Jan Willem Erisman in expertdebat Tweede Kamer over stikstofdata
Wat weten we over de hoeveelheid stikstofdepositie die natuurgebieden aan kunnen, en hoe hoog is die depositie op dit moment? Deze vragen stonden centraal bij een rondetafelgesprek van de Tweede Kamer op 23 februari, waarbij de Leidse hoogleraar Jan Willem Erisman zijn kennis en expertise deelde.
Bij een rondetafeldebat nodigt de Tweede Kamer experts uit om met elkaar in gesprek gaan op een specifiek thema. De Kamerleden mengen zich niet in het debat, maar ze kunnen wel verhelderende vragen stellen. De deskundigen sturen vooraf een position paper in, waarin zij hun standpunten opstellen. Op deze manier vergroot de Kamer haar kennis op het besproken thema, in dit geval de kwaliteit van stikstofcijfers.
Reductiedoelen goed te berekenen
Jan Willem Erisman is hoogleraar Environmental sustainability bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden, waar hij zich in het bijzonder richt op de stikstofproblematiek. Hij vertelde de Kamerleden onder andere over een instrument dat binnen het CML is ontwikkeld, waarmee specifieke gebiedsdoelen voor stikstofreductie goed te berekenen zijn – binnen de huidige onzekerheden.
'Met ons instrument kan de minister direct aan de slag'
Erisman legt uit: ‘Vergunningverlening voor bijvoorbeeld woningbouw of infrastructuur is op dit moment moeilijk, vooral in de Randstad, omdat er eerst stikstofdepositie verminderd moet worden voor er weer iets bij mag. De enige oplossing hiervoor is om zo snel mogelijk in te zetten op vergaande reductie van de stikstofdepositie om natuurgebieden heen, door het beleid dat in het coalitieakkoord is afgesproken uit te voeren.’
Erisman pleitte ervoor om deze opgave te vertalen naar specifieke gebiedsdoelen, zodat agrariërs weten waar zij aan toe zijn. ‘En daar kan ons instrument bij helpen, de minister kan daar direct mee aan de slag.’
> Het volledige rondetafelgesprek is terug te kijken via de website van de Tweede Kamer.
> De position paper van Jan Willem Erisman is hier te downloaden.