Universiteit Leiden

nl en

Studenten in gesprek met gedetineerden: wie is de mens achter het (levens)delict?

Op vrijdag 22 april 2022 gingen masterstudenten Forensische Criminologie via een online verbinding met een penitentiaire inrichting in gesprek met twee mannen die een lange detentie uitzitten voor een levensdelict. Het college was onderdeel van het vak Uitzonderlijk Geweld van criminologiedocenten Jennifer Doekhie en Roosmarijn van Es.

Openbaar Ministerie-voorzitter Gerrit van der Burg in de collegezaal

‘’Wat is jullie definitie van 'crimineel'?’. Met deze vraag aan ons als forensische criminologiestudenten begon het gastcollege van twee gedetineerde mannen die met ons in gesprek gingen over het leven in de gevangenis’, vertelt studente Eline Hulst. ‘Een prikkelende vraag waar verschillende reacties op kwamen. Zo zou crimineel kunnen betekenen ‘het overtreden van de wet’, maar hier werd door een andere criminologiestudente aan toegevoegd dat het ging om iemand die geen berouw betoont over het delict. Zelf identificeerde de eerste gastspreker zich niet met het woord crimineel. Ja, hij had verkeerde dingen gedaan, iets crimineels, waar hij terecht voor vast zit, maar het woord ‘crimineel’ zou niet op zijn visitekaartje staan.’

De tweede gedetineerde daagde de studenten uit om verder te kijken dan de typische vragen, zegt studente Nicole Loomans. ‘Zo kwamen we nog een stukje dichter bij de mens achter de gedetineerde. Wat tijdens de gesprekken met de gedetineerde personen erg duidelijk naar voren kwam is dat als je iets wil halen uit je detentie, je hier zelf achteraan moet gaan. De hulpmiddelen zijn er wel vanuit de penitentiaire inrichting (PI), maar ze zijn niet altijd toegankelijk als je niet weet dat je hulp kan vragen of hoe je hulp moet vragen. Beide mannen werken mee aan projecten binnen de PI en willen zichzelf verbeteren. Ze doen dan ook hun best om achter deze hulp aan te gaan.’

Leven na detentie

In het vak Uitzonderlijk Geweld van criminologie docenten Jennifer Doekhie en Roosmarijn van Es leren studenten in een reeks interactieve colleges met veel casuïstiek over trends en prevalentie, theoretische verklaringen voor levensdelicten en over de opsporing, vervolging, en berechting van personen die verdacht worden van moord of doodslag. Studenten leren dus veel over het type delict en hoe ons strafrechtsysteem daarop reageert, maar veel minder over de mens achter het delict. Wat gebeurt er met personen die berecht worden tot een (lange) straf in detentie voor een levensdelict? Hoe ervaren ze hun detentie? Op welke manier kijken ze naar hun leven na detentie?

Vanuit deze gedachte gingen de twee gedetineerden in gesprek met masterstudenten Forensische Criminologie. Studenten hadden van tevoren allemaal één vraag ingestuurd naar de gevangenis. Onderwerpen als toekomstperspectief, zingeving, gevangenisklimaat, berouw, denken aan nabestaanden en het missen van familie kwamen aan bod, maar ook kritische vragen kregen ruim aandacht: in hoeverre vind je dat je zelf weer terug mag komen in de maatschappij na zo’n ernstig delict?

Niet de boeman

In het tweede deel van de ochtend was de voorzitter van het Openbaar Ministerie, Gerrit van der Burg, te gast. Hij ging de dialoog aan met de studenten om vanuit een ander perspectief naar levensdelicten te kijken. 

‘Het OM wil namelijk niet de boeman zijn, maar zorgen dat de mensen die eigenlijk patiënten zijn ook de juiste hulp krijgen’, zegt Nicole Loomans. ‘Hierbij zijn de initiatieven tussen organisaties, gemeenten, de politie en het OM erg belangrijk. Voor mij was het duidelijk dat het OM, anders dan we van tevoren mogelijk verwachten, ook wil zorgen dat de beste opties openstaan voor alle typen verdachten. Hulp en ondersteuning waar nodig, in de wijken en in de PI's. De mens achter het delict, daar draait het om. Niet alleen wanneer je met gedetineerde personen in gesprek gaat, maar ook wanneer je vanuit het OM kijkt naar een zaak. Dat is iets wat in mijn ogen de kern was van de gastcolleges van Uitzonderlijk Geweld.’

In het college zijn zo twee perspectieven belicht: het ene vanuit de mens in detentie, het andere vanuit het perspectief van het Openbaar Ministerie en zijn rol in zaken van uitzonderlijk geweld. Docent Jennifer Doekhie geeft al impactonderwijs in de gevangenis waaraan Leidse studenten en gedetineerde studenten deelnemen. Zij neemt het liefst alle studenten een keer mee naar een gevangenis om met de mensen binnen te praten, maar als dat niet kan, is op deze manier geprobeerd het gevang (of de mensen in het gevang) naar de collegezaal te brengen.

Het is de bedoeling om dit type onderwijs breder te implementeren in de gehele Criminologie opleiding, een idee waar Jennifer Doekhie met collega Joni Reef onlangs een Senior Fellow Comenius beurs van NRO voor hebben ontvangen. Om studenten vertrouwd te laten raken met mensen uit kwetsbare sociale groepen en mensen met verschillende achtergronden, zodat het kan leiden tot inclusiever denken en maatschappelijke betrokkenheid, zeker in de uitoefening van hun werk als criminoloog.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.