘Het ver weg zijn van familie en vrienden zet relaties onder druk.’ Daarnaast vinden chauffeurs het stressvol om aan alle regels te voldoen, hun vracht op tijd te laden en lossen, en om te gaan met oponthoud door files en andere problemen op de weg.
Lokale arbeidskrachten halen hun neus ervoor op
‘Vrachtwagenchauffeurs worden over het hoofd gezien, terwijl zij wel de economie draaiende houden. Alle goederen die binnenkomen, via luchtvracht, trein of haven, moeten allemaal in een vrachtwagen geladen worden. Vrachtwagenchauffeurs bevoorraden winkels en zorgen dat de pakjes in Nederland komen. Mensen mogen zich meer realiseren hoe belangrijk deze beroepsgroep is. Zij verdienen meer waardering. Zij doen het werk waar lokale arbeidskrachten hun neus voor ophalen.'
Als blijk van waardering zou hun werk makkelijker gemaakt moeten worden, vindt Van der Hoeven. Ze stelt praktische én juridische maatregelen voor. Zo moeten er voor internationale vrachtwagenchauffeurs meer beveiligde parkeerplaatsen komen. Van der Hoeven: ‘Als de chauffeurs niet bang hoeven te zijn voor diefstal, dan zullen zij waarschijnlijk meer bereid om in een hotel te slapen.’ Mits die hotels ook gunstig gelegen zijn, want ‘je kunt met zo’n bakbeest niet het centrum van een stad in’.
Daarnaast moeten de sociale verzekeringen en het basisloon worden verbeterd, zodat wanneer chauffeurs ziek worden, of om een andere reden niet kunnen werken, zij niet hoeven rond te komen van alleen hun schamele basisloon.
Van der Hoeven zal haar proefschrift verdedigen op 12 december 2023 om 11:15 uur in het Academiegebouw. Je leest de samenvatting van het proefschrift hier en volgt de livestream van de promotieplechtigheid hier.
Interview: Helena Lysaght
Afbeelding bovenaan het artikel: Christian Chen via Unsplash