‘Ik kijk ernaar uit om de komende jaren kruisverbanden te gaan leggen tussen verschillende organisaties’
In november 2023 is Anne Fleur van Veenstra, wetenschappelijk directeur van TNO Vector, benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Governance van data en algoritmen voor stedelijk beleid’. Deze bijzondere leerstoel is ingesteld bij het Instituut Bestuurskunde en is gelieerd aan het Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities.
Sarah van der Zeijden van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities stelde Anne Fleur een aantal vragen over haar academische achtergrond, haar werk bij TNO Vector en haar plannen voor de komende jaren.
Zou je iets meer kunnen vertellen over je academische achtergrond?
‘Ik heb technische bestuurskunde gestudeerd aan de TU Delft en heb daarnaast een tweede master Internationale Betrekkingen aan de UvA afgerond. Tijdens die tweede master merkte ik echt het verschil tussen mijn bèta-achtergrond, en de manier van denken van de sociale wetenschappen. Op de TU Delft heb ik heel oplossingsgericht leren denken, als een ingenieur. Tijdens de master Internationale Betrekkingen ging het veel meer om gestructureerde analyse en reflectie. Ik vind het heel leuk deze twee verschillende invalshoeken van de wetenschap met elkaar te combineren.’
Je vervult de leerstoel één dag per week, de rest van de dagen werk je als wetenschappelijk directeur bij TNO Vector. Wat voor onderzoek wordt daar gedaan?
‘Mijn huidige onderzoeksteam binnen TNO Vector houdt zich enerzijds bezig met het vraagstuk hoe overheden gebruik kunnen maken van digitale technologieën om hun werk beter of efficiënter uit te voeren. We werken met een duidelijke blik op de toekomst: wat kan deze technologie later voor ons gaan betekenen? Anderzijds willen we daar ook graag regels voor opstellen. Hierbij focussen we op de vragen: hoe kun je data en AI op een goede manier inzetten? Kunnen AI-systemen zich verantwoordelijk gedragen? Wat betekent dit alles voor publieke waarden, zoals een inclusieve samenleving of de privacy van burgers? We adviseren bijvoorbeeld de Europese Commissie en het ministerie van Binnenlandse Zaken hierover.
We hebben ook ruimte om zelf onderzoek te agenderen. Hiervoor zijn onder andere de Policy Lab projecten opgezet, die gaan over het gebruik van AI voor maatschappelijke opgaven in de stedelijke omgeving. Zo hebben in we in samenwerking met de gemeente Rotterdam de inzet van data en AI voor het jeugdbeleid onderzocht en in samenwerking met de gemeente Zoetermeer de rol van verschillende typen data voor een rechtvaardige warmtetransitie.’
‘Wat ik hoop te bereiken met mijn onderzoek is brede, democratische controle van technologische ontwikkelingen’
De leerstoel die je bekleed is ingesteld bij FGGA en ingebed bij het Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities. Zou je wat kunnen vertellen over de mogelijke samenwerking tussen deze twee organisaties en TNO Vector?
‘Bij TNO worden er allerlei projecten uitgevoerd, waar praktische analyses, adviezen en handreikingen uit voortkomen, bijvoorbeeld voor overheden. En tegelijkertijd komen daar ook nieuwe inzichten op het gebied van regulering en governance uit voort. Via intensievere samenwerking wil ik graag aan de slag om dit toegepaste onderzoek dat we bij TNO doen, te verbinden aan het onderzoek van het Centre for BOLD Cities en de FGGA. Hierdoor hoop ik meer wetenschappelijke inbedding te bereiken van het TNO onderzoek en tegelijkertijd de inzichten die we verkrijgen uit ons toegepaste onderzoek te kunnen delen met een breder publiek van bijvoorbeeld studenten.
Ik kijk ernaar uit om de komende jaren kruisverbanden te gaan leggen tussen de verschillende organisaties. Uiteindelijk allemaal met het gemeenschappelijke doel om kennis over de invloed van digitale technologie op de overheid steeds verder uit te breiden, en te kunnen blijven agenderen in zowel de publieke sector als de wetenschap.’
Bij het onderzoek van het Centre for BOLD Cities speelt interdisciplinair onderzoeken een grote rol. Vind jij een interdisciplinaire aanpak belangrijk?
‘Bij TNO doen we eigenlijk altijd al interdisciplinair en zelfs transdisciplinair, onderzoek. Ik heb eigenlijk altijd gebruik gemaakt van bronnen en methodes uit verschillende vakgebieden. Eigenlijk kan je in het gebied van ‘digital governance’ ook niet echt anders. Dit vakgebied is door interdisciplinaire samenwerking ontstaan. Het gaat immers om organisatie en bestuur, maar ook om techniek. Je zal verschillende perspectieven samen moeten brengen, als je iets zinvols wil zeggen over digitalisering in het publieke domein. Interdisciplinariteit is daarom voor mij bijna een voorwaarde te noemen om wetenschap te kunnen bedrijven.’
Wat voor impact hoop je met je onderzoek te maken?
‘Wat ik hoop te bereiken met mijn onderzoek is brede, democratische controle van technologische ontwikkelingen én de inzet van digitale technologieën op zo’n manier dat ze bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke opgaven. Ik wil niet dat beleidsmakers zich ‘verschuilen’ achter “ik snap niks van technologie” en daarom onderwerpen die te maken hebben met digitalisering of dataverzameling onvoldoende oppakken. Hopelijk kan ik duidelijk maken dat diep technisch inzicht niet altijd nodig is om toch de goede vragen te stellen over digitalisering.’
Tekst: Sarah van der Zeijden