De dag van Jasper
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
Donderdag 8 februari
‘Ik word wakker met de verwachting dat het een mooie feestdag gaat worden. Vandaag viert de universiteit haar 449ste dies natalis. Voor onze faculteit is deze dies bijzonder. Want op onze voordracht ontvangt Sara Seager, hoogleraar sterrenkunde aan MIT, een eredoctoraat in de Pieterskerk. Het is de derde dies die ik meemaak in Leiden en de eerste keer dat ik als decaan een rol op het podium heb.
Voor ik naar Leiden kwam heb ik in Groningen een aantal malen een eredoctor de kappa mogen omhangen. Het meest imposant was dat bij Desmond Tutu in 2012. Puttend uit zijn monumentale werk voor de Waarheids -en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika, sprak hij over het vermogen mensen te vergeven. Ik heb nooit een publiek van ruim 800 mensen zo gegrepen en met zoveel respect zien luisteren als op die dag.
Het eredoctoraat van vandaag is niet gebaseerd op een bijzondere maatschappelijke rol, maar op uitzonderlijke wetenschappelijke verdiensten en ik zie met plezier uit naar de rede die Sara Seager gaat uitspreken. Maar voor het zover is, moet er eerst geoefend worden op het verloop van de hele diesviering. Ik ben om 9.30 uur in de Pieterskerk, waar we met z’n allen onder leiding van Roomsha Bansie, chef kabinet van de universiteit, door de hele sessie heenlopen.
Na een uur zijn we genoeg voorbereid en loop ik met erepromotor Ignas Snellen, wetenschappelijk directeur van de Sterrewacht, naar het academiegebouw. Hier heb ik de rest van de ochtend een paar online overleggen en lees ik wat e-mails, voordat ik ga lunchen met Ignas, Sara Seager en haar gast Melissa Koester. We hebben een geanimeerd gesprek. Wat is het toch een voorrecht om als decaan zoveel interessante mensen te mogen ontmoeten!
Na de lunch werk ik nog even voor ik me klaarmaak voor de viering. Ik trek een rokkostuum en lakschoenen aan, volgens protocol de kleding van mannelijke decanen tijdens de dies. Ik ben hier niet erg bedreven in en neem ruim de tijd voor alle knoopjes en de strik. Dat laatste lukt alleen met hulp van een van de pedellen, maar dan ziet het er ook strak uit. Jammer dat over dat alles als sluitstuk een toga moet.
Het cortège naar de Pieterskerk gaat door de stromende regen en ik ben blij dat ik een paraplu heb meegenomen. De middag vind ik zeer geslaagd. Van kop tot staart is de viering boeiend en alles loopt op rolletjes. Dat geldt zeker ook voor de verlening van het eredoctoraat. Ignas kwijt zich op voortreffelijke wijze van het uitspreken van de Latijnse tekst die hierbij hoort. Vervolgens spreekt Sara een prachtig dankwoord uit en een boeiende rede over de zoektocht naar signalen van leven op exoplaneten. Ik hoor er na afloop veel positieve reacties over en constateer blij dat de faculteit met dit eredoctoraat uitstekend voor de dag is gekomen. Het was sowieso al leuk dat het thema van deze dies “nieuwsgierigheid” is. Dat is samen met “verbinden” het sleutelwoord van onze vorig jaar verschenen facultaire strategie.
’s Avonds is het traditionele hooglerarendiner, ook in de Pieterskerk. Ik breng daarvoor de toga naar het Academiegebouw en wissel van zwart naar wit vest onder het rokkostuum – een Leidse traditie die waarschijnlijk nergens anders wordt begrepen. Het wordt een leuke avond met heerlijk eten en veel gesprekken met collega’s vanuit de hele universiteit. Rond 23 uur is het mooi geweest en vertrek ik richting Den Haag. Nog steeds stromende regen en dit keer helaas geen paraplu, want die vond iemand anders blijkbaar ook handig. Maar dat mag de pret niet drukken: als ik rond half 1 naar bed ga is de eenvoudige conclusie dat de dag nog feestelijker was dan verwacht. En mijn verbinding met de universiteit verder heeft doen groeien.’