Leiden Leadership Lunch: Politiek Leiderschap en de COVID-19 Crisis
Ondanks dat de COVID-crisis telkens weer wordt gekenmerkt door een nieuwe realiteit en nieuwe onzekerheid, kunnen we al wel voorzichtig de balans opmaken – terugkijkend op de eerste fasen van het Nederlandse crisismanagement. Wat kunnen we leren als we reflecteren op de crisisaanpak van Nederlandse politici? Wat is de mate van succes van politiek leiderschap in deze buitengewone en grensoverschrijdende crisis die het Nederlandse crisisleiderschap op de proef heeft gesteld?
Op vrijdag 28 mei sloot prof. Arjen Boin, hoogleraar Publieke Instituties en Openbaar Bestuur, de serie “Leiderschapskansen in tijden van crisis” af met een politiek perspectief. In de Leiden Leadership Lunch: ‘Politiek leiderschap en de COVID-19 crisis: Eerste observaties en lessen’ werd met deelnemers uit de wetenschap en de praktijk teruggeblikt op de crisisaanpak en de rol van politieke leiders.
De 4 onderdelen van strategisch crisismanagement
- Detectie van problemen: Herkenning van het gevaar van COVID-19 was traag, terwijl in een escalerende pandemie tijd zeer kostbaar is.
- Beeldvorming: In kaart brengen van de pandemie ging met vallen en opstaan. Het standaardiseren van testen en het verkrijgen van data ging in het begin erg moeizaam, in de huidige fase is dat een stuk beter.
- Organiseren van hoogwaardige crisisresponse: Effectieve response, maar had wellicht sneller gekund. De maatregelen hebben gewerkt.
- Crisis communicatie: In het begin chaotische communicatie over maatregelen en het nut ervan. Daarna inzet op het bewaken van de solidariteit.
Eerste observaties
Waar staan we nu? Er zijn verschillende maatregelen, maar ze zijn niet heel effectief meer. De reden hiervoor ligt in het eroderen van de solidariteit onder burgers. Dit is het gevolg van een toenemende onduidelijkheid over wie uiteindelijk het gezag heeft in de crisisaanpak.
Door onder andere het verminderde draagvlak, een demissionair kabinet, en de onduidelijke politieke rollen in de crisisrespons, lijkt de relatie tussen staat en burger verstoord te zijn geraakt. Extreme meningen tegen de crisisaanpak krijgen de overhand en het gezag van de staat wordt aangevallen. Door frustraties en angsten van burgers wordt het crisismanagement actief ondermijnd en wordt er afbreuk gedaan aan het vertrouwen in overheid.
Eerste lessen
- Zelfoverschatting: Als iets goed gaat nemen politici zelf de verantwoordelijkheid terwijl succes in veel grotere mate afhankelijk is van de solidariteit en toewijding van burgers.
- Geen reflectie op eigen handelen: In de eerdere fasen was er weinig consistentie in maatregelen en een gebrek aan duidelijkheid in onderliggende besluitregels, dit leidde tot een beleving van willekeur. Als overheid moet je kunnen reflecteren, voorzien in eenduidige overeenstemming en communicatie, en fouten durven toe te geven. Een probleem doet zich voor in het feit dat politici zich moeilijk laten adviseren en hierdoor veel kansen missen om te leren van experts en ervaringen uit het buitenland.
- Een ongekende crisis: De COVID-crisis brengt ongekende uitdagingen met zich mee. Dit vraagt om het gezamenlijke besef dat crisismanagement aandacht behoeft en dat er meer concrete inzichten nodig zijn. Hiervoor is interdisciplinaire aandacht nodig – vanuit wetenschap en praktijk.
Wil je ook op de hoogte blijven van andere activiteiten van het Leiden Leadership Centre? Volg ons dan op LinkedIn en Twitter, schrijf je in voor de nieuwsbrief en luister naar de Leiden Leadership Podcast.