Topprestaties van teams op de OK: wat maakt een zorgprofessional veerkrachtig?
Werken op een operatiekamer (OK) is topsport. Hoge werkdruk, spanning en onverwachte ontwikkelingen tijdens operaties vragen veel van zorgprofessionals die elke dag mentaal weerbaar moeten zijn om die topprestaties te kunnen leveren. Wat maakt een zorgprofessional veerkrachtig? En hoe werkt leiderschap op een OK?
Een interdisciplinair onderzoeksteam bestaande uit Eduard Schmidt (universitair docent Instituut Bestuurskunde, FGGA, gespecialiseerd in leiderschap), Yannick Balk (sportpsycholoog, universitair docent Universiteit van Amsterdam), Marieke Adriaanse (hoogleraar FSW/LUMC) en Jaap Hamming (chirurg en hoogleraar LUMC) heeft een subsidie van 122.000 euro van ZonMw gekregen om onderzoek te doen naar leiderschap, veerkracht en zelfregulatie op een OK. Schmidt en Balk gaan het onderzoek praktisch uitvoeren: te beginnen door zelf aanwezig te zijn tijdens operaties in het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum).
In stressvolle situaties nog steeds goed presteren
Onderzoek naar samenwerking op een OK. Dat is weinig gedaan en daar gaat het team verandering in brengen. Schmidt: ‘Medisch onderzoek gaat vaak over klinisch gerelateerde zaken, maar wij willen juist kijken naar hoe mensen met elkaar omgaan. Hoe zorgen teams dat ze iedere keer die topprestatie leveren? Hoe vinden ze kracht om bij tegenvallers op te veren en door te gaan? Hoe reageer je als er iets onverwachts gebeurt tijdens een operatie? Bijvoorbeeld als een patiënt een bloeding krijgt? Wat doe je dan en hoe reageert het team?’
Balk vult aan. ‘Ons onderzoek heeft een positieve insteek. Wat gaat er goed en welke vaardigheden liggen daaraan ten grondslag. Denk aan omgaan met spanningen en emoties. Hoe bereid je je voor? En als je een nacht slecht hebt geslapen, hoe zorg je dan toch dat je die topprestatie kan blijven leveren? Wat maakt iemand een veerkrachtig zorgprofessional en wat kunnen we en anderen daarvan leren?’
Eduard Schmidt: ‘Tijdens die observaties kijken we naar verschillende dingen. Hoe communiceren mensen met elkaar? Op welke manier wordt gediscussieerd of tegenspraak gegeven? Wat ook interessant is om te kijken of en wie bij twijfel zich durft uit te spreken. Ik denk dat de beste manier om dit te onderzoeken is om er echt bij te zijn.’
Observaties op de operatiekamer zelf
Voor hun onderzoek hijst het duo zich in OK-pakken en observeren ze eerst vanuit de operatiekamer. Schmidt: ‘Tijdens die observaties kijken we naar verschillende dingen. Hoe communiceren mensen met elkaar? Op welke manier wordt gediscussieerd of tegenspraak gegeven? Wat ook interessant is om te kijken of en wie bij twijfel zich durft uit te spreken. Ik denk dat de beste manier om dit te onderzoeken is om er echt bij te zijn. We combineren het observeren van operaties met het afnemen van interviews. Daarbij richten we ons op alle zorgprofessionals; de chirurgen, maar ook op de operatieassistenten, anesthesiologen en chirurgen in opleiding om ieders perspectief aan bod te laten komen.’
In dit zogenaamde actieonderzoek worden met de uitkomsten vervolgonderzoek gedaan. Balk: ‘Met de resultaten in gedachten, kijken we wat de interessante vervolgvragen zijn en daarop passen we onze vragenlijsten aan. In dit kwantitatieve onderzoek vullen mensen op meerdere momenten korte vragenlijsten in.’
Wenselijk gedrag van de chirurg
In het LUMC is enthousiast gereageerd op dit onderzoek. De veranderingen in de maatschappij raken ook de operatiekamer. Natuurlijk is de chirurg nog steeds primair verantwoordelijk voor de operatie, maar de inbreng van het hele team speelt een steeds grotere rol. Balk: ‘Het team moet zich op z’n gemak voelen om een topprestatie te kunnen leveren. We hebben allemaal wel vooroordelen over hoe een chirurg zich gedraagt: direct, bovenaan de hiërarchie en dominant, maar is dat nog wel zo? Het is heel goed om met elkaar na te denken welk gedrag van de chirurg en ook de andere leden wenselijk is om het team optimaal te laten presteren.’
De onderzoekers hopen dat er over een jaar een blauwdruk ligt waarmee al in de zorgopleidingen gekeken kan worden naar welke gedragingen bijdragen aan veerkracht van zorgprofessionals. Schmidt: ‘Hoe mooi zou het zijn als je ervoor kan zorgen dat mensen als het spannend wordt, niet terugschieten in directief en defensief gedrag. Kennis delen en kleine veranderingen voorstellen, zoals bepaalde routines te doorbreken of bepaalde gewoontes aanleren lijkt ons veel efficiënter dan iedereen op leiderschapstraining sturen.’
Tekst: Margriet van der Zee
Beeld: header Stockfoto, tweede foto: privé-collectie Yannick Balk