Universiteit Leiden

nl en

Terug naar Rabat

Het luchtruim was al bijna gesloten toen Leidse studenten en medewerkers vorig jaar in allerijl het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) moesten verlaten. Hoe gaat het ruim een jaar later met dit Leidse instituut in Rabat? ‘Gelukkig hadden we een paar maanden daarvoor een crisisoefening gedaan. Iedereen kon op tijd het land verlaten.’

Het pand van het NIMAR
Het pand van het NIMAR in Rabat

Terug naar die gedenkwaardige eerste maanden van 2020. De nieuwe lichting Leidse studenten begint steeds beter haar weg te vinden in de Marokkaanse hoofdstad Rabat. Hun uitvalsbasis is het hagelwitte pand van het NIMAR, omzoomd door wuivende palmbomen met vanaf het dak uitzicht op de Atlantische Oceaan. De studenten leren Arabisch en krijgen colleges over de Marokkaanse geschiedenis en maatschappij. ’s Avonds keren ze terug naar hun gastgezinnen in de stad of naar hun gehuurde studio’s. Ze beginnen goed te settelen in Rabat, maar dan komt het nieuws over dat mysterieuze virus steeds dichterbij. Directeur Léon Buskens blikt terug op die roerige tijd. 

Léon Buskens is directeur van het NIMAR en onderwijsattaché van de Nederlandse ambassade.

Hoe begon de coronacrisis voor jullie bij het NIMAR?

‘In die eerste maanden waren we nog volop bezig met het geven van colleges en excursies, maar langzaam maar zeker dreven de donkere wolken ook hier over. Eind februari veranderde de sfeer. In Marokko werd covid, net als toen in Europa, gezien als een dreiging van buitenaf. Dat betekende dat Europeanen zoals Leidse studenten extra gingen opvallen. Sommigen werden zelfs opeens gemeden of enkele keren nageroepen door Marokkanen die bang waren dat ze corona zouden krijgen van buitenlanders. Aanvankelijk mochten studenten zelf beslissen of ze nog in Rabat wilden blijven.'  

Iedereen moest geëvacueerd worden

‘Half maart werd duidelijk dat corona uitgroeide tot een wereldwijde crisis en toen ging het snel. Op 19 maart is in overleg met het College van Bestuur, de afdeling Veiligheidszaken en de faculteit (het NIMAR valt onder Geesteswetenschappen, red) besloten om iedereen op het instituut te evacueren. Sommige studenten verbleven nog bij gastgezinnen en moesten daar zo snel mogelijk weg. Het was spannend omdat vliegen steeds lastiger werd. Dankzij de hulp van Veiligheidszaken en de faculteit kwam iedereen weer veilig in Europa. De studenten werden door hun ouders opgehaald op de luchthaven van Parijs, want naar Amsterdam vliegen kon al niet meer. Het is wonderwel goed gegaan, behalve dat een deel van de bagage van de studenten nog altijd hier staat, want er is nog geen vervoer over de weg mogelijk geweest.’

De studenten van het NIMAR in maart 2020, vlak voor hun evacuatie.

Ging je ook meteen mee met de groep studenten?

‘Ik wilde eerst hier blijven want de kapitein hoort toch als laatste het schip te verlaten. Maar op advies van de ambassade en op aandringen van het college ben ik een week later ook naar Nederland gegaan, gelukkig heb ik nog mijn huis in Leiden. Alleen de lokale, Marokkaanse medewerkers zijn in Rabat gebleven. Kort na ons vertrek kwam er een zeer strenge lockdown met een strikte avondklok en heel weinig bewegingsvrijheid. Mensen mochten hun huis nauwelijks uit en dat heeft maanden geduurd.

‘Dankzij onze huismeester Rachid Chounounou is het instituut de lockdown ongeschonden doorgekomen. Maandenlang heeft hij in zijn eentje het gebouw onderhouden en ook voor mijn dienstwoning én al onze katten gezorgd. Het was een moeilijke tijd voor hem. In Marokko zat alles op slot en hij mocht Rabat niet uit, waardoor hij zijn gezin op het platteland niet kon zien.’

Tijdens de lockdown zorgde huismeester Rachid Chounounou voor het pand en de katten.

Hoe kijk je nu terug op die tijd?

‘Het was extreem hectisch maar één ding heeft ons goed geholpen: we hadden toevallig een paar maanden daarvoor een crisisoefening gedaan. Leo Harskamp, het universitaire hoofd Veiligheid, heeft ons intensief begeleid bij het denken over veiligheid in Marokko en die oefening heeft heel goed geholpen om deze crisis aan te pakken. Een heldere communicatie is van essentieel belang, want de ouders van de studenten waren natuurlijk heel bezorgd. Gelukkig hebben ze hun waardering uitgesproken over hoe het verlopen is.’

