Grote belangstelling voor LDE Bachelor Honours Programme Sustainability
Vandaag gaat het LDE Bachelor Honours Programme Sustainability van start. Daarin gaan studenten van de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit samen aan de slag met concrete duurzaamheidsvraagstukken van organisaties. De interesse voor het nieuwe programma bleek overweldigend. Twee docenten vertellen hoe het onderwijs eruit ziet. "We leren studenten een systemische blik aan."
Wicked problems
De plasticsoep, overstromingen en lange perioden van droogte. Zo maar een paar voorbeelden die laten zien dat we voor grote duurzaamheidsuitdagingen staan, zoals de energietransitie. Vaak zijn dit ‘wicked problems’, ziet Sonja van Dam, assistant professor Circular Product Design aan de TU Delft. “Dit zijn complexe vraagstukken die vaak al lang bestaan. We willen studenten uitdagen om anders naar deze problemen te kijken en ze de juiste handvatten te geven om met concrete oplossingen te komen.”
In het programma zijn docenten betrokken van de meest uiteenlopende vakgebieden; van gedragswetenschap, productontwerp tot industriële ecologie. “Er zitten zoveel aspecten aan dat je dit soort vraagstukken nooit vanuit één discipline kan bevatten”, verklaart Wouter Spekkink, universitair docent Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “In het vak Fundamentals of Sustainability introduceren we daarom theorieën die de verbinding leggen tussen de technische en de sociale aspecten.”
Sustainability challenges
Niet alleen het onderwijs is interdisciplinair; studenten van alle achtergronden mogen zich aanmelden. Samen gaan zij aan de slag met sustainability challenges. Dit zijn concrete casussen aangedragen door bijvoorbeeld bedrijven of overheidspartijen. De groepjes worden zo ingedeeld dat studenten van verschillende studies en universiteiten bij elkaar komen. Volgens Spekkink is dat erg waardevol, maar zeker niet altijd makkelijk: “Je begrijpt elkaar nooit volledig, want je kent elkaars perspectief niet. Toch snap je dat iedereen iets heeft toe te voegen. Hierdoor ontstaat wederzijds respect en dat is precies wat we de studenten willen meegeven.”
Iedere groep bijt zich in een ander vraagstuk vast en mag hun oplossing presenteren bij de opdrachtgevers. Als mogelijk voorbeeld van een casus denkt Van Dam aan de uitdagingen die het verbod op wegwerpbekers en -bordjes met zich meebrengen. “Op veel plekken heb je helemaal geen afwasfaciliteiten meer. Ga je terug naar porseleinen borden of naar een soort ‘bring your own’ concept? We zijn niet zomaar in een wegwerpmaatschappij terecht gekomen, want gemak dient de mens. De vraag is vervolgens hoe je tot een nieuwe infrastructuur komt die werkbaar is voor alle actoren.”
Systemische blik
Hoewel Van Dam zelf een ontwerpachtergrond heeft, ziet ze in dat het ook belangrijk is om naar gedrag en naar de businesskant te kijken. Haar onderzoek richt zich daarom vaak op co-creatie, oftewel samen met de relevante stakeholders tot oplossingen komen. “We leren studenten deze systemische blik aan. Zo kunnen ze met een afstandje naar de problemen kijken en inzoomen op de details die er toe doen. Als je het alleen vanuit een technisch perspectief bekijkt en vergeet dat het ook in de maatschappij moet werken, dan zal een oplossing vaak stranden”, verklaart ze.
Spekkink vindt het belangrijk dat studenten ook kritisch leren kijken naar de vraag van een organisatie. Hij ziet dat het probleem niet hetzelfde hoeft te zijn te zijn als wat een opdrachtgever denkt. “De eerste stap is het probleem uitgebreid verkennen. Je krijgt hier nooit helemaal de vinger achter en als je dat wel denkt te hebben, zie je waarschijnlijk iets belangrijks over het hoofd. Dat is verwarrend, maar ook heel gaaf, omdat je leert dat dit een inherent onderdeel is van het aanpakken van complexe duurzaamheidsvraagstukken.”
Tekst: Karst Oosterhuis
Dit is een bewerking van een artikel uit het LDE Magazine, geschreven door Karst Oosterhuis. Het originele bericht en meer nieuws uit het LDE Magazine vind je hier.