Universiteit Leiden

nl en

Veel dieren, maar weinig biodiversiteit in prentenboeken

Prentenboeken staan vol dieren, maar dat blijken vooral zoogdieren te zijn. Vooral huisdieren en exotische dieren zijn daarbij populair. Een groot deel van de Nederlandse fauna zijn veel minder te zien, maar bioloog Michiel Hooykaas van de Universiteit Leiden ziet kansen genoeg voor een biodiverser boekenlandschap.

Michiel Hooykaas

‘Als mensen op de hoogte zijn van het leven om hen heen, zijn ze eerder geneigd dat te beschermen. Maar omdat mensen steeds minder de natuur in gaan, krijgen ze weinig directe kansen om dieren te leren kennen. Indirecte ervaringen, bijvoorbeeld met afbeeldingen van dieren, zijn dus steeds invloedrijker,’ legt Michiel Hooykaas uit. Voor zijn promotie onderzoekt hij het beeld dat mensen hebben van dierlijke biodiversiteit en hoe culturele producten dat aan het publiek presenteren. Hij doet dat bij de onderzoeksgroep Science Communication & Society van hoogleraar Ionica Smeets.

Zoogdieren op de voorgrond

Eerder vond Hooykaas dat kinderen weinig diersoorten kennen. Nu bekeek hij samen met masterstudenten Marloes Holierhoek en Joris Westerveld 217 prijswinnende Nederlandse prentenboeken en analyseerde daaruit meer dan 2.200 dieren.

‘Een nijlpaard zal je niet snel zijn poep in de rondte zien slingeren.’

Ze vonden dat zoogdieren oververtegenwoordigd zijn en vaak de hoofdrol spelen. Dieren zoals vogels en insecten waren minder talrijk en bleven vaak op de achtergrond. ‘En dat terwijl ze in het echt soortenrijker zijn, ook in Nederland,’ aldus Hooykaas. ‘Bovendien bleken deze dieren vaak niet herkenbaar als soort, en niet specifiek benoemd in de tekst, zelfs als ze toevallig wel herkenbaar waren afgebeeld. Ook dan hebben zoogdieren een streepje voor: een tijger is een tijger, maar een vogel is vaak een vogel in plaats van een merel of koolmees.’ Ook de vermenselijking van dieren viel op, die bij zoogdieren relatief vaak voorkwam. ‘Je ziet een nijlpaard eerder naar het toilet gaan, dan dat hij - zoals in de natuur - zijn poep in de rondte slingert.’

Het gevaar van exotische dieren

Ook exotische dieren, met name grote dieren als olifanten en leeuwen, kwamen vaker voor in prentenboekverhalen. ‘Dat is begrijpelijk, omdat zulke dieren onder kinderen populair zijn,’ vertelt de promovendus. ‘Maar zelfs de diversiteit van exoten in prentenboeken is laag in vergelijking met de werkelijkheid. En als je als kind alleen maar charismatische exoten te zien krijgt, kan dat onbedoeld de indruk wekken dat natuur iets is van ver weg. Terwijl er ook nabij zoveel moois te zien valt.’

‘Als kinderen alleen maar charismatische exoten zien, lijkt natuur iets van ver weg.’

Hij vermoedt dat schrijvers en illustratoren kiezen voor dieren waarvan ze denken dat ze het publiek aanspreken en waar kinderen zich in zullen herkennen. ‘Maar zo kan wel een vicieuze cirkel ontstaan, waarbij de band groeit met de dieren die je tegenkomt, die dan weer een goede keuze lijken om een rol te geven in een verhaal. En natuurlijk zijn schrijvers ook zelf niet altijd op de hoogte van wat voor mooie diersoorten er allemaal zijn.’

Laat biodiversiteit zien

Hooykaas denkt dat kleine veranderingen kunnen helpen om de ogen van mensen te openen voor biodiversiteit. ‘Prentenboeken moeten geen lesboeken worden, maar kinderboekenschrijvers en illustratoren verwerken nu al graag dieren in hun werk, en het zou geweldig zijn als onze resultaten hen inspireren tot out-of-the-box hoofdrolspelers.’ Mogelijkheden ziet hij zelfs in verhalen die zich afspelen in de stad. ‘Ook daarin passen allerlei soorten, zoals de huismus en de fuut, die de meeste kinderen niet kennen. Spelen ze geen grote rol, dan kan je ze alsnog herkenbaar een plekje geven. En zelfs als je een harig zoogdierbeest of een exoot in de hoofdrol wil, zijn er heel veel die je nu nog weinig tegenkomt. De mogelijkheden zijn eindeloos!’

Lees de publicatie

De publicatie van Michiel Hooykaas kun je hier vinden. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.