Universiteit Leiden

nl en
Monique Shaw

3 vragen over de promovendi-enquête

De afgelopen weken hebben alle promovendi en begeleiders een uitnodiging gekregen voor een promovendi-enquête. Waarom is deze enquête uitgezet? En wat gebeurt er met de resultaten? Directeur van de Graduate School Marian Klamer legt uit waarom het de moeite waard is een kwartiertje vrij te maken en deel te nemen.

Waarom hebben jullie besloten enquêtes uit te zetten onder promovendi en hun begeleiders?

‘We hebben aan de faculteit ruim zeshonderd promovendi. Over die enorme groep mensen leven allerlei ideeën: wat ze zouden moeten doen, wat ze zouden moeten kunnen. Tegelijkertijd hebben we weinig feitelijke informatie. Als iemand een probleem aandraagt, weten we vaak niet of het een algemeen punt is of een individuele kwestie. De enquête is daarom bedoeld als een thermometer: we laten serieus en objectief meten wat goed gaat en wat er echt moet veranderen.

Daarbij hebben we er bewust voor gekozen om ook het perspectief van de begeleiders mee te nemen. Dat wordt vaak niet geïncorporeerd in discussies over de begeleiding van promovendi, maar is wel belangrijk. Als een promovendus zegt: “Ik verwacht elke week een paar uur begeleiding  van mijn promotor” en de promotor zegt: “Ik vind vier uur per maand redelijk”, klopt er iets niet in de verwachtingen. We willen de feedback van deze groepen dus graag met elkaar vergelijken.’

Waarin verschilt deze enquête van de personeelsmonitor, waar promovendi ook voor zijn gevraagd?

‘De personeelsmonitor ging ook over allerlei zaken die niet direct met het promoveren zelf te maken hebben. Dat zagen we ook aan de respons: maar 19 procent van de promovendi aan onze faculteit heeft de promovendi-monitor ingevuld. Daardoor kunnen we vrijwel niets met die resultaten. Onze nieuwe enquête neemt veel meer dimensies van het promoveren zelf onder de loep en gaat gedetailleerder in op specifieke zaken. Zo wordt expliciet gevraagd naar concerns en pressures rond het promotietraject, en kunnen promovendi zelf aangeven waar ze tegen aanlopen. In tegenstelling tot de personeelsmonitor hebben wij ook open vragen, dus je kunt meer persoonlijke punten aandragen. Dat is misschien meer werk om te analyseren, maar we hopen dat we hierdoor helderder informatie krijgen.’

De enquête sluit 3 maart. Wat worden dan de volgende stappen?

‘We hebben zes weken gepland om de data te laten analyseren door een extern bureau. Dat zal leiden tot een rapport, dat medio april klaar is en dat we zullen delen met de promovendi en de begeleiders. Vervolgens gaan we natuurlijk punten aanwijzen die we moeten verbeteren en nadenken over hoe we dat gaan doen. Daarnaast zullen we aangeven wat al wel goed gaat. We zijn in onze faculteit op dit moment in staat om heel veel mensen succesvol door het promotietraject te loodsen, dus we doen al iets goed. Dan is het fijn om te horen waarmee je op de goede weg zit.’

De enquêtes voor promovendi en begeleiders zijn tot 3 maart beschikbaar.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.