Universiteit Leiden

nl en

Biologiestudenten ontmaskeren uitheemse amfibieën in de duinen

In het voorjaar van 2021 trok een groep van acht Leidse biologiestudenten de duinen in, op zoek naar amfibieën. Aan de hand van DNA bepaalden ze de geografische oorsprong van de dieren. Wat bleek? In veel gevallen gaat het om exotische populaties van dieren die van nature niet in ons kikkerlandje thuishoren. Vandaag publiceren ze de opzienbarende resultaten in vier wetenschappelijke artikelen.

DNA kan wetenschappers heel veel vertellen. Bijvoorbeeld over de herkomst van exoten: soorten die door de mens zijn uitgezet en niet tot de lokale biodiversiteit behoren. Promovenda Manon de Visser werkt in de onderzoeksgroep van Ben Wielstra. Ze legt uit: ‘DNA varieert, niet alleen tussen verschillende soorten, maar het kan ook in één soort verschillen binnen het verspreidingsgebied. Een stukje DNA kunnen we daarom gebruiken als een soort barcode, om te bepalen tot welke soort een individu behoort en waar die oorspronkelijk vandaan komt.’ 


In het voorjaar van 2021 onderzochten Leidse biologiestudenten amfibieën in de duinen.  Er was al het sterke vermoeden dat sommige amfibieën daar niet van nature voorkomen. Van boomkikkers, knoflookpadden, kamsalamanders en vroedmeesterpadden namen ze daarom met behulp van een wattenstaafje speeksel of huidslijm af. ‘Een beetje vergelijkbaar met een coronatest,’ aldus onderzoeker Ben Wielstra.

Cryptische boomkikkers ontmaskerd

Verrassend genoeg ontdekte het team boomkikker-soorten die helemaal niet in Nederland thuishoren. Die waren nooit eerder opgemerkt, omdat de uitheemse soorten qua uiterlijk erg lijken op de inheemse Europese boomkikker, die van nature in Zuid- en Oost-Nederland voorkomt. 

‘We spreken dan van “cryptische soorten”. Die zijn op het oog vrijwel niet te onderscheiden, maar kunnen met DNA worden herkend’, leggen Liam Oskam en Marit Kuijt uit, die de boomkikkers onderzochten voor hun scriptie. Ze voegen toe: ‘Iedereen stond perplex! We troffen massaal de Oostelijke boomkikker aan, bijvoorbeeld in Meijendel, met een genetisch profiel afkomstig uit Griekenland. Daarnaast blijken er óók nog Italiaanse boomkikkers te zitten in het Westduinpark bij Den Haag.’    

Knoflookpad: inheemse soort, maar uitheemse populatie

In Callantsoog onderzochten de studenten de knoflookpad, een soort die van origine alleen in Oost-Nederland voorkomt. Maar de knoflookpadden uit de duinen zitten genetisch heel anders in elkaar dan die van inheemse populaties: ze hebben een DNA-profiel afkomstig uit Oost Europa.    

‘Dat de knoflookpad van oudsher elders in Nederland aanwezig is, maakt de Callantsoog-populatie niet minder invasief, ook al klinkt het misschien wel zo’, leggen Nienke Prins en Stephanie Koster uit, die samen de knoflookpadden analyseerden. Met invasief wordt bedoeld dat de dieren ergens terecht zijn gekomen op onnatuurlijke wijze, en daar vervolgens settelen en verder verspreiden. ‘De knoflookpadden horen van oorsprong niet thuis in de duinen en concurreren bijvoorbeeld om voedsel en leefgebied met de dieren die daar wél horen,’ aldus Prins en Koster.

Populaties met dezelfde vingerafdruk, wat dan?

Ook van de kamsalamander en vroedmeesterpad vonden de studenten populaties ver weg van hun natuurlijke verspreidingsgebieden. Wel bleken beide soorten een DNA-profiel te hebben dat past bij die van hun Nederlandse soortgenoten. Desalniettemin vermoeden de onderzoekers dat het ook hier niet gaat om natuurlijke populaties. Vermoedelijk zijn ook deze dieren hier uitgezet.

‘De kans dat de vroedmeesterpad hier op eigen houtje naartoe is gemigreerd, is nihil’, stellen Maurits van de Vrede en Chris Vliegenthart, die afstudeerden met het project van deze padachtige kikker. Het geval van de kamsalamanders is twijfelachtiger: ‘Bij die populatie gaat het mogelijk nog om een historisch ‘overblijfsel’ van een oud verspreidingsgebied’, zo laten Jurian de Brouwer en Bas Helder, die de desbetreffende soort bestudeerden, weten. Meer genetisch onderzoek is nodig om de waarheid boven water te halen.    

Dieren nog te vaak uitgezet

In de meeste gevallen belanden amfibieën op plekken waar zij niet horen doordat hobbyisten ze dumpen. Dat kan soms misschien goed bedoeld zijn, maar het is schadelijk voor de natuur. De Visser: ‘Dit kan echt leiden tot een disbalans in het desbetreffende ecosysteem. Exoten staan wereldwijd in de top vijf van bedreigingen voor de biodiversiteit. Het probleem is groter dan de meeste mensen zich realiseren.’ 

Het belang van exoten in kaart brengen

‘Door exoten in kaart te brengen, kunnen we een oogje in het zeil houden en de risico’s voor de lokale biodiversiteit beter inschatten’, vertelt Richard Struijk van RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland). Hij is nauw betrokken bij het onderzoek. ‘Onze resultaten zijn in ieder geval duidelijk: exotische amfibieën zijn massaal gestrand in het duin. Daar horen ze niet thuis, maar ze lijken het er wel goed te doen. Zo is de Oostelijke boomkikkerpopulatie enorm snel gegroeid in de afgelopen twee decennia, zeer waarschijnlijk ten koste van inheemse soorten.’ 

Het team hoopt dat er naar aanleiding van de publicaties meer aandacht en bewustzijn zal komen voor het gevaar van exoten voor de biodiversiteit. ‘Om die reden maakte ik ook samen met mijn studenten video’s over de projecten, waarin we op een toegankelijke manier meer vertellen over onze werkwijze en bevindingen’,  laat De Visser weten. De video’s zijn hieronder te bekijken.

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Publicaties

De vier studentenprojecten werden uitgevoerd vanuit het Institute of Biology Leiden (IBL) en Naturalis Biodiversity Center, in nauwe samenwerking met RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland). ARTIS, Dunea, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de gemeente Den Haag maakten bemonstering mogelijk. De  artikelen over de boomkikker, knoflookpad, kamsalamander en vroedmeesterpad zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Amphibia-Reptilia.

Tekst: Manon de Visser, Ben Wielstra, Richard Struijk & Amber Verhaar

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.