Universiteit Leiden

nl en

Verantwoord groeien: constant koorddansen voor bestuur FGGA

Aan de hand van drie thema’s vertellen FGGA-decaan en bestuurder van Campus Den Haag Erwin Muller en vice-decaan Koen Caminada hoe ‘we’ als faculteit er voor staan. Een gesprek over koorddansen tussen wat kan en niet kan en de natuurlijke drang om te blijven groeien, nut en noodzaak van samenwerkingen in de stad en regio en persoonlijke ontwikkelingen van de twee bestuurders.

Erwin Muller

Groei

De faculteit Governance and Global Affairs groeit hard. De afgelopen 3 jaar, dus inclusief de afgelopen 2 coronajaren zit de groei van de faculteit ruim aan de bovenkant van de gewenste groei van 12% per jaar. We groeien in alle facetten; studenten en personeel. Erwin Muller: ‘Dat is goed, maar legt ook druk op onze mensen en de voorzieningen. Sneller groeien kan niet als daar geen nieuwe gebouwen, meer mensen en meer geld tegenover gezet worden. Dus ben je in feite constant aan het koorddansen tussen wat wel en niet kan en wat wel en niet verstandig is. Dat is heel dubbel en lastig. Concreet komt het erop neer dat we werken aan 18 nieuwe onderwijsinitiatieven (opleidingen of tracks) die we aan het ontwikkelen zijn op veel verschillende gebieden zoals cybercrime en economie, pas kunnen laten starten op het moment dat er een nieuw gebouw is en we nieuwe medewerkers hebben. We richten ons dan primair op september 2025. Groei moet wel verantwoord zijn. Kwaliteit waarborgen staat voorop.’

De aantrekkingskracht van Wijnhaven voor zowel studenten als mensen van buitenaf is enorm. Muller: ‘Begin 2020 puilde Wijnhaven al uit. We hebben een probleem qua studie- en werkplekken. Dus dan moet je sommige initiatieven gaan uitstellen. Dat kan ook wel, want het is tenslotte ook de bedoeling dat we hier nog jaren zitten, maar het blijft constant zoeken naar evenwicht. Enthousiasme stimuleren aan de ene kant en daaraan richting geven en aan de ander kant realistisch zijn over de beperkingen die we hebben. Staat buiten kijf dat ik bijzonder trots ben hoe we het doen en als ik een rapportcijfer moet geven aan onszelf dan is dat zeker een 8.’

Caminada: ‘Het onderlinge vertrouwen was groot. Door corona gingen we in een overlevingsmodus waarin je niet blijft hangen in kleine details.’

Koen Caminada geeft ook nog aan dat de afgelopen twee jaar ook nog extra moeilijk waren door de coronapandemie. Wat hem vooral opviel was de saamhorigheid onder alle staf waardoor al het onderwijs digitaal kon gaan én alle nieuwe initiatieven doorgezet werden. ‘Dat was echt een prestatie om trots op te zijn. Het onderlinge vertrouwen was groot. Door corona gingen we in een overlevingsmodus waarin je niet blijft hangen in kleine details. Je kan, voorzichtig zeggen, dat corona ons daar ook geholpen heeft.  Een mooi voorbeeld daarbij is de ontwikkeling die we hebben doorgemaakt bij het honoursonderwijs. We hebben dat met alle instituten gezamenlijk opgepakt. Voorheen was dat lastiger geweest. Nu is er veel saamhorigheidsgevoel. Niet alleen bij instituten maar ook bij faculteiten.´

Naast alle investeringen in het onderwijs, zijn we als faculteit ook zeer actief geweest in supportsystemen voor studenten en medewerkers, zoals StudentCare, Learn Anywhere en recent Trail, de stagebank. Deze initiatieven zijn niet onopgemerkt gebleven bij de arbeidsmarkt. Caminada:  ‘Vier opleidingen van FGGA staan in de top 50 van meest populaire opleidingen van de werkgevers. Daarmee is FGGA de meest succesvolle faculteit van de universiteit Leiden. Ook de instroom van nieuwe studenten trekt ook fors aan. Zonder harde bewijzen kunnen we ook stellen dat de goede, volwassen reputatie van FGGA hierbij heeft geholpen, naast het feit dat intern opleidingen en de diverse stafafdelingen effectiever samenwerken.’

