Universiteit Leiden

nl en

Samenwerken in het Healthy Society Center: ‘Pas als je je onderzoek zichtbaar maakt, kun je elkaar vinden’

Als coördinator en trekker van het Leiden Healthy Society Center willen psychologen Sandra van Dijk en Anke Klein interdisciplinaire samenwerking inzetten voor het oplossen van de grote gezondheidsproblemen van deze tijd. Hoe gaan ze dat de komende periode doen?

Het Leiden Healthy Society Center (LHSC) mag dan in Leiden zijn gestart, soortgelijke interdisciplinaire samenwerkingsnetwerken schieten als paddenstoelen uit de grond. Anke Klein, gespecialiseerd in angst en stress bij jeugd, is op bezoek bij collega-onderzoekers in Australië en ziet hoe ze daar ook aan een expertisecentrum werken. Klein: ‘Die is vooral gefocust op emotionele gezondheid. Ook in Duitsland wordt nu zoiets opgezet. Waar de focus ligt, varieert per centrum, maar ze passen allemaal in deze tijdsgeest.’

‘Een tijdsgeest,’ zegt gezondheidspsycholoog Sandra van Dijk, ‘waarin universiteiten steeds nadrukkelijker het belang van maatschappelijke impact erkennen, en ervoor zorgen dat de kennis die voortvloeit uit onderzoek en onderwijs, ook echt ten goede komt aan het welzijn en de gezondheid van mensen.’ En andersom: ‘Door het verbinden van kennisinstellingen, beleid en praktijk laten we onderzoek en onderwijs beter aansluiten bij wat er speelt bij burgers en maatschappelijke partners.’

Missie en doelen van Leiden Healthy Society Center

Het Leiden Healthy Society Center is een samenwerkingsverband van de Faculteit der Sociale Wetenschappen en gemeente Leiden en is opgenomen in de pijler Gezondheid en Welzijn van Leiden Kennisstad. Bij Leiden Kennisstad zitten ook Hogeschool Leiden, MBO en Naturalis. Het LHSC wil graag samenwerken met deze partijen en andere maatschappelijke partners. Het centrum verbindt kennis, initiatieven en vraagstukken op het gebied van gezondheid en welzijn in Leiden met elkaar en stimuleert en faciliteert samenwerking.  

Het LHSC heeft vijf doelen:

1. Verbinden en verrijken van bestaande kennis
2. Uitbouwen van nieuwe netwerken, ideeën en initiatieven
3. Het aanleggen van een rijke data-, en kennisinfrastructuur
4. Betrekken van burgers
5. Versterken van expertise op gebied van interdisciplinaire samenwerkingsmethoden

Wat we (nog niet) weten

Elk instituut van de Faculteit der Sociale Wetenschappen heeft een trekker voor het LHSC. Die trekkers verbinden en activeren binnen hun instituut collega’s op het thema ‘healthy society’. Anke Klein is de trekker voor het Instituut Psychologie, Sandra van Dijk brengt als overkoepelend coördinator de verschillende activiteiten binnen de instituten en het LHSC vervolgens bij elkaar. Sinds een aantal maanden vervullen ze die rol.

Van Dijk: ‘We zijn begonnen met het maken van een omgevingsanalyse, kijken wat er is aan initiatieven, om zo de juiste voorwaarden te scheppen voor zowel interdisciplinaire samenwerkingen als samenwerking met inwoners en andere maatschappelijke partners. Zo leer je elkaar niet alleen kennen, maar ontdek je ook blinde vlekken: wat er nog nodig is.’

Klein: ‘Je kunt elkaar veel makkelijker vinden en samenwerken als je weet wat voor expertise en onderzoekslijnen een andere onderzoeker of docent heeft. Ik doe bijvoorbeeld onderzoek naar angst en doceer hier ook over, Sandra is gespecialiseerd in leefstijlinterventies en gedragsverandering. Ondanks dat we maar een etage boven elkaar werken, wisten dat niet van elkaar. Tot we met elkaar in gesprek raakten. Op zo’n zelfde manier willen we onderzoekers en docenten van Psychologie in contact brengen met collega’s van andere faculteiten en andere kennisinstellingen, zoals hogescholen. Zij hebben weer netwerken en projecten waarop we kunnen aansluiten. Daarmee weven we een hechte samenwerking van onderzoekers, docenten en maatschappelijke partners.’

Kenniscafé

Eén van de eerste initiatieven van het LHSC is een serie van Healthy Society Kenniscafé’s: bijeenkomsten waarin onderzoekers, professionals en beleidsmakers vanuit verschillende disciplines een specifiek maatschappelijk gezondheidsprobleem onder de loep nemen. Op 4 juli 2023 vindt de eerste editie plaats, die gaat over gezond gewicht bij peuters en het voorkomen van overgewicht op latere leeftijd.

Van Dijk: ‘Dat klinkt als een relatief klein, specifiek probleem, maar juist die ogenschijnlijk ‘kleine’ problemen geven ons zicht op grotere, onderliggende thematiek als ongelijkheid, armoede en stress, en eenzaamheid onder jonge ouders’. Klein vult aan: ‘Veel onderzoeken focussen zich op een klein stukje, maar kinderen leven in een gezin, gaan naar school en wonen in een bepaalde wijk. Deze verschillende factoren samen vormen een complex systeem waar je pas goed inzicht in krijgt als mensen vanuit hun verschillende expertise zo’n probleem belichten.’

Van Dijk: ‘We weten dat een aanpak die zich bijvoorbeeld alleen richt op het kind zelf of alleen op gezonde voeding, uiteindelijk weinig zoden aan de dijk zet. Met name voor mensen die in een kwetsbare situatie zitten, hebben we een integrale aanpak nodig die over de grenzen van verschillende vakgebieden heen kijkt.’ 

Grote dromen

Klein en Van Dijk willen ‘tot hun pensioen’ bij het Leiden Healthy Society Center aan de slag blijven, het is volgens beiden dé manier om ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken samen aan te pakken. Klein: ‘Dat is toch wat je als onderzoeker graag wil, dat je het verschil kunt maken. In mijn geval: dat ik kinderen kan helpen om veilig, gezond en zonder angsten op te groeien. We hopen dat we de komende jaren met onze partners een omgeving creëren voor onderzoekers, beleidmakers en de samenleving om samen aan dat soort vraagstukken te werken.’

Van Dijk: ‘Een voorbeeld is het opzetten van policy labs waarbij wetenschappers samen met burgers aanschuiven bij politieke beslisprocessen om in co-creatie beleid te maken. Dat beleidsmakers dus niet alleen ‘nog even informeren’ bij enkele experts als het besluit al bijna op tafel ligt, maar dat wetenschappelijke expertise vanaf het begin betrokken wordt bij de besluitvorming over welzijn- en gezondheidsvraagstukken. Dat is echt heel belangrijk.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.