Experts over risico’s nieuw kinderopvangstelsel: ‘Bewijslast ligt bij ouders die dat niet kunnen dragen’
Een nieuw kinderopvangstelsel dat bijna gratis is: klinkt ideaal, maar voor ouders kleven er ook risico’s aan. Vooral bij kwetsbare groepen kan het systeem voor onzekerheid en stress zorgen, concluderen psychologen van Universiteit Leiden en onderzoeksbureau D&B.
Het kabinet wil dat vanaf 2027 alle werkende ouders 96% van de kinderopvangkosten vergoed krijgen. Nu is die vergoeding nog afhankelijk van het inkomen; ouders met een lager inkomen krijgen meer vergoed dan gezinnen die het breder hebben. Dit nieuwe stelsel maakt opvang nagenoeg gratis voor alle werkende ouders.
Met ouders in gesprek
Maar in hoeverre is dat nieuwe systeem te begrijpen voor ouders? En is het voor hen wel praktisch uitvoerbaar? Dat bekeken onderzoekers van het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag (KCPEG) en onderzoeksbureau D&B in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierbij brachten ze de stappen in kaart die ouders moeten doorlopen, de zogenaamde burgerreis, en analyseerden ze die aan de hand van principes uit de gedragspsychologie. Ook interviewden ze ouders in focusgroepen.
Onderzoekers Olaf Simonse en Hannah de Boer van het KCPEG: ‘We kozen voor persoonlijke gesprekken in plaats van bijvoorbeeld enquêtes, om een duidelijk beeld te krijgen van de leefwereld van vooral kwetsbare ouders. Vanwege tijdsdruk hebben we een kleine groep gesproken; bij verdere uitwerking van het stelsel stellen we voor om een grotere groep te onderzoeken om een representatiever beeld te krijgen.’
Flexibeler en toegankelijker
Allereerst zien de onderzoekers verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Zo wordt de kinderopvang verantwoordelijk voor de aanvraag van vergoedingen en het doorgeven van wijzigingen in het contract, wat druk wegneemt bij ouders, vooral die met een vaste baan en een stabiele gezinssituatie. ‘Deze ouders hoeven minder handelingen uit te voeren, dus is er minder kans op fouten,’ noemt een expert in het rapport.
Daarnaast vinden ouders het prettig dat de opvang toegankelijker wordt: ‘Als de kosten lager worden, kan ik mijn kind vaker naar de opvang brengen, meer werken en heb ik geen gedoe meer met mijn ouders als die weer eens op mijn kind moeten passen,’ zegt een geïnterviewde ouder.
Ook lopen zij waarschijnlijk minder financiële risico’s, want de kans op terugvordering is veel kleiner. ‘Dit komt doordat de vergoeding in het nieuwe stelsel rechtstreeks naar de kinderopvang wordt overgemaakt, en niet meer eerst naar de ouder,’ legt Olaf Simonse uit.
Stress bij kwetsbare groepen
Maar dit laatste onderdeel kan tegelijkertijd voor stress zorgen. Vooral voor ouders die geen vast salaris hebben, wordt het ingewikkeld als ze elke drie maanden opnieuw moeten bewijzen dat ze nog aan de arbeidseis voldoen. Ook ouders die gaan scheiden, hun baan verliezen of niet digitaal vaardig zijn, behoren tot de kwetsbare groep. ‘Je legt bewijslast bij ouders die dit niet kunnen dragen,’ vat een expert in het onderzoek samen.
Ook bevat het nieuwe aanvraagproces relatief veel stappen waarvan het doel niet altijd duidelijk is. ‘Je moet je eigen administratiekantoor beginnen, de burgerreis is een soort ganzenbord,’ merkt een ouder op. Daarbij ervaren ouders angst en onzekerheid of er straks wel voldoende opvangplekken zijn en of de kosten dan niet stijgen. Dit is vooral voor ouders met een lager inkomen een extra stressfactor.
Adviezen
Om de risico’s in te perken, raden de onderzoekers het ministerie aan om te zorgen voor genoeg ondersteuning voor ouders voor wie het stelsel verwarrend kan zijn. Ook adviseren ze helder te communiceren over wat er van ouders verwacht wordt en hoe de procedures precies werken. Hannah de Boer: ‘Vooral de arbeidseis - die stelt dat ouders elke drie maanden moeten aantonen dat ze werk hebben - levert voor een aanzienlijk groep mensen administratieve rompslomp en stress op.'