Waar komt die Inca-taal vandaan? Werkwoordsvervoegingen moeten uitkomst bieden
Toen universitair docent Martine Bruil als tiener op uitwisseling in Ecuador was, viel ze als een blok voor de oude talen in het gebied. Nu, ruim twintig jaar later, start ze een onderzoek naar de verwantschap van de taal Awapit met het Quechua, de taal die ooit werd verspreid door de Inca’s.
In Latijns-Amerika wemelt het van de pre-columbiaanse talen en taalfamilies, soms met nog maar een paar honderd sprekers. De bekendste daarvan is de Quechua-familie, die afstamt van de administratietaal van de Inca’s. ‘We weten niet of die taalfamilie ergens aan verwant is, maar hoe meer we naar andere talen in de regio kijken, hoe meer we denken: dit kan geen toeval zijn’, vertelt Bruil.
Eindeloze reeksen lettergrepen
Reden voor Bruil om zich met een XS-beurs van de NWO te verdiepen in een andere taalfamilie in het grensgebied van Ecuador en Colombia: het Barbacoa. ‘Ik ga onderzoek doen naar de werkwoordmorfologie van het Awapit, een kleine Barbacoa-taal met een paar duizend sprekers’, legt ze uit. ‘Daar is wel een grammatica over geschreven, maar die taal is zo ingewikkeld dat het niet altijd duidelijk is hoe elementen met elkaar samenhangen. Zo kunnen werkwoorden meer dan tien lettergrepen erachter krijgen, wat ze behoorlijk wat ingewikkelder maakt dan onze stam + t.’
In het Awapit kunnen sprekers met de gekozen werkwoordsvorm bijvoorbeeld uitdrukken in hoeverre ze betrokken waren bij een gebeurtenis. ‘Als het op je heeft geregend, gebruik je een andere werkwoordsvorm dan wanneer je het alleen hebt zien regenen’, licht Bruil toe. ‘Maar om het systeem echt te begrijpen, moet je snappen hoe al die verschillende uitgangen met elkaar samenhangen.’
Eigen identiteit
Precies dat is wat ze de komende tijd gaat doen. Aan de hand van zestien uur eerder opgenomen materiaal en nieuw af te nemen interviews, wil Bruil zo precies mogelijk beschrijven hoe de werkwoordsvorming in het Awapit in elkaar zit. Uiteindelijk moet dit dienen als opstapje voor een groter onderzoek naar de verwantschap van de taal met het Quechua. ‘Ik doe dit project in nauwe samenwerking met de Awá-gemeenschap’, vertelt Bruil. ‘Zij hebben nu bijvoorbeeld heel weinig lesmateriaal in hun eigen taal. Een onderzoek als dit kan eraan bijdragen dat meer kinderen de taal leren spreken of erin les krijgen.’
Grote en kleine geschiedenis
Ook in historisch perspectief kan het onderzoek meerwaarde hebben. ‘Als je zou kunnen concluderen dat het Barbacoa verwant is aan het Quechua, dan moet je de hele geschiedenis van de Andes anders gaan bekijken’, speculeert Bruil hardop. ‘Nu weten we niet waar het Quechua vandaan komt. Als het een connectie blijkt te hebben met het Barbacoa, dan heb je een stukje van die puzzel gevonden. Dat zou ik mooi vinden, ook omdat mijn man uit dit gebied komt en mijn kinderen dus genen uit de regio hebben. Dat maakt die geschiedenis voor mij nog relevanter.’