Universiteit Leiden

nl en

Man-vrouw verschillen in mentale gezondheid

Bekend is dat autisme en ADHD vaker voorkomen bij mannen, en een depressie of angststoornis vaker bij vrouwen. Toch is nog steeds de invloed niet duidelijk van geslachtsverschillen op mentale gezondheid. Daarom organiseerde Lara Wierenga samen met Marieke Bos een vijfdaagse Lorentz-workshop met 25 internationale professionals. Wierenga blikt terug.

‘Met deze workshop wilden we de kloof overbruggen tussen onderzoek en de klinische praktijk van geslacht- en gendereffecten op mentale gezondheid’, vertelt Lara Wierenga ‘We weten bijvoorbeeld dat mannen minder vaak gediagnosticeerd worden met een depressie dan vrouwen, terwijl de suïcide prevalentie bij hen juist het hoogste is. Wat hieraan ten grondslag ligt weten we niet precies, maar het zou niet zo moeten zijn dat er levens op het spel staan door een gebrek aan kennis.’

Precision medicine

Wierenga hoorde in een workshop het verhaal van een klinisch expertover ons classificatiesysteem, waarbij het belang van sekse/gender sterk naar voren kwam als het gaat om precision medicine. Zij werkt met transgender groepen en vertelde dat zij bij een transgender meisje een aantal symptomen zag van een autisme spectrum stoornis (ASS). Maar het was afhankelijk van de schaal waarlangs zij deze symptomen legde of er bij dit transgender meisje sprake was van een autismespectrumstoornis (ASS). Ze voldeed wel aan de kenmerken voor ASS bij jongens, maar niet aan de criteria voor ASS bij meisjes.

Dit voorbeeld laat goed zien dat je biologische sekse en zeker ook gender in alle facetten, zoals identiteit en sociale verwachtingen mee moet nemen in een individuele behandeling. Zonder deze fundamentele basis kan je eigenlijk niet spreken van precision medicine.

Eerste stap 

Voor een precision medicine is het belangrijk dat er eerst meer kennis is over de man/vrouw verschillen in de mentale gezondheid. Om dit complexe vraagstuk goed in kaart te brengen kozen Wierenga en Bos voor een niet traditionele manier van wetenschap. Ze organiseerden een vijfdaagse Lorentz-workshop met wetenschappers, clinici en beleidsmakers uit verschillende disciplines om over dit complexe vraagstuk op een multidisciplinaire manier in gesprek te gaan.

Geslachtverschillen in onderzoek

De afgelopen jaren is geslacht het meest bestudeerde groepsverschil in hersen- en gedragsonderzoek geweest. Toch weten we nog steeds niet hoe geslachtsverschillen van invloed zijn op de mentale gezondheid. In hoeverre spelen verschillen in bijvoorbeeld de hersenanatomie, hormoonhuishouding en sociaal-culturele verwachtingen daarbij een rol. ‘Het probleem is dat geslacht wel vaak wordt meegenomen in de onderzoekopzet, maar vervolgens niet wordt geanalyseerd’, vertelt Wierenga. Tot 2016 werd maar in 15% van de publicaties iets gerapporteerd over man/vrouw verschillen in de resultaten. ‘Als je beseft dat 15% van de jongeren voor hun 18e levensjaar een psychiatrische diagnose heeft gekregen is het verwonderlijk dat we hier niet meer onderzoek naar hebben gedaan.’

Ervaring met media

Wierenga vertelt dat elke wetenschapper die bij de workshop aanwezig was, wel eens een slechte ervaring met de media heeft gehad in de vertaling van hun onderzoek naar de maatschappij. Om te voorkomen dat dit hen weerhoudt onderzoek te doen naar geslachtsverschillen hebben Wierenga, Bos en hun internationale collega’s tijdens de week samen aan een paper gewerkt. Daarin staat de kennis die ze tijdens de workshop hebben uitgewisseld en ook concrete handvatten over de methoden om geslachtsverschillen mee te nemen in je onderzoek, ook als dit niet je hoofdonderzoeksvraag is. Alle deelnemers waren het erover eens dat open science het onderzoeksveld een boost geeft, door data analyse scripts te delen, stakeholders te betrekken in het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten te vertalen naar de maatschappij.

Wetenschapscommunicatie

De kennis die wetenschappers in de maatschappij delen heeft impact op de diagnoses, en die diagnoses hebben weer invloed op de groepen die wetenschappers onderzoeken. Op die manier krijg je een cirkel waar je niet uitkomt. Het is daarom erg belangrijk dat wetenschappers niet alleen informatie zenden, maar ook met de clinici uit het werkveld in gesprek gaan over de vragen die zijn in de praktijk tegenkomen en waar zij graag antwoord op zouden willen.

Kennis delen met platform, paper en podcast

Wierenga vertelt dat iedereen tijdens de workshop wel een ‘aha’ moment, waarin puzzelstukjes op zijn plek vielen. De deelnemers hebben ontzettend veel van elkaar geleerd en het gevoel van betrokkenheid overheerste. Om dit succes een vervolg te geven gaan Wierenga en Bos dit netwerk faciliteren waarin de deelnemers (online) samen blijven komen om het vraagstuk verder uit te werken. Binnenkort zal de paper verschijnen die ze gezamenlijk (grotendeels) tijdens de workshop hebben geschreven. Tot slot zetten Wierenga en Bos nog een stap om de wetenschapscommunicatie te bevorderen door in een podcast in gesprek te gaan met deelnemers van de workshops. Op deze manier geven ze het geïnteresseerde publiek een inkijkje in de uitkomsten van de workshop.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.