Promovendus legt bondgenootschap tussen Noord-Korea en zuidelijk Afrika bloot
Van Noord-Korea wordt vaak gedacht dat het een geïsoleerd land is. Maar het tegendeel is waar volgens promovendus Tycho van der Hoog van het Afrika-Studiecentrum Leiden. Noord-Korea heeft namelijk sterke bondgenootschappen in zuidelijk Afrika. Dat probeert Van der Hoog aan het licht te brengen. Als nieuw lid van het project Faces of Science blogt hij hierover en over hoe hij deze banden gaat bewijzen.
De connectie tussen Noord-Korea en landen in zuidelijk Afrika is vrijwel onbekend. En het liefst willen de landen dat zo houden. De sancties van de Verenigde Naties verbieden het namelijk om handel te drijven en bondgenootschappen te sluiten met Noord-Korea.
Faces of Science
Faces of Science is een project van de KNAW, De Jonge Akademie en NEMO Kennislink. Jonge wetenschappers geven op deze website een inkijkje in hun onderzoek en hun leven als wetenschapper aan de hand van blogs, vlogs, filmpjes, artikelen en lezingen. Tycho van der Hoog is vanaf maart een van de twaalf nieuwe Faces of Science.
Hoe is die band tussen Noord-Korea en de zuidelijke Afrikaanse landen ontstaan?
‘De band is vooral een resultaat van de Koreaanse oorlog in de jaren vijftig en het dekolonisatieproces in Afrika. Korea werd na de oorlog verdeeld tussen Noord en Zuid. Beide kanten realiseerden zich dat ze internationale bondgenoten nodig hadden om hun claim als rechtmatige regering te versterken. Noord-Korea besloot zich te richten op het Afrikaanse continent. In die tijd, de jaren zestig, waren veel Afrikaanse landen bezig onafhankelijk te worden. Noord-Korea ging bevrijdingsbewegingen steunen en in ze investeren. Dat is een hele slimme strategie geweest, omdat veel van die bevrijdingsbewegingen vandaag de dag aan de macht zijn en de Koreaanse steun hebben onthouden.’
'Veel Afrikaanse landen hebben tijdens hun onafhankelijkheids-strijd gratis wapens gekregen van Noord-Korea.'
Hoe betalen ze die steun nu terug?
‘Noord-Koreanen worden ingehuurd voor het trainen van legereenheden en het repareren en updaten van wapens. Veel Afrikaanse landen hebben tijdens hun onafhankelijkheidsstrijd gratis of heel goedkoop wapens gekregen van Noord-Korea. Nu zitten ze met oude systemen die op een gegeven moment stuk gaan. Nog maar weinig landen weten hoe je die repareert. De harde valuta die Noord-Korea hierdoor binnenkrijgt zijn een life line voor het regime. Noord-Korea kan internationaal op legale manieren namelijk vrijwel geen geld verdienen.’
Wat voor methoden gebruik je in jouw onderzoek?
‘Ik gebruik verschillende methoden. Ik doe onderzoek in archieven op vier continenten. Dat is nodig, want in elk archief zit maar een klein puzzelstukje van het hele verhaal. Bronnen zijn moeilijk te vinden, omdat de relatie die ik beschrijf zeer gevoelig ligt. En bronnen uit zo’n bevrijdingsoorlog zijn moeilijk te traceren vanwege het chaotische karakter van zo’n strijd.’
‘Daarnaast doe ik ook interviews met mensen die invloed hebben gehad op de relatie tussen de verschillende landen. Zo heb ik een gevluchte Noord-Koreaanse diplomaat geïnterviewd die in een aantal Afrikaanse ambassades heeft gewerkt. En ten slotte maak ik gebruik van OSINT-technieken (open source intelligence, red.). Dat is een set van digitale technieken om informatie te vinden die online beschikbaar is. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van satellietbeelden, databases en social media. Fascinerend is bijvoorbeeld dat Noord-Koreaanse bedrijven catalogi online hebben staan van hun diensten. Dat zijn allemaal data die je kunt gebruiken om de relatie in kaart te brengen.’
'Ik wil laten zien dat internationaal archiefwerk spannend en interessant is.'
Waarover gaan jouw blogs op Faces of Science
‘Ik wil vertellen over de connectie tussen Noord-Korea en Afrika, de geschiedenis en de methoden die nodig zijn om zo’n verhaal bloot te leggen. Ik denk dat dat interessant is en ik hoop ook dat ik mensen kan inspireren bij hun studiekeuze en om zelf een carrière in de wetenschap te beginnen. Historici hebben vaak een stoffig imago en dat probeer ik tegen te gaan. Ik wil laten zien dat internationaal archiefwerk spannend en interessant is. Het brengt je naar nieuwe plekken. En de digitale methodologieën die ik gebruik zijn nu heel nieuw, maar ik denk dat er over twintig jaar op alle faculteiten vraag naar is. Dat wil ik graag benadrukken in mijn blog. En ik hoop dat er ook leuke respons op komt.’
Tekst: Dagmar Aarts
Foto: Simone Both