Een gedeeld pad naar welzijn: ‘Iemand moet als eerste zeggen: laten we het anders doen’
Hoe bieden we studenten een helpende hand, zonder ons eigen welzijn uit het oog te verliezen? Met deze vraag gingen studieadviseurs, docenten, decanen en studentenbegeleiders aan de slag tijdens het Medewerkerssymposium Studentenwelzijn.
Drie minuten squatten? Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, merken de tweehonderd aanwezige medewerkers in de grote zaal van congrescentrum ECC. Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder, die vanaf het podium de oefening begeleidt, staat er in hurkhouding juist volledig ontspannen bij. ‘Jullie doen het uitstekend’, roept hij de zaal bemoedigend toe. ‘Lager graag, kijk maar naar mij. En ik ben de oudste hier, hè?’
Scherder wordt gezien als deskundige op het gebied van hersenwetenschap en is vandaag keynote speaker op het Medewerkerssymposium Studentenwelzijn 2024. Het is het derde jaar dat het evenement wordt georganiseerd door expertisecentrum SOZ – maar de eerste keer dat daarvoor de handen ineen zijn geslagen met Healthy University en het Universitair Sportcentrum. Met als thema ‘Een gedeeld pad naar welzijn’ staat deze editie namelijk niet alleen studentenwelzijn, maar ook het welzijn van medewerkers centraal. ‘Want je kunt een ander geen helpende hand bieden, als je je handen vol hebt aan jezelf’, zegt co-host Adrian Herbaut tijdens de opening.
‘Je kunt een ander geen helpende hand bieden, als je je handen vol hebt aan jezelf’
Doorbloeding van het brein
Vol enthousiasme vertelt Scherder over de invloed van bewegen op ons welzijn. Zijn boodschap: hoe actiever je bent, des te beter de doorbloeding van het brein. ‘Als u de hele dag blijft zitten, krijgen de netwerken in het brein niet de extra impuls die ze nodig hebben.’ Van thuiswerken is hij beslist geen fan, blijkt al snel, omdat de meeste mensen op die dagen fysiek minder actief zijn. ‘Hoe kunt u aan het einde van de dag dan nog gemotiveerd zijn, of de beste beslissingen nemen?’
Scherder adviseert om de werkdag regelmatig te onderbreken met enkele minuten fysieke activiteit. ‘Na een half uur vergaderen ga ik altijd even staan. Mensen kijken me dan verbaasd aan, maar kort daarop staan ze zelf ook. En videobellen achter de computer doe ik al helemaal niet meer, alleen walking meetings met een oortje in. Iemand moet als eerste zeggen: laten we niet steeds hetzelfde doen, maar eens iets anders proberen. Dat vraagt een beetje durf.’
Het belang van nietsdoen
Uiteraard onderbreekt de hoogleraar ook zijn eigen verhaal graag om alle aanwezigen even uit hun stoel te krijgen. Wanneer hij lesgeeft, laat hij zijn studenten elk half uur drie minuten squatten, vertelt hij – een oefening die haalbaar is in krappe collegebankjes. ‘Onze studenten zitten de hele dag op hun achterste. Waarom doen we hier niets aan? Waarom zijn we alleen cognitieve opleiders, maar laten we het fysieke gedeelte zitten?’ Medewerkers die wel eens een-op-een gesprekken voeren met studenten, roept hij op om dit voortaan lopend te doen.
‘Na een half uur vergaderen ga ik altijd even staan’
En een andere manier om het beste uit ons brein te halen, is volgens Scherder om gewoon eens wat vaker ‘niets te doen’. Daarmee activeren we het zogeheten default mode network in ons brein, legt hij uit: het netwerk voor problemen oplossen, voor creativiteit en flexibiliteit in denken. Denk bijvoorbeeld aan dat ene geweldige idee dat je opeens krijgt als je onder de douche staat. Een wandeling kan een goed nietsdoenmoment zijn, tipt Scherder. ‘Maar zonder naar een podcast te luisteren, want dat leidt ons brein weer te veel af.’
