Monique Koemans staat graag vooraan als er geschiedenis wordt geschreven
Ze ging van Sydney en Londen naar Washington, en altijd was daar Leiden. 'Leiden is een opvallende rode draad in mijn leven', vertelt alumnus Monique Koemans die sinds 2,5 jaar op de Nederlandse ambassade in de Verenigde Staten werkt.
In haar huidige baan, op de ambassade in Washington, houdt Koemans (55) zich vooral bezig met de geopolitieke ontwikkelingen waar Nederland en de Verenigde Staten mee te maken hebben. Het bevalt haar goed in de States. 'Ik reis veel voor mijn werk, ontmoet veel interessante mensen, en ik vind het hier ook prettig wonen. De samenwerking onder deze regeringen is groot. Dat maakt het superinteressant om hier te zijn.'
Ze vindt het bijzonder dat ze nu woont in het land dat het onderwerp was van haar eerste Leidse studie, én 'ook een draadje in mijn leven' dat ze nu met haar neus zo dicht op een nieuwe Koude Oorlog zit.
History in the making
Ze arriveerde in Washington vlak voor de presidentsverkiezingen van 2020 en was getuige van de bestorming van het Capitool. 'Ik hoorde dat er protesten waren en dacht: ik ga even kijken. Dus ik fietste op een gehuurde citybike die kant op en arriveerde toen die enorme menigte optrok naar het Capitool. Ik fietste er parallel aan en voelde die massa steeds bozer en agressiever worden.' Ze besloot naar huis te gaan. Eenmaal thuis werd de curfew, de avondklok, afgekondigd en werd de volle omvang van wat er gaande was, haar duidelijk.
'Het was zo’n moment van history in the making. Het ging allemaal zo snel en kwam zo plotseling.' Het deed haar denken aan de val van de Muur tijdens haar studie geschiedenis/ Amerikanistiek in Leiden. Ze was gefascineerd door de Koude Oorlog en geopolitiek 'dat een paar mannen het lot van de hele wereld bepalen, onvoorstelbaar toch'. En toen viel ineens de Muur. 'Ik ben er direct met een studievriendin naar toe gegaan. Daar moest ik bij zijn. Het waren zulke wonderlijke dagen. Bizar wat daar in zo’n korte tijd gebeurde. Ik heb de steen die een grensbewaker vanuit Oost-Berlijn ons door een gat in de muur gaf, altijd bewaard.'
Ook vloog ze naar de inauguratie van Obama. 'Dat vond ik ook zo’n waterscheidingsmoment, een keerpunt in de geschiedenis. Daar kun je inmiddels wel iets op afdingen. Maar dat is achteraf. Toen wilde ik daar onderdeel van zijn. En die gebeurtenis meemaken met de twee miljoen mensen die daar op af waren gekomen, dat was waanzinnig. Het toeval wilde dat Obama ook pal voor onze neus uit de auto stapte. Dus ik heb fantastische foto’s gemaakt.'
Schot in de roos
Haar keuze destijds voor geschiedenis met als specialisatie Amerikanistiek was de beste die ze kon maken. 'Vanaf de allereerste dag dat ik de Doelensteeg inliep heb ik geen moment spijt gehad. Ik heb maar een of twee vakken niet in een keer gehaald. Niet omdat ik zo’n geweldige student ben, maar omdat ik alles met zoveel plezier volgde. Die studie was echt een schot in de roos.'
Na haar studie werkte ze een tijd in de journalistiek. Bij RTL4, dagblad Parool en als redactiechef bij NieuwsTribune. Toen haar man een baan bij een advocatenkantoor in Sydney accepteerde ging zij mee. In Sydney ging ze freelancen en werd ze moeder van een zoon. Na een paar jaar verhuisde het gezin via Singapore naar Londen. Daar werd ze columnist voor Elle en werd haar tweede zoon geboren.
Promoveren en thrillers schrijven
Toen het gezin weer in Nederland landde was ze zwanger van de derde en besloot ze weer te gaan studeren in Leiden. Pedagogiek met criminologie als postpropedeuse. 'Cum laude afgestudeerd en vervolgens gaan promoveren. Ik zou daar zes jaar overdoen maar deed het uiteindelijk in vijf jaar. Ik vond het ontzettend leuk. Het contact met studenten, het lesgeven, ik heb daar enorm van genoten.'
Tegelijkertijd miste ze het creatieve schrijven. Dat loste ze op door thrillers te gaan schrijven. Ze vond een literair agent voor haar eerste boek: 2013. 'Mijn zoons hebben het er nog steeds over: hoe hoog dat gat was dat ik toen in de lucht sprong. Die erkenning, dat ik iets goeds had geschreven was kennelijk belangrijk voor me.'
Een tweede boek, De Top, volgde en ook dat boek liep goed. Ze besloot ‘commerciëler’ te gaan schrijven. 'Ik heb inmiddels een flink aantal thrillers onder een pseudoniem geschreven', lacht ze. 'Mijn zoons zeggen wel eens dat ik de eer op moet strijken, want het zijn succesvolle thrillers, maar ik vind het wel lekker in de luwte. Ik weet dat mensen veel plezier beleven aan mijn boeken. Daar gaat het mij om. En het staat mijn wetenschappelijke en diplomatieke werk niet in de weg.' Want intussen was ze aan de slag gegaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar kwam haar kennis van de geopolitiek en inzicht in criminaliteit en terrorisme goed van pas.
Nog een promotie
'En nu zit ik dus alweer 2,5 jaar tot volle tevredenheid in Washington. Ik schrijf nog altijd twee thrillers per jaar en kom regelmatig naar Nederland. Dan land ik in de vroege ochtend op Schiphol en ga ik naar Leiden. Naar het studentenhuis van mijn zoons. Daar haal ik mijn autootje op, dat zij gebruiken als ik niet in Nederland ben. Dan bel ik ze uit bed, verschijnen ze brak in de deuropening en krijg ik de sleutel van de auto. Die moet ik uiteraard eerst even uitmesten.'
Misschien keert ze ooit nog eens voorgoed terug naar Leiden. 'Na mijn pensioen. Om nog een keer te promoveren bijvoorbeeld. Ik vond het zo’n luxe om weken, soms maanden goed na te kunnen denken over ingewikkelde problemen. Dat zou ik best nog wel een keer willen doen in het leven. En dan op de verschillen tussen de Koude Oorlogen. Dat zou de cirkel mooi rond maken.'
Tekst: Marijn Kramp