Hanneke Hulst over realistische verwachtingen voor wetenschappers: ‘Laten we stoppen met alle kwaliteiten van één persoon te verlangen’
‘Geef ik zelf eigenlijk wel het goede voorbeeld?’ vraagt Hanneke Hulst zich af. Als projectleider Erkennen & Waarderen pleit ze ervoor dat wetenschappers niet meer het schaap met vijf poten hoeven te zijn, maar zelf houdt ze veel ballen hoog.
Naast haar bezigheden voor E&W is Hulst actief bij de Jonge Akademie en sinds 2021 is ze hoogleraar Neuropsychologie en afdelingshoofd bij de sectie GMN. Hoewel ze zestig procent van haar tijd in leidinggeven en onderwijs steekt, zet ze haar onderzoek naar verbetering van de cognitieve functies bij MS-patiënten in de overige uurtjes door. ‘De verschillende taken passen me goed, ik ben als mens snel verveeld, om mezelf actief te houden heb ik telkens behoefte aan iets nieuws.'
Publicaties als heilige graal
Hulst raakte in haar werkethiek geïnspireerd door haar promotor Jeroen Geurts, inmiddels rector van de VU. ‘Hij was zo’n schaap met de vijf poten: schreef boeken, was op de radio. Als ik naar hem keek, dacht ik: wauw, dat wil ik ook.’ Geurts haalde haar vroeg aan boord van het nieuwe Erkennen & Waarderen, waarvan hij één van de initiatiefnemers was. ‘Hij was één van de auteurs van het position paper over dit thema, dus vanaf het allereerste moment ben ik erbij betrokken geraakt.’
Het idee dat wetenschappers breder beoordeeld moeten worden, was voor Hulst direct logisch. ‘Waarom kijken we alleen naar het aantal publicaties, of hoeveel geld onderzoekers verwerven? Waarom is dat de heilige graal? Er zijn zoveel meer aspecten die horen bij de taak van de wetenschapper.’
‘Waarom zijn aantal publicaties of verworven geld de heilige graal?’
Onderwijs geven bijvoorbeeld, of de resultaten van onderzoek naar het publiek communiceren met een boek of podcast. Die dingen worden tegenwoordig ook van onderzoekers verlangd, benadrukt Hulst, maar ze worden niet altijd meegeteld in hun beoordeling. ‘Daardoor ontstaat het beeld dat je alles maar moet kunnen. Maar je kunt niet alles voor de volle honderd procent doet. Laten we stoppen met alle kwaliteiten van één persoon te verlangen, maar diversifiëren en ervoor zorgen dat de verschillende kwaliteiten die de wetenschap nodig heeft, in een team zitten. Zo zorg je voor samenwerking in plaats van eenheidsworst.’
Geen machinewerk
Zelf heeft Hulst het naar haar zin in de academische wereld. ‘Ik word hier intellectueel uitgedaagd, kan impact kan maken door problemen uit te zoeken. Maar ik zie bij de jonge generatie onderzoekers ook werkstress en onzekerheid over een vaste aanstelling.’ Veel pas gepromoveerden ruilen de academie daarom voor een carrière elders. ‘Ik vind dat niet erg, en snap het ook wel, maar zou dolgraag willen dat ze de academie als serieuze overweging zien. Niet als een machine waar ze het ene na de andere paper moeten produceren, of een aanvraag de deur uit moeten gooien, maar als een omgeving waar ze hun talenten mogen ontplooien en een nieuwe generatie wetenschappers kunnen inspireren.’
‘Ik zie bij jonge onderzoekers werkstress en onzekerheid over een vaste aanstelling’
Concrete stappen
De academie weer als aantrekkelijke werkplek voor jonge onderzoeker, wat moet daarvoor gebeuren? ‘Allereerst moet er draagvlak komen voor het nieuwe Erkennen en Waarderen. We moeten ervoor zorgen dat in alle lagen van de academie het belang ervan duidelijk is. Dat gaat de goede kant op. Het is een nationale en ondertussen ook internationale beweging. Bij mij op de afdeling weet iedereen ervan, maar dat is omdat ik het er ook vaak over heb.’
