Universiteit Leiden

nl en

Waarom je zo moet gapen tijdens die online vergadering (ook als die niet saai is)

Brengen videogesprekken ons écht met elkaar in verbinding? Nieuw onderzoek suggereert van wel. Psychologen ontdekten dat onze lichamen online bijna evenveel synchroniseren als in offline gesprekken. Al is dat geen reden om fysieke vergaderingen te schrappen, zegt onderzoeker Fabiola Diana.

Fabiola Diana
Fabiola Diana

‘We zijn eigenlijk heel vergelijkbaar met kameleons,’ stelt Fabiola Diana. ‘Tijdens sociale interacties passen we ons namelijk aan het gedrag van anderen aan, soms op zeer subtiele wijze en volledig buiten ons bewuste controle.’ Ook op de werkvloer komen we dit ‘kameleon-effect’ regelmatig tegen. Bijvoorbeeld als we een collega tijdens een vergadering zien gapen, en we plotseling de neiging voelen om hetzelfde te doen.

Dit mechanisme heet mimicry en is het onderwerp van Diana's promotieonderzoek, waarin ze onderzoekt hoe en waarom we het doen. "Vanuit evolutionair perspectief is het belangrijk om in sync te zijn met de mensen om ons heen, dit is belangrijk voor onze overleving. Mimicry kan ons bijvoorbeeld helpen sociale interacties te reguleren, omdat het ons meer verbonden en veilig kan laten voelen. Aan de andere kant kan het ook een instrument zijn om de wereld om ons heen beter te begrijpen of om het gedrag van andere mensen te voorspellen. Maar een definitieve functie van mimicry is nog niet vastgesteld, dit is dan ook een van de onderwerpen van mijn promotieonderzoek.’  

'Mimicry helpt ons verbonden en veilig te voelen' 

Waarom besloot je mimicry in videogesprekken te onderzoeken?

‘De afgelopen 30 tot 40 jaar heeft de technologie zich enorm ontwikkeld. Ik ben geboren in 1993 en heb meegemaakt hoe moderne apparaten ons dagelijks leven zijn gaan beïnvloeden. Zonder die technologie kan ik me geen wereld meer voorstellen. Videobellen is steeds gebruikelijker geworden, vooral sinds de covid-pandemie. Ik wilde onderzoeken hoe deze nieuwe manier van communiceren van invloed is op onze sociale interactie en dan vooral op mimicry.’

Hoe heb jullie dit onderzocht?

‘We koppelden 27 deelnemers aan een persoon die zich voordeed als deelnemer, maar eigenlijk een acteur was in het onderzoek. Die acteurs kregen de opdracht om op specifieke momenten bepaald gedrag te vertonen, zoals bijvoorbeeld aan hun neus krabben of geeuwen. Vervolgens zaten de deelnemers met de acteurs in drie verschillende situaties: bij de eerste zaten ze tegenover elkaar, bij de tweede ontmoetten ze elkaar via een video-oproep en bij de derde zagen de deelnemers een opgenomen video van de andere persoon, zonder te weten dat het vooraf opgenomen was. Ze spraken niet met de acteurs, maar keken alleen naar elkaar terwijl de acteurs deze gedragingen vertoonden. Tussendoor speelden ze een vertrouwensspel. We wilden onderzoeken hoe deze omstandigheden van invloed waren op het nabootsen van gedrag en wat het effect was van dit gedrag op vertrouwen.’

En wat viel jullie op aan de resultaten?

‘We ontdekten dat mensen ontmoetingen elkaars gedrag tijdens de video-oproep en face-to-face ongeveer evenveel nabootsen, terwijl deelnemers dat bij de opgenomen video significant minder deed. Daarnaast zagen we dat het gapen en krabben aan de neus een negatieve invloed had op het vertrouwen tussen deelnemers. Dit is logisch, want dit gedrag kan onverschillig overkomen. De resultaten van het nabootsen tijdens de video-oproep zijn heel betrouwbaar, maar de resultaten over vertrouwen zijn minder betrouwbaar en moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden.’

We doen elkaar dus onbewust na tijdens videogesprekken en dit versoepelt onze sociale interactie. Waarom voelt het dan soms nog zo vermoeiend?

‘Mimicry is slechts één onderdeel van sociale interactie, andere factoren spelen ook een rol. Allereerst is er soms vertraging bij videogesprekken, wat veel cognitieve belasting vergt. Interactie in het echte leven is volledig gesynchroniseerd, wat minder energie kost. Ten tweede is het vermoeiend om zo lang oogcontact te houden, terwijl je het gezicht van de ander dicht bij je hebt. Dat is iets wat we niet gewend zijn bij interactie met een groep mensen. In gesprekken in het echte leven zijn we ook gewend elkaar soms te onderbreken, wat niet erg beleefd is, maar wel onvermijdelijk. Als je dat in videogesprekken doet, wordt de ander meteen onverstaanbaar, en ook dat is vermoeiend.’

'In videogesprekken missen we elementen die cruciaal zijn voor sociale interactie'

Videobellen raakt steeds meer ingeburgerd in onze werkcultuur. Is de kans groot dat we onze collega’s straks alleen nog maar online spreken?

‘Ja en nee. Ik denk dat het online werken ons perspectief definitief heeft veranderd. Videobellen stelt ons in staat om met iedereen en overal te communiceren, dus samenwerken is veel gemakkelijker geworden. Ook zijn videogesprekken vaak effectiever en to the point dan fysieke gesprekken. Maar ze missen ook elementen die cruciaal zijn voor sociale interactie, zoals aanraking, lichaamstaal en geur. Je kunt iemand geen hand geven als je hem online ontmoet, terwijl dit ons veel informatie over de ander geeft. Dus als we al die vormen van sociale interactie belangrijk blijven vinden, kunnen videogesprekken de ‘echte gesprekken’ nooit definitief vervangen.'

Meer over dit onderzoek?

Het artikel 'How video calls affect mimicry and trust during interactions' verscheen in The Royal Society, uitgave Face2Face: Advancing the science of social interaction. Het onderzoek is uitgevoerd door Fabiola Diana, Oscar E. Juárez-Mora, Wouter Boekel, Ruud Hortensius en Mariska Kret. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.