Promoveren overweldigend? Nieuwe infographic biedt houvast
Feedback geven en ontvangen, deadlines halen en ondertussen nadenken over je toekomst: hoe houd je als promovendus die verschillende ballen hoog? In de nieuwe ‘PhD Golden Rules’ staat advies over hoe je als PhD én supervisor productief samenwerkt.
Vanaf deze week ligt de infographic ‘Golden Rules for PhD Supervision’ bij elke promovendus en supervisor in het postvakje. In het document worden omgangsvormen geadviseerd voor een betere samenwerking tijdens het promotietraject. Promotoren en PhD’s hebben samen aan de inhoud gewerkt, het LUMC heeft het vertaald naar een handige kaart. Onderzoeksdirecteur Lotte van Dillen: ‘Zie het als een soort praatplaat over belangrijke onderwerpen zoals plannen en het geven van feedback.’
De regels benadrukken: een goed promotietraject doe je samen, en vraagt inzet (en wederzijds begrip) van zowel promovendi als begeleiders. Thaddeus Bergé, beleidsmedewerker Onderzoek: ‘Ze bieden aanleiding om echt op meta-niveau over de samenwerking te praten: hoe gaat de samenwerking nu, en wat kunnen we verbeteren?’
Open communicatie hoeksteen van de samenwerking
De regel ‘Be consistent and clear’ spreekt Sara Hondmann, promovendus bij Gezondheids, Medische en Neuropsychologie, het meest aan. ‘Open communicatie is voor mij essentieel, ik denk dat het zelfs de hoeksteen is voor de samenwerking tijdens je promotie,’ zegt ze. De regel ‘Be future-oriented’ stond bij haar nog niet zo op de radar. Tot nu. ‘Ik heb er nog weinig energie en tijd ingestoken omdat al mijn aandacht naar het onderzoeken en lesgeven gaat. Ik wil de komende tijd concreet gaan nadenken over de toekomst na mijn PhD en hier met mijn team over in gesprek gaan.’
In het weekend mailen
Marieke Adriaanse, hoogleraar Behavioral Interventions in Population Health: ‘Mij spreekt de regel ‘Be aware of stressors’ het meest aan. Als supervisor moet je je realiseren dat je een rolmodel bent, dat je met je gedrag een norm schetst voor anderen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat je niet verwacht van promovendi dat ze buiten werktijd of in vakanties op mails reageren, maar als je dat zelf steeds wel doet, heeft dat beperkt effect. Daarmee geef je het signaal af dat het toch de bedoeling is.’
'Als supervisor ben je een rolmodel, met je gedrag schets je een norm voor anderen' - Marieke Adriaanse
Daar zit ook een dilemma, volgens Adriaanse. ‘Supervisors ervaren zelf ook druk en worstelen ook met hun werk-privébalans. Door de schijn op te houden dat we nooit ’s avonds werken en alle werk daarvoor afkrijgen, creëren we een onhaalbare standaard. De beste oplossing? Ik denk dat je jezelf dan het beste kwetsbaar kunt opstellen, eerlijk zijn waar je mee worstelt en hoe je daarmee omgaat. Dat probeer ik zelf te doen.’
(On)duidelijke verwachtingen
Als Graduate School Officer geeft Ina Schabram ondersteuning aan promovendi en promotoren. Zo organiseert ze met de Meet Your Graduate School bijeenkomsten waar ze de formele kanten van het beleid voor promovendi en promotoren verheldert. ‘Tijdens mijn eigen promotie waren er weinig regels en voorwaarden; ik heb geleerd dingen zelf uit te zoeken. Als de Golden Rules er toen waren geweest, zouden ze me hebben geholpen om feedback te vragen. Er was eigenlijk geen officieel moment om de kwaliteit van de begeleiding te bespreken, dat deed je met je collega-PhD’s. Een duidelijk plan aan het begin van het traject had me geholpen, dan weet je tenminste wat er van je wordt verwacht.’
'Een duidelijk plan aan het begin van het promotietraject had me geholpen' - Ina Schabram
Waarom promovendibeleid belangrijk is
De laatste jaren is er op universiteiten, en dus ook binnen het Instituut Psychologie, meer aandacht voor promovendibeleid. Dat was eerst geen prioriteit, ervaarden Van Dillen en Bergé ook zelf tijdens hun promotie. Van Dillen: ‘Ik begon blanco aan het traject, er waren helemaal geen kaders. Er waren wel onderzoeksscholen en toevallig was promovendi-overleg een lokale traditie, maar toen ik hier begon als onderzoeksdirecteur was dat soort initiatieven er niet.’
Bergé: ‘Als promovendus zit je echt in een tussenpositie. Je bent officieel geen student meer en wordt autonoom bevonden door je omgeving, maar je zit wel in een afhankelijke relatie met je supervisor. In die relatie leer je wat normaal is en hoe je dingen het beste kan aanpakken. Maar dat is ook een bubbel.’ Van Dillen vult aan: ‘Hierdoor loop je het risico dat mensen zich pas na afronding van hun promotie veilig voelen om zichuit te spreken over mogelijk ongepast gedrag van hun promotor.’
Verandering in gang
Nu komt daar langzaam verandering in. Met de Golden Rules, maar bijvoorbeeld ook met een mentorensysteem, waardoor conflicten en misverstanden sneller aan het licht komen. ‘Ook wordt hierdoor duidelijk tegen welke uitdagingen promovendi, maar ook hun begeleiders, aanlopen,’ zegt Van Dillen. Daarnaast is er nu een systeem van PhD representatives: promovendi uit elke sectie worden door een jonge collega vertegenwoordigd en kunnen zo kennis met elkaar uitwisselen.
'Zonder goed promovendibeleid, loop je het risico dat mensen zich pas na afronding van hun promotie uitspreken over ongepast gedrag van hun promotor' - Lotte van Dillen
Tot slot is het bestuur van Instituut Psychologie bezig om de rechten voor alle soorten promovendi gelijk te trekken. Van Dillen: ‘Nu is het nog zo dat je als beurs-, of buitenpromovendus geen jaargesprekken hebt, omdat je niet in het HR-systeem zit. We zijn bezig met dat gelijk te trekken, zodat straks alle promovendi ontwikkelgesprekken kunnen voeren.’
Hoogleraren van morgen
Ina Schabram is blij dat er zoveel actie wordt ondernomen op gebied van promovendibeleid. ‘De promovendi van vandaag zijn de wetenschappers en hoogleraren van morgen. Maar het promotietraject is een kwetsbaar moment. Promovendi zijn afhankelijk van de promotor en moeten ook zelfstandig onderzoek uitvoeren. Dit is altijd een wrijvingspunt waar onrust en onzekerheid kan ontstaan. Het is ook belangrijk dat de promotor goed opgeleid wordt om de promovendi op de beste manier te ondersteunen. Zo kunnen ze zich ontwikkelen tot een goede wetenschapper en een positieve impact maken.’