Oude traditie met ‘gouden doctores’ in ere hersteld
Zwart-wit foto’s vol plechtige jongemannen en deftige professoren passeren de revue in het Groot Auditorium. Jonge vrouwen ontbreken. Zij promoveerden vijftig jaar geleden zelden. En over die groep, de promovendi tussen ‘66 en ’72, gaat het. Zij zijn uitgenodigd om hun gouden doctoraat te vieren.
Emeritus hoogleraar sociologie Kees Schuyt spreekt voor de bijzondere gelegenheid eind november zijn tijdgenoten toe. Als hij een half uur eerder het woord had gekregen was het exact vijftig jaar geleden dat hij aan de Universiteit Leiden promoveerde. Schuyt zat al een tijdje op een plechtigheid als deze te wachten, vertelt hij zijn gehoor. Toen hij de biografie over hoogleraar Cleveringa schreef ontdekte hij in het familiearchief namelijk foto’s van de oorkonde die Cleveringa vijftig jaar na zijn promotie in ontvangst nam. Dus hij hoopte dat hem dat ook ooit ten deel zou vallen.
Gelukkig voor Schuyt heeft de universiteit deze traditie net op tijd weer in ere hersteld. Lilian Visscher, directeur alumnirelaties en Leids Universiteits Fonds, vertelt dat deze bijeenkomst voor 2020 gepland stond maar dat de coronapandemie voor vertraging zorgde. Ze is aangenaam verrast over de hoge opkomst in het Groot Auditorium en thuis achter de computer waar mensen het programma via de livestream volgen. ‘Dat geeft aan dat u ook nog altijd een band met ons voelt.’
Groeiambities universiteit
Annetje Ottow, voorzitter van het College van Bestuur, praat de ‘gouden doctoren’ bij over de universiteit. Over de snelle groei in Den Haag waar nu 7.500 studenten studeren en waar de campus wil doorgroeien naar 10.000 studenten. De universiteit verwacht in totaal -dus Leiden én Den Haag - door te groeien naar 38.000 studenten.
En dat is groot genoeg, aldus Ottow, om de academische ambities en het niveau op peil te houden. Het wetenschappelijk onderzoek in Leiden is onverminderd belangrijk in Leiden, benadrukt zij. Van de 101 Spinozapremies die sinds 1995 zijn toegekend gingen er 25 naar Leidse wetenschappers, vertelt Ottow trots. Met speciale dank aan de alumni die onderzoek in Leiden financieel mogelijk maken met donaties.
Roerige periode in de universiteitsgeschiedenis
Ook universiteitshistoricus Pieter Slaman heeft de cijfers erbij gepakt voor de gouden doctoren. ‘U bent best bijzonder’, houdt hij hen voor. Zoveel promoties vonden er in de jaren ’66-’72 namelijk niet plaats. Studenten begonnen die weg te lang te vinden. Ze gingen na een jaar of zes liever aan het werk, of, want dat wachtte ook nog, richting dienstplicht. Bovendien was promoveren in die tijd niet altijd even goed geregeld. Begeleiding wilde nog wel eens ontbreken, aanstellingen waren dusdanig ingericht dat er alleen in de vrije tijd aan het proefschrift gewerkt kon worden en de promotor niet veel meer deed dan geduldig wachten op het pak papier.
Daarbij was het een roerige periode in de universiteitsgeschiedenis met onder andere de bezetting van het Academiegebouw. ‘Weliswaar op zijn Leids’, brengt Slaman de periode in herinnering. ‘Elf dagen lang werd er dag en nacht gediscussieerd in een ruimte aangewezen door de rector. Voor de rest bleef alles open.’
Weinig vrouwen
Promoveren was vijftig jaar geleden een botsing der culturen. De een verscheen in wollen trui, de ander arriveerde per koets met hoge hoed. Heden ten dage verloopt promoveren een stuk gestructureerder met, vertelt Slaman, twee begeleiders die je helpen. ‘En het is ook veel massaler. Als u denkt dat u over een week een plekje kunt regelen in het Academiegebouw heeft u het mis. Er is een wachtlijst van enkele maanden.’
Ook promoveren er tegenwoordig veel meer vrouwen. Van de 451 mensen die promoveren dit jaar is 246 vrouw. ‘In uw tijd was slechts drie procent vrouw.’ Marja Hoeke behoort tot die selecte groep. Zij is vandaag ook de enige aanwezige vrouw die promoveerde. Ze begon haar studie farmacie in 1952 en promoveerde in 10 juni 1970. ‘Het was uitzonderlijk om na de lange wetenschappelijke opleiding nog te gaan promoveren’, vertelt ze bij de ontvangst van het gouden speldje dat voor alle aanwezigen klaar ligt.
'Pak je rechten'
Zij volgde echter haar eigen pad. Dat leidde via universitair onderwijs, naar radiofarmaca waarbij zij de eerste was die farmacie en radioactiviteit combineerde op industriële schaal. Later is ze uitgenodigd om in de VS een laboratorium voor die gecombineerde discipline op te zetten. Ze heeft daarna nog een aantal heel verschillende dingen ondernomen, waarbij ze aan het werk bij de Gezondheidsraad de beste herinneringen heeft overgehouden.
Het feit dat ze vrouw is heeft haar nooit weerhouden. ‘Dat deed mij niks. Ik heb het nooit als strijd ervaren en ik heb mij ook nooit, zoals ze weleens zeiden, voorgetrokken gevoeld. Ik ben gewoon mijn eigen gang gegaan. En zo denk ik nog steeds. Als meisjes willen gaan demonstreren voor gelijke rechten. Dan zeg ik: demonstreren? Pak die rechten gewoon!’
Tekst: Marijn Kramp
Foto's: Monique Shaw