Hulst wil graag concrete stappen nemen; geen vanzelfsprekendheid in een wereld waarin veel wordt getheoretiseerd. ‘Ik wil experimenteren, nieuw beleid implementeren door trial and error. Bijvoorbeeld: tijdens R&O-gesprekken niet meer vragen naar het aantal geschreven artikelen, maar naar hoe de onderzoeker bijdraagt aan het doel van het instituut en de afdeling waar diegene werkt. Maar ook door oog te hebben voor mensen die een minder standaard carrièrepad willen volgen, bijvoorbeeld binnen het onderwijs. Het is belangrijk dat academici zich ervan bewust zijn dat ze onderdeel vormen van een groter geheel, en gaan nadenken hoe zij hierbij aansluiten.’
‘Leidinggeven is niet iets dat je er even bij doet’
Nog zo’n concrete stap: ‘Iedereen die in een leidinggevende functie werkt een leiderschapscursus geven. Zodat mensen ook de skills ontwikkelen om deze functie goed uit te voeren.’ Zelf volgde Hulst een cursus Persoonlijk Leiderschap bij Topvrouw en schakelt ze een coach in om te reflecteren op lastige beslissingen. ‘Ik zie leidinggeven nu als één van mijn hoofdtaken. Ik wil uitdragen hoe je een goede leider kan zijn in een gezonde cultuur. Maar dat is niet iets wat je er even bij doet, het heeft aandacht en tijd nodig.’
Proefschrift schrijven in de garage
Hoeveel plezier ze ook uit haar werk haalt; Hulst ontsnapt soms niet aan de druk van haar nieuwe functie. ‘Om dat kwijt te raken, rijd ik drie keer per week paard. Op Queen, een zwart bosbouwpaard. Als ik na een pittige werkdag bij haar de stal instap, vallen vaak alle zorgen weg.’ Soms lukt dat niet direct. “Als ik gestrest ben, is zij ook niet meer te genieten: een paard spiegelt hoe je je voelt. Confronterend, maar ook heel leerzaam.’
‘Avonden brachten we samen door, terwijl hij aan auto’s kluste en ik mijn proefschrift tikte’
Tot rust komen doet ze niet alleen op de hei in Hilversum, maar ook met haar vriend, twee katten en drie kippen in Huizen. ‘Mark en ik leerden elkaar kennen terwijl ik promoveerde. Hij is handig en klust graag aan auto’s. Hij maakte toen een bureautje voor me in de garage waaraan ik mijn proefschrift kon schrijven. Avonden brachten we zo samen door, terwijl hij aan auto’s sleutelde en ik naast hem artikelen tikte. Zaten we allebei in een andere wereld en konden we toch af en toe even iets tegen elkaar zeggen.’ Ook nu haar proefschrift af is, ontkomt ze er niet aan de avonduren soms werkend door te brengen. ‘Ik probeer dan altijd te kiezen voor de leuke, inhoudelijke taken, simpelweg omdat ik daar ook blij van word.’
‘Soms is het nodig om overuren te maken, maar het moet niet de norm zijn’
Opofferingen
De komst van Erkennen en Waarderen valt samen met een generatiewisseling, jonge onderzoekers vinden standaard overwerk en een slechte werk-privébalans geen vanzelfsprekendheid. ‘Dat is echt anders dan toen ik vijftien jaar geleden begon als promovendus. Ik vind dat goed, maar aan de andere kant hoop ik dat we ook enige flexibiliteit kunnen houden. Soms is het nodig om overuren te maken om een revisie te schrijven voor een paper, of de laatste dingen voor het onderwijs goed te regelen. Ik ben het er helemaal mee eens dat het niet de norm moet zijn. Daar wordt nu ook veel beter op gelet.’
Ook hierbij zal Erkennen en Waarderen helpen, meent ze; niet alle taken komen meer op ieders schouders terecht. ‘Dat betekent wel dat we moeten leren om keuzes te maken en de gedachte los moeten laten dat we wél dat schaap met vijf poten moeten zijn. Ik ga me daar, als projectleider Erkennen en Waarderen bij het Instituut Psychologie de komende jaren voor inzetten.’
Interview: Anne Holleman
Foto's: Suédy Mauricio