Tentoonstelling 'Lieve tante Olga' vertelt over de band tussen Nederland en Suriname
Directoire, buitendien, Parbo-bier en vanzelfsprekend: voetbal. In de tentoonstelling ‘Lieve tante Olga’ staat de gedeelde Surinaams-Nederlandse cultuur centraal. Met haar lichtvoetigheid en levenservaring neemt ‘icoon’ tante Olga (95) bezoekers mee langs een gedeelde geschiedenis en schuwt daarbij niet het ongemak. De tentoonstelling is vanaf vandaag te zien en te beluisteren in de Oude UB.
Slavernij en kolonialisme drukken een zware stempel op de gedeelde geschiedenis van Suriname en Nederland. ‘De band tussen beide landen was ongelijk, maar is nu vooral onlosmakelijk. Alleen al door de vele mensen met Surinaamse wortels die in Nederland leven’, vertelt Fresco Sam-Sin, directeur van het Taalmuseum, initiatiefnemer van de tentoonstelling en kleinzoon van ‘tante’ Olga.
'Tante Olga is een heldin, ze heeft een witte huidskleur, maar ze is 100 procent Surinaams. Ze draagt die hele moksi patu, die smeltkroes, in zich'
Tante Olga is een van de vele Surinamers die na de oorlog naar Nederland kwamen. Ze is de belichaming van het verleden, vertelt Sam-Sin. ‘Tante Olga is een heldin, ze heeft een witte huidskleur, maar ze is 100 procent Surinaams. Ze draagt die hele moksi patu, die smeltkroes met joodse roots en West-Afrikaans en inheems bloed, in zich. Door hoe ze is en hoe ze eruitziet daagt ze mensen uit om na te denken over hoe complex en niet zwart-wit onze gezamenlijke geschiedenis is.’
'Het gaat'
Die complexiteit is ook terug te zien in het Surinaams-Nederlands, een combinatie van het Sranantongo en (soms ouderwets) Nederlands. Een ‘doks’ is een eend, een ‘directoire’ een slipje en een ‘tandenschuier’ een tandenborstel. ‘Maar sommige zinnen hebben ook een verschillende betekenis’, vertelt Sam-Sin. ‘Vraag ik aan mijn oma: “Hoe gaat het met je?” Dan krijg ik vaak het antwoord: “Het gaat”. Vroeger dacht ik altijd: “Er is iets mis met haar, ze voelt zich niet zo lekker ofzo”. Maar nu weet ik dat ze bedoelt “Het gaat goed met me”. De betekenis van dat ene zinnetje is dus net anders in het Surinaams-Nederlands.’
Tante Olga zingt tweetalig
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website ofOfschoon, buitendien, sedert: jongeren in Nederland zul je die woorden niet meer horen zeggen. Maar in Suriname worden ze op de lagere school nog veel gebruikt, vertelt Sam-Sin. ‘Nu wordt dat ouderwets gevonden en daar kan mijn oma nog steeds heel kwaad om worden. Alle verouderde en afgedankte schoolboeken uit de jaren ’40 en ’50 werden naar Suriname gestuurd.’
Beroemdste medicijn van Suriname
Naast de video’s en geluidsfragmenten over de gemeenschappelijke taal, omvat de tentoonstelling ook 23 objecten met een gedeelde geschiedenis. Zo staat er een bekertje gemaakt van kwasibita, bitterhout, het beroemdste medicijn van Suriname. ‘Dat medicijn kwam van ene meneer Kwasi, wiens rol in de geschiedenis ook moeilijk is. Hij was een tot slaaf gemaakte die heel beroemd werd in de kolonie, omdat hij fanatiek op Marrons joeg’, vertelt Sam-Sin.
Tante Olga vertelt over de 'Surinaamse' trots: Parbo
De cover van Voetbal International uit 1989 behoort ook tot de tentoongestelde objecten. Op de foto staan een terneergeslagen Ruud Gullit en Frank Rijkaard met daaronder de kop: ‘Het Nederlandse voetbal huilt’. Op 7 juni van dat jaar stortte een vliegtuig neer bij luchthaven Zanderij, het vliegveld van Paramaribo. 176 inzittenden kwamen om het leven, inclusief veertien Surinaams-Nederlandse voetbalprofs.
In een audiotour neemt tante Olga bezoekers mee langs al die gedeelde objecten, die soms ook uit de donkere periode van slavernij en kolonialisme komen. Sam Sin: ‘Tante Olga is zich uitermate bewust van die geschiedenis, maar ze heeft ook een lichtheid in haar vertellen. Door het delen van anekdotes is ze goed in staat de zwaarheid van sommige verhalen weg te nemen. Ze helpt bezoekers om na te denken over hoe we op een positieve manier met het verleden om kunnen gaan.
Lelijke geschiedenis, rijke cultuur
‘Ik hoop dat bezoekers ontdekken hoe verweven de Surinaamse en Nederlandse geschiedenis is. Zeker in het Herdenkingsjaar Slavernijverleden is het goed om daarbij stil te staan. Naast het begrijpen van het lelijke deel van die geschiedenis, mogen we ook trots zijn op de rijke cultuur die de verbondenheid heeft opgeleverd: het eten, de muziek en de taal, daar mag van genoten worden.’
Lieve tante Olga opent op 27 oktober en is tot 29 december te zien in de hal van de Oude UB. De tentoonstelling is het resultaat van een samenwerking tussen het Taalmuseum en Things That Talk.
Tekst: Tim Senden