Koen Caminada

Samenwerkingen

Samenwerken begint intern, stelt Caminada. Het bestuur stimuleert deze samenwerkingen door vertrouwen te geven aan medewerkers. ‘Ga vol voor die samenwerkingen. Dat is ons ‘leitmotiv’, je stemt af en coördineert als bestuur en geeft vertrouwen dat medewerkers het goed oppakken én verder brengen. Dat vind ik echt een succesfactor die bij onze faculteit past. Een klein voorbeeld is bijvoorbeeld mijn verzoek om iets te organiseren aan het einde van het collegejaar, niks meer, niks minder. En dan staat er een fantastische Campus Camping. Een klein voorbeeld en zo zijn er velen, op allerlei gebieden. Medewerkers pakken graag de ruimte die geboden wordt.’

Samenwerkingen zijn verder cruciaal voor Campus Den Haag en voor de faculteit. Op allerlei terreinen, aldus Muller. ‘We werken steeds meer samen met de faculteiten die in Den Haag zitten, zo krijgt de Universiteit Leiden met 1 universiteit in 2 steden steeds meer vorm. We worden met elkaar meer Campus Den Haag. Maar ook de samenwerkingen met de stad en de gemeente zijn voor ons erg belangrijk. We willen graag dat Den Haag meer een studentenstad wordt qua huisvesting, sport en voorzieningen. Daarover zijn we steeds in gesprek met de gemeente die voor die huisvesting en andere voorzieningen moet zorgen.’

Muller: ‘Daarnaast denk ik dat voor veel burgers in Den Haag de Universiteit Leiden in de stad nog relatief onbekend is, dus ook daar is nog werk aan de winkel.’

Met de onderwijs- en kennispartners in de stad en regio wordt volgens Muller al goed samengewerkt. ‘Denk aan de Haagse Hogeschool maar ook aan de Hogeschool der Kunsten en de universiteiten in Rotterdam en Delft. Met Delft werken we samen op het gebied van duurzaamheid, safety en AI en met Erasmus bijvoorbeeld op de terreinen cyber, samenleving en economie. In Den Haag Zuid-West zijn tal van initiatieven zoals de scriptiewerkplaats Zuid-West waar je die hulp van elkaar echt nodig hebt. De combinatie van verschillende organisaties en competenties leiden tot bijdrages en oplossen van problemen in de samenleving.’ Muller zou nog graag zien dat de samenwerkingen met internationale organisaties minder adhoc plaatsvinden, maar meer gestructureerd. ‘Daarnaast denk ik dat voor veel burgers in Den Haag de Universiteit Leiden in de stad nog relatief onbekend is, dus ook daar is nog werk aan de winkel.’

Caminada pakt nog even terug naar de interne samenwerking binnen de universiteit. ‘Als faculteit zijn we volwassen geworden. Dat zie je ook terug in het feit dat we gevraagd werden om actief, zelfs een voortrekkersrol te pakken in allerlei centrale projecten. Men wist ons te vinden op basis van onze expertise en reputatie. Corona heeft ons daar ook mee geholpen. Voorheen was het 20 minuten op en naar Leiden. Nu zit je zo in Teams-gesprekje met Leidse collega’s. Op onderwijsgebied wordt binnen FGGA ook steeds meer samengewerkt collega’s van andere faculteiten zoals met voorbeeld politicologen, criminologen, economen en met docenten van Wis- en Natuurkunde. Dat is een bewuste keuze omdat ons werkgebied, maatschappelijke vraagstukken, steeds meer interdisciplinair wordt, oplossingen voor global warming moet je samen met andere experts bedenken.’

Persoonlijk

Caminada en Muller zijn beide halverwege hun bestuursperiode. In september hopen ze nog vier jaar door te kunnen gaan. Als het aan Muller en Caminada ligt staan de komende vier jaar zeker in het teken van uitvoering. Muller: ‘Je kan wel allerlei ambities hebben, maar we moeten ook gaan uitvoeren wat we hebben bedacht. Dat is zeker een opdracht voor de komende jaren. Een goed plan wordt pas een briljant plan als je het ook uitvoert.’

Op persoonlijk vlak heeft Muller volgens eigen zeggen het meest geleerd als het gaat om diversiteit en inclusie en duurzaamheid. ‘Bij duurzaamheid dacht ik ten onrechte vooral aan voorzieningen in gebouwen en veel minder in onderzoek en onderwijs. Als je nu kijkt wat voor initiatieven er zijn, dan zijn we goed bezig als het gaat om duurzame oplossingen.’

Caminada heeft het meest geleerd over hoe mensen in elkaar zitten. ‘Dat, als we onder druk staan, sommige mensen echt op stonden en aan de slag gingen, uit allerlei geledingen, vanuit allerlei disciplines. Altijd bereikbaar waren en echt op zoek waren naar oplossingen voor complexe problemen. Ik ben positief verrast dat we dat allemaal samen hebben klaargespeeld.’   

Tekst: Victor Koppelmans en Margriet van der Zee

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.