Bestrijden van geweld tegen kinderen: wat zijn de geleerde lessen?
In het kader van de tweejaarlijkse Dag van Algemene Discussie van het VN-Kinderrechtencomité, deze keer in het teken van alternatieve zorg, heeft Defence for Children in samenwerking met de Universiteit Leiden een bijdrage geleverd over het rapport van de Onderzoekscommissie Geweld in de Jeugdzorg (2019).
Het rapport, getiteld 'Onvoldoende beschermd. Geweld in de Nederlandse jeugdzorg van 1945 tot heden', is opgesteld door een speciale onderzoekscommissie, Commissie de Winter, die benoemd is door de regering. De onderzoekscommissie streefde ernaar zoveel mogelijk feiten en ervaringen te verzamelen over mogelijk geweld tegen kinderen in de jeugdzorg van 1945 tot heden.
Het onderzoek is een unieke studie omdat het een van de grootste onderzoeken naar (historisch) geweld tegen kinderen ter wereld is. Donderdag 16 september, zijn de geleerde lessen van het nationaal onderzoek onderwerp van gesprek tijdens dit internationale event. Het onderzoek dient als een goed voorbeeld voor lidstaten van de VN in het kader van het uitbannen van geweld tegen kinderen, zoals ook is vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag.
75% kinderen in jeugdzorg blootgesteld aan geweld
Een van de belangrijkste bevindingen van het rapport is dat slechts één op de vier ondervraagde kinderen nooit is blootgesteld aan een zekere mate van fysiek of psychologisch geweld in jeugdzorginstellingen. Deze bevinding is voldoende om te benadrukken hoe vaak geweld in alternatieve zorg plaatsvindt.
Het onderzoek van de commissie omvatte twee methodologische benaderingen. De eerste is het documenteren en analyseren van de ervaringen van slachtoffers en nabestaanden van geweld via meldingsmechanismen. Dit is gedaan door middel van verschillende sectorstudies (bijvoorbeeld studies naar geweld in de residentiële zorg, in de pleegzorg, in jeugdinstellingen en jeugd-GGZ). Ten tweede erkent de onderzoekscommissie het belang van inzicht in de onderliggende oorzaken van het gebruik van geweld en de periode en omstandigheden in de tijd waarin het geweld heeft plaatsgevonden. Het onderzoek omvatte een brede groep kinderen in de alternatieve zorg, waaronder kinderen in de jeugd-GGZ, de instellingen voor kinderen met een auditieve of visuele beperking en het gebruik van geweld tegen onbegeleide kinderen met een migratieachtergrond in opvangcentra.
Aanbevelingen
De inzichten van het onderzoek zijn zeer waardevol. Met de bijdrage van Defence for Children en de Universiteit Leiden wordt het nu ook besproken door het VN-Kinderrechtencomité. Dit beweegt andere lidstaten van de VN ertoe te reflecteren en zich in te zetten voor (systemische) verandering om kinderen te beschermen tegen geweld in de zorg. Naar aanleiding van de bevindingen zijn dertien aanbevelingen gepresenteerd aan de Nederlandse overheid:
- Bied erkenning aan slachtoffers van geweld in de jeugdzorg.
- Houd de archieven van de commissie toegankelijk en breid ze uit.
- Verbeter het hulpaanbod aan slachtoffers van geweld in de jeugdzorg.
- Voorkom plaatsing in (gesloten) instellingen zoveel mogelijk.
- Verklein groepsgrootte in de jeugdzorg.
- Draag zorg voor goed geschoold personeel goed en dat pedagogische continuïteit.
- Werk meer samen met ouders en familie.
- Verbeter ondersteuning voor pleegouders.
- Betere uitoefening van de rol van de gezinsvoogd.
- Bij voogdij betere invulling van de uithuisplaatsing.
- Organiseer een pro-actief, sterker en onafhankelijk toezicht.
- Bespreek geweld met kinderen in de jeugdzorg.
- Voer een prevalentiestudie uit naar geweld in de huidige jeugdzorg.
Deze aanbevelingen zijn voor andere lidstaten ook relevant om te komen tot een systemische verandering in de jeugdzorg.