Mirjam de Bruijn ontvangt NWO-subsidie voor onderzoek naar de digitale oorlog in de Sahel
Hoogleraar Mirjam de Bruijn zal met de NWO Open Competitie-subsidie digitale oorlogsvoering in de Noord-Afrikaanse Sahel onderzoeken. De focus van het onderzoek zal liggen op Fulani sociale netwerken in oorlog en cultureel geweld.
‘Met dit onderzoek willen we conflicten in de Sahel begrijpen als netwerkconflicten, in zowel online als offline netwerken. We nemen aan dat de informatie die in deze netwerken rondgaat ook een legitimatie kan zijn voor het extreme geweld dat deel is van de conflicten in de Sahel’, vertelt De Bruijn. De onderzoekers zullen etnografie, of internet- en social media-etnografie (netnografie) combineren met computermethoden die grote datasets kunnen analyseren.’
Nieuwe inzichten in conflicten
Op deze manier willen de wetenschappers de toename van conflicten in de Sahel ook beschouwen als een gevolg van de entangled world (de samenkomst van off- en online realiteiten, red.). Doordat allerlei groepen posities in conflicten, is er geen heldere lokaliteit van het conflict meer. ‘Door de netwerktheorie te combineren met bestaande conflicttheorie en de rol van social media en online activiteiten, zetten we een nieuwe stap in onderzoek naar de dynamiek van conflict. Daarnaast zoeken we in deze specifieke casestudy naar actuele processen van uitsluiting, etnisch geweld, en andere extremen die in deze conflicten lijken te bestaan en benoemd moeten worden’, aldus De Bruijn.
De legitimering van geweld op social media
De Bruijn: ‘Ik hoop dat het idee van cultural violence, de legitimering van geweld, zoals dat op social media vorm krijgt, met dit onderzoek een serieus onderwerp wordt voor andere onderzoekers om aan verder te werken. Het is misschien een van de meest rauwe uitkomsten van de wereld in social media.
Samenwerkingspartners
Tot slot kijkt De Bruijn uit naar de samenwerking met partners. ‘Het is prachtig dat ik weer de kans krijg een eigen idee uit te werken, in samenwerking met twee promovendi, die ik zal begeleiden samen met collega Jelena Prokic van Digital Humanities, en daarbij samen te werken met Afrikaanse collega’s die tijd zullen hebben om met ons artikelen te schrijven.’