Universiteit Leiden

nl en

Meertaligheid in jonge kinderen is juist positief: ‘Talen bijten elkaar niet’

Tijdens Leiden City of Science 2022 zetten Janet Grijzenhout en Hannah De Mulder meertaligheid in de spotlight met het organiseren van meertalige voorleesmiddagen. Ze hopen aan ouders te laten zien dat kinderen meertalig opvoeden kan én goed is.

Hoewel Janet Grijzenhout en Hannah de Mulder andere onderzoeksgebieden hebben (ze zijn respectievelijk fonoloog en psycholinguïst), delen zij een interesse in meertaligheid, vooral bij kinderen. Het idee voor het project Een verhaal in een andere taal vloeide voort uit deze gezamenlijke interesse.  ‘Leren lezen en schrijven is één ding, maar luisteren en een taalaanbod krijgen van verschillende sprekers is ook belangrijk,’ legt Grijzenhout uit. ‘Bovendien vinden kinderen het leuk om voorgelezen te worden, dus het is een goede manier om met taal bezig te zijn.’ 

De Mulder valt haar bij: ‘Onderzoek laat zien dat het taalaanbod in kinderboeken veel rijker is dan wat je in dagelijkse conversaties hoort. Bovendien is voorlezen heel gunstig voor de sociale ontwikkeling.’ Zodoende kan het project samengevat worden in één zin. ‘Voorlezen is leuk, talen zijn leuk en meertaligheid is leuk!’ somt De Mulder op.

Leiden als taaldiverse stad 

En die meertaligheid komt vaker voor dan men misschien in eerste instantie denkt. Ook Leiden mag zich een zeer taaldiverse stad noemen. ‘Mensen weten het meestal wel van Amsterdam en Den Haag, maar voor Leiden geldt het ook,’ vertelt Grijzenhout.  

Kinderboek vertaald (S tmaziɣt & English) door Khalid Mourigh en Ronald Leunissen

Meer aandacht voor verschillende thuistalen

Maar dat de buitenwereld niet altijd even positief tegenover meertaligheid staat, kan De Mulder beamen. ‘Ik ben Engels-Nederlands meertalig opgevoed en dat is eigenlijk altijd door de buitenwereld heel positief gevonden. Maar er zijn ook talen die niet zo positief gezien worden. Vanuit mijn werkervaring op basisscholen in Rotterdam weet ik dat gebruik van andere talen niet altijd gestimuleerd werd. Zo had ik bij een vakantie in Turkije een paar woorden Turks opgedaan en die gebruikte ik om een jong Turkssprekend meisje in het Turks gedag te zeggen. Ze reageerde heel geschokt en zei dat Turks niet gebruikt mocht worden op school. De school zal het niet zo bedoeld hebben, maar zo geven ze wel de boodschap dat haar thuistaal op school geen plek heeft. Met ons project willen we duidelijk maken dat talen anders dan het Nederlands ook van waarde zijn en dat je een kind echt tekortdoet als je die andere talen zo buitensluit.’ 

De onderzoekers wilden dan ook graag andere talen in het zonnetje zetten die normaal gesproken minder aandacht krijgen. In totaal zijn zeven talen geselecteerd die verdeeld zijn over vier evenementen. ‘We kunnen natuurlijk niet alle talen aan bod laten komen die in Leiden worden gesproken. Wij hebben er bijvoorbeeld voor gekozen om het Marokkaans-Arabisch en het Tamazight in het eerste evenement centraal te stellen,’ zegt Grijzenhout.

Het Tamazight (ook wel bekend als Berber) is een aparte taal die gesproken wordt in de Rif waar de meeste Marokkanen die in Nederland wonen vandaan komen. ‘Er is inmiddels wel een geschreven vorm van deze taal, maar het Tamazight is lange tijd alleen een gesproken taal geweest. Daardoor werd het vaak niet voor vol aangezien, terwijl er wel een heel rijke vertelcultuur bestaat in die taal. Khalid Mourigh, een van onze teamleden, heeft verhalen uit deze cultuur opgeschreven en uitgegeven zodat er inmiddels ook voor deze taal voorleesboeken voor ouders beschikbaar zijn.' 

Nog meer voorleesevenementen 

In juni vindt het tweede evenement plaats, met de talen Spaans, Portugees en Papiaments. ‘Dit zijn Romaanse talen die nauw aan elkaar verwant zijn,’ aldus Grijzenhout. De Mulder vult aan: ‘Spaans en Portugees zijn relatief grote taalgroepen en sprekers van deze talen kunnen, als ze er de tijd voor nemen en een beetje aan elkaars taal gewend zijn, elkaar vrij aardig begrijpen als ze elk hun eigen taal spreken. Papiaments hebben we hierbij genomen omdat het een taal is die sterk beïnvloed is door zowel het Spaans als het Portugees.’ De teamleden die bij dit evenement betrokken zijn, zijn Maria del Carmen Parafita Couto, Eduardo Alves Vieira, Susana Valdez, Ivo Boers, Nihayra Leona en Reden Valencia Libo-on.  

Tijdens het derde evenement, in september, zullen het Filipino en het Engels centraal staan. ‘De selectie van talen is voor een deel pragmatisch, dus gebaseerd op wie wij kennen in onze netwerken (onze teamleden Reden Valencia Libo-on en Alice Ross Morta zijn Filipijns). Maar we wilden ook een balans maken tussen de grotere taalgemeenschappen en de kleine, en zo'n kleinere taalgemeenschap is het Filipijns,’ legt Grijzenhout uit.  

Als klap op de vuurpijl wordt er tijdens de kinderboekenweek in oktober een afsluitend evenement georganiseerd. 'Wij zullen dan in verschillende vormen de verhalen uit alle talen laten terugkomen. Samen met de laatste inzichten over meertaligheid uit het onderzoek, vertelt Grijzenhout. ‘Daar kijken we ook erg naar uit!'  

Meertaligheid in de spotlight 

Voor Grijzenhout en De Mulder is het project in ieder geval geslaagd zodra er meer aandacht komt voor het gebruiken van verschillende talen. ‘Stel nou dat er één gezin is dat toch besluit om hun thuistaal te spreken naast het Nederlands, dat zou geweldig zijn. Dat wij ze duidelijk kunnen maken dat als je meertalig wilt opvoeden, dat het echt kan, ook als de andere taal een kleine minderheidstaal is, en dat voorlezen daarbij een rol kan spelen,’ vertelt De Mulder. 

‘Meertaligheid is goed vol te houden in de peuterleeftijd maar het wordt steeds moeilijker om het vol te houden gedurende de basisschool want de blootstelling aan het Nederlands neemt dan de overhand,’ voegt Grijzenhout toe. ‘Wij hopen mensen te motiveren om dan vol te blijven houden en de thuistaal te blijven spreken. Het kind zal dat later waarderen en dankbaar zijn.’ 

In samenwerking met BplusC worden drie voorleesmiddagen georganiseerd. Bij ieder van deze bijeenkomsten wordt een verhaal voorgelezen en besproken. 

  • Marokkaans Arabisch / Tamazight (23 maart) 
  • Spaans / Portugees / Papiamento (25 juni, onder voorbehoud) 
  • Filipino / Engels (17 september, onder voorbehoud) 

Tijdens de kinderboekenweek (5-16 oktober) zal er een afsluitend evenement plaatsvinden. Klik hier voor meer informatie over het project en de evenementen. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.