De bewegingswetenschapper schrijft elke werkdag twee rustmomenten van twintig minuten voor. ‘Daarmee doel ik dus niet op de koffiepauze en de lunch, maar echt extra momenten voor nietsdoen. En als u mij vraagt of dat een onderdeel is van het werk, dan is mijn antwoord: ja!’
Wat vonden bezoekers van het symposium?
Laura Nawijn, universitair docent en onderwijscoördinator
‘Ik zie veel studenten worstelen met hun welzijn, dus ik denk dat het onderwerp van dit symposium voor elke docent nuttig is. Zelf was ik erg getriggerd door het verhaal van Erik Scherder over hoe belangrijk het is om regelmatig te bewegen. Ik ben dus zeker van plan om overleggen vaker wandelend of staand te doen, en studenten tijdens werkgroepen af en toe even te laten strekken, staan of rondlopen. Je kunt bijvoorbeeld een discussieoefening houden waarbij studenten kiezen of ze het eens of oneens zijn met stellingen door links of rechts in de klas te gaan staan. En wat ik me ook bedacht: er staat er nu een koffiezetapparaat op mijn bureau, dat is natuurlijk helemaal niet handig. Ik kan beter steeds even een rondje lopen en meteen een praatje maken met collega’s. Want ik heb vandaag weer gehoord dat ook juist die interactiemomenten belangrijk zijn voor ons welzijn.’
Clair Francis, teamleider Studentendecanen
‘Studentenwelzijn is natuurlijk een groot thema binnen ons werk, want als decanen spreken wij veel studenten waar het helaas niet altijd goed mee gaat. Ik ben daarom blij dat ik vandaag toch weer veel nieuwe inzichten heb gekregen. Over veerkracht bijvoorbeeld, en hoe het kan dat mensen zo verschillend reageren als er iets heftigs gebeurt. Daarnaast voelde het nuttig om weer eens stil te staan bij wat er precies gebeurt als studenten stress voelen, en wat zij zelf kunnen doen om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Ik ben na vandaag van plan om die tips voortaan ook wat vaker toe te passen op mijzelf. Want het is makkelijk om anderen advies te geven, maar om die adviezen ook zelf op te volgen, kan nog best lastig zijn.’
Jens Mekking, bestuurslid bij het Studievereniging Overleg Platform (StOP)
‘Als vereniging zien we dat er aan de universiteit op het gebied van studentenwelzijn veel gebeurt. Maar het is belangrijk dat dit beleid uiteindelijk ook via de medewerkers goed doorstroomt naar de studenten zelf. Ik denk dat zo’n dag als vandaag daar zeker aan kan bijdragen. Wat ik meeneem uit de workshoprondes is hoe belangrijk het kan zijn om het gesprek met studenten aan te gaan over hun welzijn. Je hoeft niet altijd meteen door te verwijzen, maar kunt ook zelf proberen om even contact te maken. Dat kan al met de simpele vraag: hoe gaat het met je? Grappig genoeg realiseerde ik me dat bepaalde werkgroepdocenten dit al heel bewust doen. Dus misschien hebben zij al eerder dit soort trainingen gehad.’
Een gedeeld pad naar welzijn
Op deze derde editie van het Medewerkerssymposium Studentenwelzijn ging het welzijn van student en medewerker hand in hand. Medewerkers volgden in de ochtend een mindfulness-training van studentenpsycholoog Petra Penning en kregen een sportieve energizer van sportcoördinator Kathelijne Mischner van het USC. Na de keynote namen de aanwezigen deel aan verschillende workshops. Nieuw dit jaar was het interactieve welzijnsplein. Hier konden medewerkers vragen stellen aan studentdecanen en psychologen, collega’s van Healthy University en het USC en medewerkers van Stichting 113 zelfmoordpreventie. Wie behoefte had aan een creatieve break, kon zelfs een mini tekenworkshop volgen.
Tekst: Evelien Flink
Foto's: Monique Shaw