Universiteit Leiden

nl en

Wat criminaliteit kan verminderen, vermindert niet de angst voor criminaliteit

In een virtual reality onderzoek heeft een team van Duitse, Nederlandse en Engelse onderzoekers ontdekt dat interventies om de criminaliteit in de omgeving te verminderen mogelijk niet effectief zijn of zelfs averechts werken als het gaat om het verminderen van angst voor criminaliteit.

Het is algemeen bekend dat het veranderen van de omgeving criminaliteit kan verminderen. Zo kan bijvoorbeeld meer verlichting potentiële daders afschrikken doordat ze beter zichtbaar zijn. Evenzo is aangetoond dat mensen minder snel geneigd zijn misdaden te plegen als ze worden geobserveerd of in de aanwezigheid zijn van afbeeldingen van ogen - het zogenaamde 'watching-eyes effect'.

Maar kunnen vergelijkbare interventies die bedoeld zijn om criminaliteit in buurten te verminderen ook de gevoelens van onveiligheid verminderen? En welke impact hebben ze op de gemiddelde burger?

In een uniek virtual reality-onderzoek hebben onderzoekers uit Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, waaronder Patrick McClanahan, Aniek Siezenga en Jean-Louis van Gelder, vastgesteld dat interventies om criminaliteit te verminderen niet noodzakelijkerwijs ook gevoelens van onveiligheid verminderen.

"Het is aangetoond dat dynamische straatverlichting die in beweging is, daders kan afschrikken, maar het lijkt mensen niet minder bang te maken voor criminaliteit."

Verrassende bevinding

De waargenomen (on)veiligheid van de virtuele wijken in het onderzoek bleef ongewijzigd ondanks de toename van straatverlichting. "Het is aangetoond dat dynamische straatverlichting die in beweging is, daders kan afschrikken. Maar het lijkt mensen niet minder bang te maken voor criminaliteit. Deze bevinding was verrassend: eerder onderzoek heeft aangetoond dat verlichting wél effectief kan zijn om de angst voor criminaliteit te verminderen. Onze resultaten suggereren dus dat verlichting in bepaalde omstandigheden effectiever is dan in andere", legt McClanahan uit.

Wat watching-eyes interventies betreft, leidden ze in feite tot meer angst voor criminaliteit. "Een van de redenen waarom 'watching-eyes' werken om criminaliteit te verminderen, is dat ze bedoeld zijn om mensen zich een beetje ongemakkelijk en bekeken te laten voelen", legt McClanahan uit. "Het is dus niet verrassend dat zulke interventies onbedoeld averechts kunnen werken en tot meer angst voor criminaliteit kunnen leiden."

Als een hoge mate van angst voor criminaliteit gepaard gaat met minder betrokkenheid van mensen bij hun gemeenschap, minder gebruik van openbare ruimten en een algeheel gevoel van angst, kan de leefbaarheid van buurten in het geding komen.

"In het licht van deze bevindingen moeten we de nuances van dergelijke omgevingsinterventies beter begrijpen," voegt McClanahan toe. "We moeten uitzoeken of en wanneer ze de gemiddelde burger minder bang kunnen maken en ook welke onbedoelde gevolgen ze kunnen hebben."

De onderzoekers willen voortbouwen op de bevindingen van hun studie en willen de randvoorwaarden van dergelijke omgevingsinterventies verder onderzoeken - dat wil zeggen, de specifieke omstandigheden waarin een interventie daadwerkelijk effectief is. Dit kan gunstig zijn voor gemeenschappen wereldwijd om de onveiligheidsgevoelens te verlagen, bezorgdheid te verminderen, de betrokkenheid bij de gemeenschap en de leefbaarheid te bevorderen.

Max Planck Institute en de Universiteit Leiden

Het Max Planck Institute for the Study of Crime, Security and Law (MPI-CSL) is het toonaangevende Europese onderzoekscentrum op het gebied van strafrecht, criminologie en publiek recht. Op de afdeling Criminologie worden onderzoeken en experimenten uitgevoerd met VR en andere nieuwe technologieën. In 2022 opende het instituut zijn criminologische virtual reality onderzoekslab MAXLab. 

Principal investigator Jean-Louis van Gelder is directeur van het MPI-CSL en tevens hoogleraar Criminologie aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Het onderzoeksteam is samengesteld uit onderzoekers uit Leiden en Freiburg waar het MPI is gevestigd. 

Meer informatie and an English version of the text above you'll find on the website of the Max Planck Institute ››

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.