‘Een mediaoptreden is minder eng dan je denkt’: wetenschappers delen hun gouden tips
Als wetenschapper kan het leuk en nuttig zijn om over je werk te vertellen in de media. Maar wat zijn handige afspraken om te maken voordat je instemt met een interview of aanschuift bij een praatprogramma? En hoe breng je jouw boodschap aansprekend over? De Mediagids voor Wetenschappers helpt je bij deze vragen. Drie collega’s met media-ervaring delen alvast hun gouden tips.
Rachel Plak, universitair docent Neuropedagogiek en Ontwikkelingsstoornissen
‘Ik vind mediaoptredens heel belangrijk om te doen om zo de dialoog met de maatschappij aan te gaan. We staan als wetenschappers immers niet buiten de maatschappij, maar er middenin. Ook voor mijn eigen onderzoek naar kinderen met autisme is het belangrijk dat ik betrokken ben bij de samenleving.
'Durf een wat zakelijke houding aan te nemen en de regie te pakken'
Een goede voorbereiding is naar mijn idee cruciaal voor mediaoptredens. Durf vooral de regie te pakken en zelf vragen te stellen: wat is de toon van het item? Hoe verdiepend mag het zijn? Kan ik de bespreekpunten van tevoren ontvangen? In hoeverre is er ruimte voor eigen inbreng? Wees niet bang om een wat zakelijke houding aan te nemen en goede afspraken te maken voordat je akkoord gaat. Je kunt ook initiatief tonen en vragen of je een gesprek samen met iemand anders kunt voeren. Voor mij werkt het goed om samen te werken met ervaringsdeskundigen. En wees tijdens je optreden vooral eerlijk als je ergens géén expertise in hebt. Dan stel je je op als iemand die bezig is om uit te zoeken hoe de wereld werkt, daar hebben mensen alleen maar begrip voor.
Taal kan reacties oproepen bij mensen, dus in mediaoptredens is het belangrijk om daar goed op te letten. Ik gebruik zelf bijvoorbeeld afwisselend ‘persoon met autisme’ of ‘autistisch persoon’ omdat uit onderzoek blijkt dat de voorkeur per persoon verschilt. Ik leg in mijn optredens ook altijd uit waarom ik dit doe en dat wordt gewaardeerd.’
Maria Gabriela Palacio Ludeña, universitair docent Development Studies
‘Dat ik als internationale wetenschapper geen vloeiend Nederlands spreek, heeft me bij mediaoptredens tot nu toe niet belemmerd. Bij Nieuwsuur kon ik mijn verhaal gewoon in het Engels doen. Ik ben voor RTL Nieuws en de Volkskrant zelfs geïnterviewd in het Spaans.
'Laat van tevoren weten wat je belangrijkste boodschap is'
Als wetenschappers vind ik dat we de plicht en verantwoordelijkheid hebben om de samenleving mee te nemen in het werk dat we doen. We kunnen niet gaan zitten wachten totdat onze artikelen in wetenschappelijke tijdschriften de publieke opinie beïnvloeden. Tegelijkertijd is het lastig om bij een mediaoptreden de volledige controle over je verhaal te houden: je weet immers niet altijd welke citaten er uit een interview worden gebruikt, en in welke context deze worden geplaatst. Dus voordat ik besluit of ik op een persverzoek in ga, vind ik het fijn om wat informatie te verzamelen over het specifieke mediakanaal of programma en de manier van berichtgeving. Ook vermeld ik van tevoren heel expliciet aan een redactie wat mijn belangrijkste boodschap is. En als een vraag op een suggestieve manier wordt gesteld, of buiten mijn expertise valt, geef ik er geen antwoord op.
Een laatste tip: regel van tevoren toestemming voor opnames in de universiteitsgebouwen. Toen er onlangs een cameraploeg voor me langskwam bij de Haagse campus, mochten zij van de beveiligers niet naar binnen. We moesten het interview buiten houden, wat op zich prima ging, totdat een groep toeristen zich met het gesprek ging bemoeien. Laat ik het zo zeggen: het was een interessante ervaring!’
Gerrit Dusseldorp, universitair hoofddocent Archeologie
‘Een mediaoptreden kan heel leuk zijn – én is vaak minder eng dan je denkt. Ik kwam voor het eerst op de radio toen ik net promoveerde en vond het best spannend om naar de studio in Hilversum te gaan. Maar het mooie is: tijdens het gesprek zie je alleen de interviewer, en niet alle mensen die meeluisteren. Ik word nu zenuwachtiger van een lezing in een volle zaal dan van een radio-interview.
“Zeg nee als een media-optreden niet bij je past”
Het helpt om van tevoren goede afspraken te maken. Artikelen waarin ik word geciteerd, wil ik bijvoorbeeld voor publicatie altijd eerst even lezen. Bij optredens kan het fijn zijn om van tevoren de vragen door te nemen, of om meerdere takes te laten opnemen als je nog niet tevreden bent. En durf vooral ook nee te zeggen als een media-optreden niet bij je past, of als je er geen goed gevoel bij hebt. Ik werd ooit uitgenodigd om voor een actualiteitenprogramma in gesprek te gaan met een groepje metaaldetectiefanaten, daar had ik geen interesse in. Soms komt een verzoek qua planning ook gewoon niet uit. Denk bijvoorbeeld aan een radio-interview om vier uur ’s nachts, waarbij het niet eens over je eigen onderzoek gaat. Als je wel toezegt, kun je bovendien zomaar een halve dag kwijt zijn aan bellen met redacteuren en researchers. Ik had laatst een cameraploeg over de vloer voor één zinnetje in het journaal over ijsmummie Ötzi. Maar als een onderzoek heel interessant is en je de tijd hebt, kan zoiets natuurlijk alsnog de moeite waard zijn.
Tot slot: zorg dat je contactgegevens op de universitaire website up-to-date zijn. Vooral je telefoonnummer, want dat is toch hoe de meeste journalisten je zullen benaderen. Het nieuws heeft altijd haast.’
Meer tips? Check de Mediagids voor Wetenschappers!
De Universiteit Leiden waardeert het als je als wetenschapper je werk af en toe uitlegt aan een breed publiek. Dit kan bijvoorbeeld via een radio- of televisieoptreden, een interview in een krant of tijdschrift of een bijdrage aan een podcast of vlog. In de Mediagids voor Wetenschappers vind je allerlei praktische adviezen bij contact met journalisten of ter voorbereiding op een mediaoptreden of interview. In de gids staat ook waar je binnen de universiteit terecht kunt voor overleg en extra training.
Tekst: Evelien Flink
Banner: Sam McGhee via Unsplash