Universiteit Leiden

nl en

Marian Klamer eerste directeur PhD-programma’s bij Geesteswetenschappen

De Faculteit Geesteswetenschappen is een nieuwe functie rijker. Marian Klamer is per 1 september benoemd tot directeur PhD-programma’s van de Graduate School. ‘Ik wil de balans vinden.’

Marian Klamer

Als directeur PhD-programma’s neemt Klamer verschillende taken van de decaan over. Zo zal ze voortaan de stellingen van promovendi en hun promotiecommissies goedkeuren, maar is ze ook het aanspreekpunt bij problemen die zich kunnen voordoen tijdens een promotietraject en vertegenwoordigt ze de faculteit bij verschillende overleggen. Een behoorlijke taak, want de faculteit heeft veel promovendi.

Zoveel promovendi, zoveel onderwerpen

‘Ik heb zitten tellen en we hebben jaarlijks ongeveer zeshonderd promovendi. Die zien we niet allemaal, omdat bijna twee derde buitenpromovendus is en dus geen werkplek op de universiteit heeft, maar ze worden hier wel allemaal begeleid,’ stelt Klamer. ‘En dan bestuderen we bij Geesteswetenschappen ook nog eens alles wat de mens raakt. De onderwerpskeuze gaat van experimenteel taalonderzoek in het lab, via kleitabletten in Mesopotamië en veldwerk of archieven in het buitenland, tot onderzoek in de Kunsten. Zo’n grote diversiteit hebben ze bijvoorbeeld bij Wiskunde en Natuurwetenschappen niet, hoor. Ik vind het bewonderenswaardig hoe goed dit alles gaat.’

Maatwerk

Toch is de begeleiding van de promovendi een van de verbeterpunten waar ze zich de komende tijd mee wil bezighouden. ‘Sommige promovendi vinden dat er weinig regels zijn waar ze op terug kunnen vallen. Zij komen in de knel door die vrijheid. Tegelijkertijd zitten hoogleraren niet te wachten op nog meer bureaucratische controle. Voor hen is het belangrijk dat ze autonoom blijven. Ik wil daar graag de balans in vinden. Dat zal niet makkelijk worden, want wat bij de één heel goed gaat, is bij de ander een probleem. Zo kunnen sommige hoogleraren wel tien of twintig promovendi begeleiden, omdat zij geholpen worden door een team van postdocs en universitair (hoofd)docenten. Voor anderen is dat veel te veel. Het is dus belangrijk dat de regels in de juiste hoeveelheid komen om mensen handvatten te geven, maar ze niet te verstikken.’

Meer dan een goed gevoel

Een ander onderwerp dat Klamers aandacht vereist, is de compensatie die een hoogleraar krijgt voor de begeleiding. Nu gaat de begeleidingstijd af van de onderzoekstijd van de hoogleraar. Dat systeem komt voort uit de exacte wetenschappen, waar promovendi vaak deel uitmaken van een groep. Ze voeren onderzoek uit voor een hoogleraar en publiceren regelmatig samen met diegene. Bij Geesteswetenschappen daarentegen krijgen hoogleraren behalve een goed gevoel vaak maar weinig terug voor een promotie. ‘Bij ons werken promovendi meestal aan een eigen project dat ze vrijwel geheel zelf invullen,’ stelt Klamer. ‘Alle tijd die hoogleraren daarin steken, wat per week flink kan oplopen, wordt niet in mindering gebracht op hun onderwijstaken. De begeleiding gaat dus ten koste van hun eigen onderzoek.. Dat is niet wenselijk, ook niet voor het onderwijs, dat hoogleraren horen te baseren op hun eigen onderzoek. Hoe bewonderenswaardig het ook is dat al die zeshonderd promovendi worden begeleid zonder dat daar een vergoeding tegenover staat, ik wil graag doen wat in mijn macht ligt om dat te veranderen.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.