Universiteit Leiden

nl en

Kankerpatiënten willen een empathische arts en geen vage beloften

Patiënten met ongeneeslijke kanker willen heldere maar ook empathische gesprekken met hun oncoloog. Hard en vaag taalgebruik ervaren ze als schadelijk. Dat blijkt uit een studie van Leidse psychologen die gepubliceerd is in het Amerikaanse tijdschrift Cancer.

‘We kunnen helaas niets meer voor u doen.’ Het is een gevreesde zin die een arts kan uitspreken als geen enkele kankertherapie nog zinvol is. Het gros van de 74 ondervraagde kankerpatiënten ervaart zo’n zin als schadelijk, zo blijkt uit de studie die op 11 november gepubliceerd is in het gerenommeerde tijdschrift Cancer. Gezondheidspsychologen Liesbeth van Vliet en Janine Westendorp legden negentien potentiële situaties voor en vroegen de patiënten wat voor communicatie zij schadelijk vonden en welke wenselijk. Zoals in het geval van uitbehandeling. Van Vliet: ‘Therapieën kunnen niet meer aanslaan, maar er zijn altijd nog dingen die wél gedaan kunnen worden, bijvoorbeeld om klachten te verminderen. De patiënt wil vooral horen: “wij blijven er voor u zijn”.’

Vermijd vage beloften en jargon

Bijna alle patiënten willen geen vage beloften van artsen, zoals: ‘Ik zal u waarschijnlijk vrijdag bellen’. Van Vliet: ‘Patiënten wachten dan de hele dag in spanning af. Indien mogelijk kunnen artsen beter aangeven dat ze op die dag tussen bepaalde uren zullen bellen.’ Ook is het raadzaam dat artsen jargon vermijden zodat patiënten goed snappen wat er gezegd wordt. ‘Gebruik eenduidige taal en check of je patiënt je begrijpt’, aldus Van Vliet.
 

‘Sommigen willen samen met de arts de beslissing nemen, anderen willen dat vooral zelf doen.'

Patiënten staan voor ingrijpende besluiten over het volgen van therapieën zoals immunotherapie of een chemokuur. Velen willen liever geen dwingend taalgebruik zoals: ‘U moet binnen twee weken beginnen met chemo’. Een arts kan beter eerst uitleggen waarom een bepaalde therapie de verstandigste keuze lijkt. En waar mogelijk willen patiënten horen of er nog alternatieven zijn en wat de voor- en nadelen daarvan zijn, aldus Van Vliet. Patiënten zijn verdeeld over wie het laatste woord moet hebben over de keuze van de behandeling. Westendorp: ‘Sommigen willen samen met de arts de beslissing nemen, anderen willen dat vooral zelf doen. Vraag dus naar hun voorkeur.’ 

Wel of niet expliciet de prognose benoemen

Een andere belangrijke vraag is of een arts al in een vroeg stadium moet zeggen dat 'geen behandeling' ook een optie is: 49 procent vindt dat schadelijk en 44 procent vindt het juist schadelijk als deze optie wordt verzwegen. Bij de communicatie over de te verwachte levensduur zijn de meningen eveneens verdeeld. Ongeveer de helft vindt het onwenselijk als een arts heel expliciet benoemt wat de prognose is. De andere helft vindt dat juist wenselijk, omdat het anders onduidelijk is waar ze staan, aldus Van Vliet.

Toon empathie

De ondervraagden waren eensgezind in hun behoefte aan een empathische arts. Ze vinden het schadelijk als een oncoloog emoties negeert, niet goed luistert of complimenten geeft zonder ruimte om het oneens te zijn. Westendorp: ‘Een compliment als “je ziet er goed uit”, kunnen patiënten heel vervelend vinden, want ze voelen zich misschien niet zo. Wel is het goed als de arts na het compliment direct vraagt: “Maar ik weet dat dat niet altijd betekent dat u zich ook zo voelt. Dus, hoe voelt u zich?”’ 

Resultaten onderzoek naar artsen en ziekenhuizen

De studie voorziet in een behoefte, want tot nu toe was er nog maar weinig onderzoek gedaan naar potentieel schadelijke communicatie. De psychologen gaan de resultaten onder de aandacht brengen van artsen en ziekenhuizen. Dat doen ze in samenwerking met patiëntenorganisaties waaronder Borstkankervereniging Nederland en de Coöperatie Palliatieve Zorg Nederland. 

'Mind your words: Oncologists' communication that potentially harms patients with advanced cancer: A survey on patient perspectives'  


Tekst: Linda van Putten
 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.