Universiteit Leiden reikt Scaligerpenning uit aan academische gemeenschap Europaeum
De Europese academische gemeenschap Europaeum ontving op 23 september de Scaligerpenning voor het uitdragen van academische waarden. De Brit Andrew Graham, bestuurder en oprichter van het Scholars Programme, ontving de penning uit handen van de voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden, Annetje Ottow.
In zijn dankwoord zei Andrew Graham, voormalig Master of Balliol College te Oxford, dat Europaeum in 1992 is opgericht door de Universiteit van Oxford op het initiatief van toenmalig rector Roy Jenkins. Jenkins plan was om excellente studenten en jonge onderzoekers van diverse universiteiten samen te brengen om op Europees niveau na te denken over oplossingen voor de grote (Europese) problemen van deze tijd. De Universiteit Leiden deed als een van de eerste universiteiten mee.
Veel vormen van samenwerking
Dat samenbrengen gebeurt nu volop, door middel van uitwisselingen van studenten en staf tussen de achttien aangesloten universiteiten, spring en summer schools, debatten en opleidingen waarvoor studenten vakken volgen aan diverse aangesloten, Europese universiteiten. De achterliggende gedachte volgens Graham: ‘Een potentieel creëren van academici die de gedachte van Europese samenwerking als noodzaak voelt, koestert en kan vormgeven.’ Het Europaeum is een onafhankelijke organisatie, ingebed in de University of Oxford. In het bestuur hebben vertegenwoordigers van diverse universiteiten zitting.
Video
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website ofSteun op cruciale momenten
Graham noemde oud-rector Carel Stolker en oud-decaan Geesteswetenschappen Wim van den Doel als Leidse bestuurders die er op cruciale momenten waren geweest, onder meer in 2016, toen duidelijk werd dat de Brexit een voldongen feit ging worden. ‘Ook werden het populisme en het nationalisme sterker en nam de verspreiding van nepnieuws een hoge vlucht. Deze ontwikkelingen troffen de wetenschap in het hart.’ De beide Leidse bestuurders steunden het Europaeum aangezien ze vonden dat dat, ondanks de Brexit, moest blijven bestaan en dat Groot Brittannië aan boord moest blijven. Het bureau van het netwerk sloeg zelfs nieuwe wegen in, onder meer met het Fellows Programme en het vlaggenschip van het Europaeum: het in 2018 gestarte Scholars Programme voor beleid en leiderschap, gericht op Europese samenwerking. Tweejaarlijks kunnen dertig excellente promovendi deelnemen aan dit multi-disciplinaire, multi-universtaire en volledig gefinancierde programma.
Klimaatdoelen alleen haalbaar door samenwerking
De voorzitter van het Leidse college van bestuur, Annetje Ottow, benadrukte dat ‘Europa’ meer dan ooit nodig is: ‘De klimaatdoelen van de VN kunnen alleen maar gehaald worden door innige en internationale samenwerking van alle disciplines. Maar ook het beschermen van vrede en veiligheid en de instituties die deze waarden moeten beschermen, vraagt samenwerking in Europees verband.’
Ondanks de Brexit ziet Ottow de samenwerking met Oxford University en de St Andrews University in Schotland bloeien. ‘Dat is dankzij Europeaum, en dat doet mij goed.'
Academische waarden voorstaan
De Scaligerpenning van de Universiteit Leiden bestaat sinds 2017 en wordt uitgereikt aan personen en organisaties die op unieke wijze de waarden waar universiteiten wereldwijd voor staan, hoog houden in hun onderwijs en onderzoek. Eerdere ontvangers van de penning waren Kurt Deketelaere, secretaris-generaal van League of European Research Universities (2017) en Henri Lenferink, burgemeester van Leiden (2020).
Scaliger als magneet voor studenten en wetenschappers
Nog twee spreker kwamen aan het woord. Conservator van de westerse collecties van de Universiteitsbibliotheek (UB) en beheerder van het Scaligerinstituut, gericht op de bijzondere collecties van de UB, Kasper van Ommen, liet in zijn lezing zien dat de Leidse universiteit dankzij haar hoogleraren, twee belangrijke bloeiperiodes kende. ‘De eerste begon snel na de oprichting in 1575 en duurde tot ver in de zestiende eeuw. De universiteit trok filoloog en historiograaf Justius Lipsius, Josephus Scaliger en botanicus Carolus Clusius aan met de bedoeling dat zij, met hun moderne onderzoek en onderwijs, een magneetfunctie zouden hebben voor andere geleerden en studenten.’ En dat gebeurde ook.
‘De tweede bloeiperiode’, aldus Van Ommen, ‘vond plaats in het eerste kwart van de twintigste eeuw aan de andere kant van het spectrum: de natuurkunde.’ Dat kwam met name tot uitdrukking in de vele Nobelprijzen voor Leidse wetenschappers in die periode of voor wetenschappers die in Leiden waren opgeleid.
Legaat Scaliger kern van de bijzondere collecties
Rick Honings, vorig jaar benoemd tot Scaligerhoogleraar, liet zijn licht schijnen op Scaliger zelf, een van de bekendste geleerden van zijn tijd, met name in de humaniora. De historicus, classicus, filoloog en grondleggen van de tijdrekening sprak dertien talen. Honings: ’Het kostte veel moeite en onderhandeling om de Franse wetenschapper met Italiaanse wortels, naar Leiden te halen. En ondanks het feit dat Scaliger een bloedhekel had aan het Hollandse klimaat, de Hollandse pot - hutspot! - en luidruchtige buren, bleef hij tot zijn dood en schonk hij de Universiteitsbibliotheek (UB) zijn omvangrijke collectie oosterse boeken en manuscripten, nog steeds een rijk bezit en een van de kerncollecties van de UB.’
Tekst: Corine Hendriks
Beeld: Marc de Haan