‘Taal is een aspect van je identiteit, dat moeten we leerlingen al vroeg bijbrengen’
Taal is altijd aanwezig: als je praat, whatsappt of in Teams vergadert. Het begrijpen hoe we met elkaar communiceren en wat communicatie met ons doet is van essentieel belang. In haar oratie bepleit Nivja de Jong het rechttrekken van de ongelijke waardering in de maatschappij – zowel in aanzien als in geld – tussen bèta en alfa.
De waardering van verschillende typen onderzoek en onderwijs zou - als het aan hoogleraar Tweedetaalverwerving en didactiek Nivja de Jong ligt - gelijk getrokken moeten worden. ‘Helaas is die verdeling in onze maatschappij scheef. Op de middelbare school al wordt het profiel Cultuur en Maatschappij gezien als een restkeuze; dat kies je als je de rest niet kan. Terwijl het wat mij betreft een net zo belangrijk en uitdagend profiel is.
'Geesteswetenschappen zijn net zoveel waard als andere wetenschappen'
Om een voorbeeld te noemen: je kan als techneut Twitter of X of AI-tools voor communicatie ontwikkelen, maar het is net zo belangrijk dat we begrijpen hoe we met die tools communiceren. Een ander voorbeeld is het vergelijkbare belang van ontwikkelen van vaccins als het communiceren erover. Geesteswetenschappen zijn – in geld én in aanzien - evenveel waard als andere wetenschappen. Ik vind dat het College van Bestuur daar meer oog voor kan hebben.’
Fascinatie voor tweedetaalverwerving zat er al vroeg in
De fascinatie die De Jong heeft voor taal in het algemeen en het leren van een tweede taal in het bijzonder, zat er al vroeg in haar academische carrière in. ‘Ik werd gegrepen door de taalwetenschappen en dan specifiek de processen in je brein die – in real time - plaats moeten vinden om een taal te kunnen spreken.’ Bij de Universiteit Leiden komen in haar leerstoel alle disciplines uit de taalwetenschappen samen: taal als structureel, cognitief en sociaal fenomeen.
‘Tweedetaalverwerving en didactiek: natuurlijk interdisciplinair’ is de titel van haar oratie op 8 maart. Het woord ‘natuurlijk’ kan je op twee manieren lezen. Dat is met opzet, legt de hoogleraar uit. ‘Taaldidactiek is met name interdisciplinair omdat het de taalwetenschappen met de onderwijswetenschappen verenigt. Maar het is ook de andere betekenis. Het positieve: natúúrlijk is het interdisciplinair. Het is goed en noodzakelijk om interdisciplinair samen te werken.’
We staan aan de vooravond van meer interdisciplinair samen werken
In haar oratie benadrukt De Jong dat we aan de vooravond staan van nog meer noodzakelijk interdisciplinair onderzoek. ‘Ik heb er zin in om op 8 maart al die werelden samen te brengen. Dat ga ik natuurlijk niet in die 45 minuten bereiken, maar het is wel een uitgesproken moment om dit te markeren.’
Die samenwerking is onder meer nodig, omdat veel onderzoek in De Jongs vakgebied nu nog over taalvaardigheid gaat. ‘Dan sla je eigenlijk taal plat. Taal is een deel van je identiteit, het is verbonden met je emoties, met je cultuur.’ In de vakvernieuwing voor het voortgezet onderwijs wordt die brede blik op taal nu erkend. ‘Op je eindexamen gaat het straks niet alleen om bijvoorbeeld je Franse taalvaardigheid, maar zal je ook geleerd hebben over taal als fenomeen en de Franstalige culturen. Hoe je dat moet doceren, daar is weinig onderzoek naar gedaan. Daarom is het van belang dat de tweedetaaldidactiek samenwerkt met vakgebieden die verstand hebben van taal als inhoud zoals taalwetenschap, maar ook cultuur zoals media, literatuur en geschiedenis.’
Het ultieme doel hiervan is dat de fascinatie voor taal al op de middelbare school begint. ‘Dat je kan bereiken dat leerlingen taal als fenomeen interessant vinden. Dat ze snappen dat het een aspect is van je identiteit en welke cultuur daar bij hoort en dat taal altijd een rol speelt. Als we dat bereiken is de cirkel rond.’
Tekst: Margriet van der Zee
Beeld: Unsplash