Universiteit Leiden

nl en

De dag van Jasper

Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven. Hij schreef zijn column eerst vanuit Kuala Lumpur, en die stond klaar om te delen. En toen ontstond er deze week een crisis die het uiterste vroeg van alle medewerkers en daar wil hij ook bij stil staan. Want er is een bijzondere prestatie neergezet die aandacht verdient. Daarom deze week een dubbele column, verdeeld over twee dagen, uit twee werelden.

Woensdag 24 mei

‘De wekker staat om half 6, maar blijkt niet nodig. Ik word om 5 uur wakker en zit om kwart over 5 aan mijn ontbijt van muesli met melk. Om 6 uur start mijn dienst als voorzitter van het facultaire Decentrale Crisis Team (DCT), dat sinds gisterochtend rond 10 uur volop in actie is. Reden is de brand in het Ketelhuis aan de Wassenaarseweg, waardoor onze gebouwen opeens zonder stroom zaten. De eerste noodsignalen kwamen bij me binnen rond kwart voor tien, op weg naar school voor een voortgangsgesprek. Binnen korte tijd was duidelijk dat dit geen gewone dinsdag zou worden, sinds dat moment is er weinig binnen de faculteit meer gegaan zoals dat was gepland. Zo ook voor mij.

Even na half 6 log ik vanuit huis in op de Teamsomgeving van ons DCT. Ik zie Maaike Barkema, die met een aantal anderen de hele nacht heeft doorgewerkt. Vanaf 6 uur doet ze de overdracht, als de volgende DCT-ploeg compleet is. Ze vertelt me vast de eerste vorderingen en gebeurtenissen van de nacht. Het is ongelooflijk wat er allemaal komt kijken bij deze calamiteit! Gelukkig zijn er geen persoonlijke ongelukken gebeurd, niet bij de brand en niet bij de massale ontruiming. Maar de zorg om de gebouwen, proefdieren, apparatuur, samples, chemicaliën, etc. is vanaf het begin van de crisis tot deze ochtend enorm. Het is ook ongelooflijk hoe hard vele mensen vanaf het eerste begin hebben gewerkt om zoveel mogelijk veilig te stellen en weer aan de praat te krijgen.

Noodaggregaten zijn aangesleept, vele tientallen meters verlengkabels gelegd, vriezers zijn versleept, samples zijn verplaatst, soms naar het LUMC. Deuren moesten de hele nacht bewaakt worden, omdat ze niet dicht wilden. Het is een megaklus. Als onze DCT-dienst begint deze woensdagochtend, is er al veel weer onder controle. Er is een bypass aangelegd voor de grote stroomvoorziening en de gebouwen worden langzamerhand weer opgestart. Ik heb niet eerder beseft hoe complex het weer opstarten van een modern gebouw is, met alle elektronische voorzieningen, zoals toegangsdeuren, communicatiekanalen, brandmeldsystemen, luchtbehandeling, etc.

‘Wat ben ik trots op iedereen die met zoveel inzet heeft geholpen’

Na de overdracht door Maaike, gaan we één voor één door de openstaande punten heen. Doel is om nog voor 9 uur zoveel mogelijk gebouwen te kunnen openen, zodat onderwijs zoveel mogelijk kan doorgaan. Dat lukt voor het Snellius, de Schotel (collegezalen) en LMUY. Met veel kunst en vliegwerk en extra inzet van BHV-ers om de nog niet werkende brandmeldsystemen op te vangen, lukt het ook om Huygens/Oort op tijd voor onderwijs te openen. Voor andere activiteiten lukt dat in dit gebouw pas in de loop van de ochtend. Voor het Sylvius en het Gorlaeus is duidelijk dat daar langer gewacht moet worden. Daar zijn zoveel experimentele voorzieningen waar iets mee moet gebeuren, dat hier extra tijd nodig is. In centrale hallen staan nog vriezers, met overal kabels voor noodstroom. Het is niet mogelijk hier grote groepen mensen veilig te laten rondlopen, zelfs al werken verder alle voorzieningen. Dat is jammer, we weten hoe graag onderzoekers naar hun opstellingen willen om te zien hoe die erbij staan.

Rond 8 uur breken we ons eerste overleg af met afspraken wie wat doet de komende uren. Communicatie is een sleutelpunt en daar is Marjolein van Schoonhoven druk mee bezig. Ik overleg met wetenschappelijk directeuren om een beter beeld te krijgen van de situatie in de gebouwen en van de problemen die mogelijk nog op ons afkomen en heb contact met Leo Harskamp, Hoofd Veiligheidszaken van de universiteit. Ik ben blij dat iedereen de rust bewaart en optimaal bijdraagt aan herstel. Om 10 uur komen we weer samen met het DCT. De lijst van acties wordt overzichtelijker. Huygens/Oort kan helemaal open en in het Sylvius en Gorlaeus zijn technici bezig de apparatuur weer op de oorspronkelijke plek te krijgen en aggregaten te verwijderen. Er wordt keihard gewerkt. Als DCT beginnen wel wat lucht te voelen om te praten over zaken als aandacht voor de mensen die zo ontzettend hard hebben gewerkt, de komende nazorg en evaluatie van deze crisis.

Na dit DCT-overleg handel ik online twee reguliere afspraken af. Het kost enige moeite om me daar vol in te storten, maar eenmaal in gesprek worden het geslaagde overleggen. Om 13 uur overleggen we als DCT voor het laatst vandaag. We constateren dat Gorlaeus en Sylvius zo goed als klaar zijn om weer als normaal open te stellen. Toch besluiten we de gebouwen dicht te houden vandaag, omdat er onvoldoende BHV-ers zijn om de veiligheid te garanderen. De meeste van hen hebben zoveel gedaan in de afgelopen 24 uur, dat het niet verantwoord is langer door te werken. We bespreken als DCT de laatste acties voor vandaag en maken de afspraak morgenochtend hopelijk voor het laatst bijeen te komen voor een aantal checks en afspraken voor eindcommunicatie, nazorg en evaluatie.

