Cleveringa-boeken geschonken aan de Universiteit Leiden
Twee Cleveringa-boeken uit de juridische bibliotheek van Theo ten Kate zijn 24 november geschonken aan de Universiteit Leiden door diens kleinzoon Sebastiaan ten Kate. Het zijn proefschriften van W. Hugenholtz en J.G.L. Röder, beiden promovendi van Rudolph Pabus Cleveringa. Ten Kate: ‘Bij de universiteit zijn de boeken op de juiste plek. Hier vormen ze samen met de al eerder door mijn grootouders geschonken boeken onderdeel van een groter geheel.’
Sebastiaan ten Kate schenkt de boeken namens zijn grootouders Theo ten Kate en Hiltje ten Kate-Cleveringa, jongste dochter van Rudolph Cleveringa. ‘Mijn grootouders hebben elkaar ontmoet tijdens hun rechtenstudie aan de Universiteit Leiden. Afgelopen jaar zijn zij allebei overleden. Bij het opruimen ben ik deze boeken tegengekomen in de boekenkast van mijn opa, mét notitie van mijn grootouders dat deze boeken op 18 februari 2003 zijn toegezegd aan het Cleveringa Instituut.’ De twee boeken worden toegevoegd aan de al bestaande Cleveringa-collectie van de Universiteit Leiden. ‘Ik ben ontzettend dankbaar dat de Universiteit Leiden zorg wil dragen voor de collectie en de geschiedenis die eraan verbonden is.’
Wie was Rudoph Cleveringa? Lees hier meer.
De historische waarde van de boeken bevindt zich niet alleen in de intellectuele inhoud van de teksten. Ten Kate legt uit dat Cleveringa verschillende aandenkens bewaarde in de boeken; zowel aan het onderwerp gerelateerde ontwikkelingen, als persoonlijke herinneringen aan zijn promovendi. ‘In de boeken, tussen kaft en omslag, vind je verschillende aandenkens. Het proefschrift van Hugenholtz bevat bijvoorbeeld een foto van het promotiediner, een bespreking van een examenvraag over maritaal beslag uit 1947, en een overlijdensbericht van Hugenholtz. Die persoonlijke toevoegingen reflecteren een persoonlijke interesse en interactie met het onderwerp en zijn promovendi. Het schetst een beeld van de universitaire Leidse gemeenschap van die tijd.’
‘Mijn grootouders hebben mij met regelmaat over onze familiegeschiedenis verteld. Daar heb ik altijd met veel plezier en aandacht naar geluisterd.’ Op 26 november 1940 hield Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980) zijn beroemd geworden protestrede tegen het ontslag van zijn Joodse collega’s en in het bijzonder Eduard Meijers. Hier werd hij voor opgepakt en gegijzeld. Ter nagedachtenis organiseert de Universiteit Leiden ieder jaar op 26 november de Cleveringa-oratie. Ten Kate bezocht deze vaak met zijn grootouders. ‘Om samen naar de Cleveringa-oratie te gaan, heeft altijd iets bijzonders gehad. Het is mooi dat er jaarlijks een volgende hoogleraar wordt gevraagd om het gedachtegoed van Cleveringa te verdiepen en te verbreden: wat is rechtvaardig? Daarnaast kon ik dan genieten van de herinneringen die mijn grootouders vertelden over hun eigen tijd in Leiden.’
De Cleveringa-oratie wordt jaarlijks uitgesproken door de houder van de Cleveringaleerstoel. Dit is een wisselleerstoel van een jaar en de benoemde Cleveringahoogleraar houdt zich beurtelings bezig met de Tweede Wereldoorlog of met vraagstukken op het gebied van recht, vrijheid en verantwoordelijkheid.
De boeken waar het om gaat, zijn:
- W. Hugenholtz, Maritaal beslag (diss. Leiden, 8 oktober 1937), Leiden: E.J. Brill 1937.
- J.G.L. Röder, De grondtrekken van het procesrecht der vrijwillige rechtspraak (diss. Leiden, 4 mei 1939), Purmerend: J. Muusses 1939.