Geschiedenisstudent Zaza Jung (links op de foto) over haar verblijf op het NIMAR:
‘Corona leek aanvankelijk nauwelijks te spelen in Marokko, maar aan deze luchtige sfeer kwam snel een einde toen de Marokkaanse overheid op 14 maart abrupt de grenzen sloot voor nieuwe buitenlanders en we ook moeilijk het land uit konden. Omdat corona door Europese toeristen naar Marokko was meegenomen, brachten veel Marokkanen het virus in verband met Europa. Dat weekend werden we opeens op straat nageroepen met ‘corona!’ Dat was wel vervreemdend, ook al was het natuurlijk veel milder dan de agressie waar veel Aziaten in het westen mee te maken kregen. Na diverse gecancelde vluchten konden we mee met een Franse repatriatievlucht naar Parijs. Enerzijds was dat een opluchting, maar ik vond het ook erg jammer om halsoverkop Marokko te verlaten, terwijl we er nog maar net anderhalf maand zaten. Gelukkig ging het onderwijs wel online door en heb ik zowel het Marokkaans Arabisch als het Standaard Arabisch goed kunnen leren. Ik wil zeker nog een keer terug naar Marokko als dat weer mogelijk is.’ Foto: Zaza met vrienden op een festival in Casablanca voordat corona uitbrak.

Hoe erg is Marokko geraakt door corona?

‘Er zijn veel besmettingen geweest maar het schrikbeeld uit andere landen rondom de Middellandse Zee, zoals Spanje, is Marokko bespaard gebleven. Dat komt door de zeer strenge maatregelen en de relatief jonge bevolking, waardoor de mensen hier minder ziek zijn geworden. Nu is Marokko voortvarend aan het vaccineren. Al een groot deel van de bevolking is ingeënt. Ook groepen als docenten en agenten zijn al vrij snel gevaccineerd. Ik heb via de ambassade inmiddels het Janssen-vaccin gekregen.’

Hoe heeft het NIMAR het onderwijs weer opgepakt?

‘Na de evacuatie hebben we snel de colleges online kunnen aanbieden. Via een videoverbinding geven onze collega’s en de Marokkaanse gastdocenten colleges in het NIMAR aan de studenten thuis in Nederland. Het is niet ideaal maar het gaat goed. In plaats van excursies geven we virtuele tours en films zien en organiseren we digitale ontmoetingen met Marokkaanse sprekers zoals kunstenaars en activisten. Maar natuurlijk hadden ze Marokko beter willen kennen door een verblijf in het land zelf.’

Gastdocent Nadia Toumaoui geeft digitaal college.

En waar verblijf je nu, in Leiden of Rabat?

‘Gelukkig weer in Rabat. Ik ben naast directeur van het NIMAR ook onderwijsattaché voor de Nederlandse ambassade in Marokko en voor dit werk was het van belang weer terug te keren, dat wilde ik zelf ook graag. Mijn eerste poging in maart dit jaar strandde op het vliegveld van Parijs, ik mocht toch niet verder vliegen. De tweede poging op 17 maart lukte wel, maar sindsdien zijn er nog steeds maar heel beperkt vluchten mogelijk.’

Kunnen studenten niet ook in Nederland kennismaken met de Marokkaanse gemeenschap?

‘Dat doen ze deels ook, maar dat is natuurlijk wel anders. De meerwaarde van een verblijf in Marokko is het verblijf in een ander land. Door uit je comfort zone te stappen, leer je heel veel. Hoe je in een andere samenleving met een andere taal toch je weg kunt vinden. Hoe je vrienden kunt maken door alle taalbarrières heen, maar ook hoe het is om je soms een buitenstaander te voelen.’

Voor wie is het NIMAR
Het NIMAR valt onder de Universiteit Leiden maar heeft een landelijke opdracht: studenten van alle Nederlandse universiteiten en hogescholen zijn welkom. Het instituut biedt onderwijs, faciliteert onderzoek en versterkt en beheert  de bibliotheekcollecties met werken over Marokko en de Arabische wereld. 

Wat is het vooruitzicht voor komend collegejaar, kunnen studenten zich weer aanmelden voor een verblijf in Rabat en is er onderzoek mogelijk?

‘Het openbare leven begint hier weer redelijk normaal te worden. Op de universiteiten zijn de colleges weer deels fysiek. We zijn optimistisch en hopen weer studenten te ontvangen in het eerste semester. Er is ook veel belangstelling van Leidse studenten. We gaan dus uit van een gunstig scenario maar houden ons natuurlijk aan de regels van de Universiteit Leiden die weer bepaald worden door het ministerie van OCW. We hopen ook dat Nederlandse wetenschappers hier weer onderzoek kunnen doen. Hoe verhoudt de centralistische Marokkaanse aanpak zich tot individuele vrijheid? Hoe pakte dat uit in coronatijd? Die vraag leent zich ook goed voor debatten met studenten. Het is leerzaam om landen met elkaar te vergelijken. Daar is het NIMAR ook voor, dit instituut is een venster op de wereld.’ 

Tekst: Linda van Putten

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.