Hierna heb ik nog twee online afspraken over reguliere zaken en bel ik wat mensen om de afgelopen 30 uur door te spreken. Ik doe snel boodschappen met Kamiel en maak heerlijke Mexicaanse wraps met Jasmijn. Na het eten bereid ik de dag van morgen voor. Niet te veel stukken en dat komt goed uit, want zo kan ik nog even gaan zwemmen en op tijd naar bed gaan. De dag is lang en enerverend genoeg geweest.

Voor ik in slaap val, bedenk ik dat ik iets belangrijks heb geleerd: de mensen in onze faculteit zijn bereid zich bij een crisis enorm in te zetten voor elkaar en de hele organisatie. Over grenzen van gebouwen en instituten en dwars door alle geledingen. Dat betreft ook de centrale universitaire diensten, waarvoor ook niets dan lof in deze crisis. Samen hebben we de klus geklaard. Een enorme klus. Ik hoop dat de komende dagen blijkt dat de schade beperkt is en dat iedereen snel verder kan waar dinsdag alles stopte. Wat ben ik trots op iedereen die met zoveel inzet heeft geholpen en met zoveel begrip heeft meegewerkt om alles ordelijk te laten verlopen. Dank aan jullie allemaal!’

 

Lees hieronder de oorspronkelijke column met een verslag uit Kuala Lumpur 

Maandag 15 mei

‘Om zeven uur gaat de wekker in Sunway City, een voorstad van Kuala Lumpur en mijn laatste stop tijdens deze reis. Na een geslaagde week met bezoeken aan Nanyang Technological University (Singapore), Universitas Gadjah Mada (Yogyakarta), Universitas Indonesia (Jakarta) en National Research and Innovation Agency (BRIN, Jakarta), ben ik hier vrijdagavond aangekomen. Tijdens mijn reis heb ik gezien dat Indonesië meer middelen en ambitie in hoger onderwijs, onderzoek en innovatie is gaan steken dan vijf jaar geleden. Een interessante partner dus om mee samen te werken.

Ik heb het weekend doorgebracht bij Sibrand en Joke Poppema. Sibrand is sinds 2021 president van Sunway University, het kloppend hart van deze plaats. Sunway City is een duurzame leefgemeenschap, gebouwd in een kaalgegraven gebied waar ooit tin werd gedolven. De Poppema’s wonen mooi aan een meer dat ontstaan is uit een krater van de mijnbouw. Het meer is inmiddels omgeven door tropisch groen en wordt bewoond door vissen en reptielen.

‘Ik ontdek dat veel soorten vloerbedekking microplastics afgeven als we erover lopen.’

Na het ontbijt gaan we te voet naar de universiteit, een wandeling omhoog van 20 minuten. Met nu al 28 graden en een hoge luchtvochtigheid kom ik doorweekt op kantoor aan. Daar had ik al op gerekend en na een kwartiertje afkoelen fris ik me op en wissel van kleding. Zo kan ik toch de dag netjes in pak doorbrengen.

Sunway University is een private universiteit, opgericht in 2004, met inmiddels rond de 9000 studenten. Duurzaamheid is het belangrijkste thema hier en de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties spelen een belangrijke rol in onderwijs en onderzoek. Overal op de compacte campus zijn de bekende kleurrijke tegels van de SDG’s te zien.

De eerste twee uur breng ik door met staf van de faculteit Engineering and Technology. We spreken vooral over onderzoek aan materialen. Ik bezoek laboratoria en spreek met promovendi. Een interessant project betreft de analyse van microplastics in het milieu naar grootte en soort met hulp van optische technieken. Ik leer tot mijn verrassing dat veel soorten vloerbedekking microplastics afgeven als we erover lopen.

Vervolgens spreek ik de hoogleraar Angela Amphawan. Zij werkt aan optische communicatie met speciale interesse in manipulatie van lichtgolven met microspiegels om efficiënt beelden over te dragen. Haar promovendi geven me in hun lab een mooie demonstratie van de techniek.

Na de lunch, waar ik de collega’s verbaas door een scherp lokaal gerecht tot de laatste hap te eten, spreek ik met de decaan Denny Ng van de faculteit. Vervolgens houd ik voor een publiek van ongeveer 50 stafleden en studenten een inleiding over onze faculteit in Leiden en een lezing over nano-materialen. Er zijn veel vragen, soms met een onverwachte insteek. Dat zijn toch altijd de leukste, omdat ze dwingen “out-of-the-box” te denken.

Aan het einde van middag loop ik met Sibrand terug naar huis. Het is warmer dan vanochtend en een nieuwe kledingwissel is nodig. We eten heerlijk -Joke is professioneel kok- waarna ik snel de koffer pak. Om 9 uur neem ik afscheid en word ik naar het vliegveld gereden. Mijn vlucht zal om 1 uur ‘s nachts vertrekken. Op het vliegveld heb ik tijd om een van onze wetenschappelijk directeuren te bellen over een urgente zaak en download ik de laatste vergaderstukken voor morgen: een vlucht van 13 uur is lang genoeg om te slapen én te lezen.

Rond middernacht ga ik naar de gate, waar ik onder andere Annetje Ottow en Erik Danen weer ontmoet. Zij zijn tot vandaag in Jakarta actief geweest. Iedereen zit vol ervaringen die, ondanks de vermoeidheid die wordt gevoeld, vol energie worden uitgewisseld. We concluderen dat het een geslaagde reis was.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.