Zes vragen over de nieuwe minor ‘De (on)rechtvaardige samenleving’
In september 2024 gaat de nieuwe minor ‘De (on)rechtvaardige samenleving’ van start. Deze interdisciplinaire minor geeft een verdiepende en toegepaste kijk op sociale rechtvaardigheid in Nederland. We stelden Judi Mesman een aantal vragen over de nieuwe minor.
Wat is sociale (on)rechtvaardigheid?
Mesman: ‘Sociale rechtvaardigheid verwijst naar het idee dat ieder mens recht heeft op en toegang heeft tot basisbehoeften zoals individuele vrijheid, veiligheid, onderwijs en voedselzekerheid. Ook Artikel 1 van de Grondwet gaat over sociale rechtvaardigheid: het recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen en bescherming tegen discriminatie.
Voorbeelden van sociale onrechtvaardigheid die recent in het nieuws zijn geweest zijn onderbetaling van pakketbezorgers, discriminatie bij de controle van mbo-studenten door DUO, verschillen tussen gemeenten in het jeugdzorgaanbod en het gebrek aan betaalbare sociale huurwoningen.’
Waarom hebben jullie deze minor ontwikkeld?
‘In verschillende studies komen vraagstukken over sociale rechtvaardigheid aan bod, maar meestal vanuit één disciplinaire invalshoek, zoals rechten, of specifiek over één aspect daarvan, bijvoorbeeld koloniale geschiedenis. Wij willen een bredere benadering van sociale rechtvaardigheid bieden, waarin dwarsverbanden tussen verschillende disciplines, domeinen en invalshoeken worden gelegd.
Daarbij vinden we het belangrijk om dit specifiek te verbinden aan de Nederlandse context, omdat we daarover soms eigenlijk te weinig weten door de nadruk op onrecht elders in de wereld. We kunnen natuurlijk leren van internationale kennis, maar moeten die wel goed kunnen vertalen naar de Nederlandse situatie. We willen ook graag dat studenten de waarde inzien van verschillende soorten kennis. Daarom zullen we niet alleen wetenschappers maar ook experts uit het maatschappelijke domein in het docententeam hebben. Zij weten hoe (on)rechtvaardigheid er in de praktijk uitziet.’
Jullie gaan met studenten actief aan de slag met concrete maatschappelijke vraagstukken, zoals armoede en racisme. Hoe gaan jullie dat doen?
‘Actief aan de slag betekent ten eerste dat er veel ruimte is voor inbreng van studenten in het onderwijs. Wij willen als docententeam niet alleen maar zenden. Juist als het over onderwerpen gaat waarover veel maatschappelijke discussie is, vinden we het belangrijk om die samen met studenten van meerdere kanten te bekijken. Actief aan de slag betekent ook dat studenten in twee vakken theorie en praktijk leren te verbinden door zich in te zetten voor een maatschappelijke organisatie die bijdraagt aan sociale rechtvaardigheid. Kortom: leren door doen.’
Welke vaardigheden leren studenten in deze minor?
‘Studenten leren over verschillende theorieën en maatschappelijke stromingen rond het thema sociale rechtvaardigheid, waarbij steeds de nadruk ligt op concrete vraagstukken voor beleid en de praktijk. We willen vooral graag dat studenten de complexiteit van deze vraagstukken goed begrijpen en oppervlakkige slogans of niet-onderbouwde meningen gaan doorzien.
Een andere belangrijke vaardigheid is de toepassing van kennis in de praktijk door een betekenisvolle bijdrage te leveren aan een maatschappelijke organisatie. Zo leren studenten ook welke praktische uitdagingen er allemaal kunnen zijn achter allerlei theoretische idealen. Ten slotte is ons doel om bij te dragen aan het vermogen tot reflectie op de eigen achtergrond en wat die betekent voor iemands maatschappelijke positie ten opzichte van die van anderen. Een belangrijke (sociale) vaardigheid die in werkelijk alle beroepen en situaties van pas komt.’
Wat maakt deze minor zo anders dan andere minoren?
‘Uniek aan deze minor is de combinatie van een interdisciplinaire opzet rond een breed maatschappelijk thema gericht op de Nederlandse context. Ook is ons docententeam op verschillende manieren heel divers waardoor we elkaar echt aanvullen in het type kennis dat we kunnen overdragen. In combinatie met de actieve bijdrage van maatschappelijke experts betekent dit dat studenten echt in aanraking komen met veel verschillende perspectieven.’
Wie moet zich vooral inschrijven?
‘Alle studenten die graag constructief en geïnformeerd willen bijdragen aan maatschappelijke discussies en ontwikkelingen rond sociale (on)rechtvaardigheid. Daarbij denk ik ook aan studenten die zich afvragen wat er achter polariserende oneliners zit en het ook eens van een andere kant willen bekijken dan die ze gewend zijn. Verder is deze minor echt iets voor studenten die willen leren hoe je kritisch én open-minded kunt zijn in discussies over controversiële onderwerpen.’