Is een pil tegen kanker een kwestie van tijd?
Een pil tegen kanker, het liefst zonder zware bijwerkingen. Dat zouden we allemaal wel willen. Is het een kwestie van tijd voor zo’n pil er komt? We legden deze vraag voor aan drie Leidse wetenschappers en vroegen hoe zij zelf bijdragen aan nieuwe behandelingen tegen kanker.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: geen van hen denkt dat er één pil komt die tegen elke vorm van kanker helpt. Maar er is ook goed nieuws, alle drie zijn ze hoopvol over het verbeteren van huidige behandelingen en nieuwe therapieën die worden ontwikkeld. Zo wordt er gewerkt aan het verminderen van zware bijwerkingen van medicijnen, zeer toegepaste geneesmiddelen en helpt artificial intelligence om sneller en goedkoper medicijnen te maken.
Verzamelnaam
Volgens Sjaak Neefjes zal er nooit één pil tegen kanker komen. Hij is hoogleraar Chemische Immunologie aan de Universiteit Leiden en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), en hoofd van de afdeling Cel en Chemische Biologie (LUMC). ‘Kanker is een verzamelnaam van heel veel verschillende soorten ziekten. Net als dat je niet één antibioticum hebt tegen alle infectieziektes, krijg je ook niet één pil tegen kanker.’
Wat wel zeker is volgens Neefjes is dat er steeds betere behandelingen komen. ‘Ik zie steeds meer dat kanker een chronische ziekte wordt. Dat geldt al voor bepaalde vormen van bloed-, testis- en borstkanker. Er wordt enorm veel onderzoek gedaan en je zult zien dat behandelingen in stapjes beter worden.’
Minder zware bijwerkingen
Samen met wetenschappers van het LUMC en het Leids Instituut voor Chemisch Onderzoek werkt Neefjes zelf ook aan het verbeteren van therapie. Zij vonden een manier om de bijwerkingen te verminderen van het veelgebruikte antikankermedicijn doxorubicine. Neefjes: ‘Artsen noemen dit ook wel eens toxorubicine, omdat het zo giftig is. Patiënten kunnen dit medicijn maar een paar keer of helemaal niet krijgen vanwege de bijwerkingen. Het grootste probleem is hartfalen.’
De wetenschappers hebben in het lab een minder giftige versie van het geneesmiddel kunnen maken. ‘We hebben het al getest in muizen en in weefselkweek’, legt Neefjes uit. ‘Om het verder te testen is een bak met geld nodig.’ Investeerders zijn echter niet geïnteresseerd in het geneesmiddel, omdat het niet is te patenteren. Om het medicijn toch bij patiënten te krijgen, zet Neefjes de Spinozasubsidie in die hij in 2020 kreeg. ‘Zonder deze subsidie had het nog jaren geduurd voordat we verder konden gaan.’
Draag bij aan baanbrekend onderzoek
De kennis hebben we in huis. Met jouw steun kunnen we eerder resultaten boeken. Met jouw bijdrage van vandaag, werken wetenschappers van de Universiteit Leiden aan de wereld van morgen. Alvast hartelijk bedankt!
Support jouw universiteitDoelgerichte therapieën
Jan Verschuuren, neuroloog en immunoloog van het LUMC, legt uit dat er al pillen zijn tegen kanker, maar die pakken niet meerdere kankersoorten aan. ‘Het zou geweldig zijn, maar een one-size-fits-all-pil maken, is wel een hele grote uitdaging. Ik zie wel dat er steeds meer doelgerichte therapieën komen.’
En daar is Verschuuren zelf ook mee bezig samen met de afdelingen Neurologie, Pathologie en Longziekte in het LUMC. Voor de nieuwe behandeling maken zij gebruik van een fascinerend gegeven. Bij de helft van de patiënten met de zeldzame spierziekte Lambert-Eaton myastheen syndroom (LEMS) blijkt deze spierziekte veroorzaakt te worden door een kleincellig longcarcinoom. ‘Deze patiënten maken zelf antistoffen aan tegen de kankercellen. LEMS is eigenlijk een bijwerking van de reactie van het immuunsysteem op de kankercellen.’
Grotere overlevingskans
De overlevingskans van de patiënten met kleincellig longcarcinoom en LEMS is veel groter dan patiënten waarvan het immuunsysteem niet zelf antistoffen aanmaakt. Bij twintig procent van de patiënten met LEMS verdwijnt de tumor na chemotherapie en komt niet meer terug. Terwijl de meeste mensen zonder de spierziekte en met deze vorm van longkanker binnen een jaar overlijden.’
Verschuuren en de andere wetenschappers willen nu de antistoffen uit de patiënten met LEMS isoleren en namaken in het lab om er een geneesmiddel van te kunnen maken. ‘Zo willen we een efficiëntere therapie ontwikkelen die misschien net zo’n goede prognose geeft als die twintig procent van de mensen die het trucje zelf heeft ontdekt. We verwachten wel dat we patiënten tijdelijk een spierziekte bezorgen, maar verwachten dat de spieren zich weer herstellen na de behandeling.’ Verschuuren en zijn collega’s hebben niet de luxe van een Spinozasubsidie die ze kunnen gebruiken voor hun onderzoek en hopen daarom via donaties snel een half miljoen euro bij elkaar te hebben om hun onderzoek te kunnen starten.
Artificial intelligence
Ook Gerard van Westen denkt niet dat er ooit één pil tegen kanker komt, maar denkt wel dat er steeds betere methodes komen met minder bijwerkingen om kanker te behandelen. Zelf staat hij niet in een lab of aan het bed van patiënten, maar ontwikkelt hij nieuwe medicijnen vanachter zijn computer met behulp van artificial intelligence.
Met een virtuele mens kan je voorspellen wat kandidaat-medicijnen doen in het lichaam.
Dankzij computermodellen kan hij informatie uit een enorme hoeveelheid data halen. In een van zijn onderzoeken richt Van Westen zich op G Eiwit-gekoppelde receptoren. Een groot deel van de medicijnen werkt via deze eiwitten. Ze zitten namelijk in het celmembraan, de barrière die de cel scheidt van de buitenwereld, en zijn daardoor makkelijk te beïnvloeden. Van Westen: ‘Met informatica en machine learning (vormen van artificial intelligence, red.) zoeken we in data van patiënten naar mutaties in deze eiwitten die zijn gelinkt aan kanker. Die maken we daarna na in het lab om te onderzoeken of ze een rol kunnen spelen bij kankerbehandelingen.’
Ook wordt onderzocht of die mutaties kunnen worden gebruikt om medicijnen selectiever te maken, zodat ze wel op kankercellen werken, maar niet op gezonde cellen. ‘Tot slot gebruiken wij machine learning om nieuwe kandidaat medicijnen te suggereren die minder bijwerkingen hebben. Dat lijkt een beetje op het maken van deep fakes, waarin nieuwe filmpjes gemaakt worden door meerdere filmpjes te combineren.’
Virtuele mens
Uiteindelijk willen Van Westen, zijn team en verschillende partners een compleet plaatje maken van alle tools die ze ontwikkelen door een virtuele mens te creëren. Daarmee kan je voorspellen wat kandidaat-medicijnen doen in het lichaam. ‘Medicijnen worden nu vaak getest in gezonde mannen. Het grote voordeel van de virtuele mens is ook dat we kunnen voorspellen hoe geneesmiddelen bij ouderen, kinderen en vrouwen werken.’ Het werk aan de virtuele mens is pas net gestart en wordt gefinancierd door de Nationale Wetenschaps Agenda.
Tekst: Dagmar Aarts
Afbeeldingen: Unsplash