Interview met rector Hester Bijl: ‘Voor antisemitisme is hier geen plaats’
De Universiteit Leiden ligt onder vuur: ze zou te weinig doen tegen antisemitisme. Rector Hester Bijl reageert op dit verwijt en op een filmpje uit 2014 met vergaande uitspraken op sociale media. ‘Over dergelijke uitingen kunnen we kort zijn: die zijn onacceptabel. De universiteit is en blijft de plek voor het debat, maar oproepen tot geweld, haat zaaien, racisme en antisemitisme zijn hier niet toegestaan.’
In de uitzending op 28 januari van WNL wordt de universiteit verweten niet op te treden tegen antisemitisme. Datzelfde gebeurde in de documentaire “Na 7/10: antisemitisme in Nederland” van de EO/Joodse Omroep op 21 januari.
Hester Bijl: ‘Ik begrijp de onrust heel goed en die raakt mij ook persoonlijk. Maar de beschuldiging dat wij zouden wegkijken werpen we verre van ons. Hier herkennen wij ons als universiteit met het gedachtegoed van Rudolph Cleveringa echt niet in.’
‘Een media-interview doen waarin ik niet op elke vraag een duidelijk antwoord gaf, is één ding. Dat reken ik mezelf aan. Maar de manier waarop zaken nu uit de context een eigen leven gaan leiden, daarvan neem ik echt afstand.’ De rector doelt op het interview met Oudkerk in de EO-documentaire waarin hij haar vraagt te reageren op een filmpje dat op sociale media circuleert. Hierin roept een medewerker van de universiteit op tot geweld tegen Tel Aviv.
Filmpje uit 2014
Bijl: ‘Die vraag overviel mij. Ik heb het daarna uitgezocht en het blijkt om een filmpje te gaan van tien jaar geleden, uit 2014, opgenomen tijdens een demonstratie in Londen, toen de betrokkene nog student was.
‘Toen deze video in 2021 al eens in de media opdook, hebben wij direct indringend met de betrokken docent gesproken en de zaak onderzocht. Ik zal hem niet met naam en toenaam noemen maar het gaat om een uitstekende docent. Uit dit onderzoek dat we destijds hebben gedaan, blijkt dat zijn uitingen in dat filmpje uit 2014 de inhoud of de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek van hem niet hebben beïnvloed. Dit hebben we destijds nooit publiek gemaakt, wat gebruikelijk is met interne onderzoeken, maar doen we nu wel, omdat dit maar blijft rondzingen.
Ik heb nu opnieuw met hem gesproken. Hij heeft mij verzekerd dergelijke uitingen nooit meer te hebben gedaan en gezegd deze ook nooit meer te zullen doen. Hij betreurt de commotie.’
Gevoelens van (on)veiligheid
In de tv-uitzendingen over antisemitisme krijgt de universiteit meer verwijten. Bijl: ‘We zouden te weinig doen aan het gevoel van veiligheid van bijvoorbeeld joodse studenten. Ik vind het heel erg dat studenten dit zo ervaren. Voor mij is klip en klaar dat wij die veiligheid voor al onze studenten en medewerkers als universiteit te allen tijde moeten beschermen.’
De rector vervolgt: ‘Er gebeurt al heel veel, maar dat is voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar, want het is bedoeld voor onze eigen gemeenschap van studenten en medewerkers. Zo zijn er gesprekken, is er een taskforce die ons adviseert, zijn er verruimde mogelijkheden om samen te komen, duiden onze onderzoekers de oorlog. Ook bieden we veel inhoudelijke informatie in een overzichtelijk webdossier, en geven psychologen hulp en ondersteuning bij het voeren van gesprekken. En als er nog meer nodig is, dan komen we in actie. Zo gaan we de komende tijd de contacten met onze alumni intensiveren, om ook van hen te leren wat er leeft.
Of dit nu genoeg is, nee, wellicht niet. De polarisatie is zo groot, het is ook zo’n heftig conflict. Om echt kans van slagen te hebben, moeten we elkaar blijven opzoeken en elkaar met respect blijven bejegenen.’
Verbinding
Ze besluit: ‘Ja, een universiteit is een onderwijs- en kennisinstelling. We gaan een stevig debat niet uit de weg, en dat mag ook schuren. Medewerkers en studenten mogen hun politieke opvattingen natuurlijk ook hebben. Die diversiteit kan ook bijdragen aan het debat. Maar we werken ook vanuit de verbinding.
Ik roep iedereen op: hoe moeilijk het ook is, ga het contact met de ander niet uit de weg. Blijf in gesprek, ook al ben je het oneens met elkaar. En neem van mij aan dat wij stevig ingrijpen bij oproepen tot geweld, haat zaaien, en dergelijke. Voor antisemitisme en andere vormen van discriminatie is op de universiteit echt geen plaats.’