
Wat de Leidse Onderwijsprijs betekent voor drie oud-winnaars
Je wint als universitair docent de Leidse onderwijsprijs en opeens sta je in het middelpunt van de belangstelling. Drie oud-winnaars vertellen hoe de prijs, gegeven door studenten, hun werk heeft veranderd, hun onderwijs heeft versterkt en hoe ze het prijzengeld besteed hebben.
Wie mag zich Leidse docent van het jaar noemen? De Leidse Onderwijsprijs is voor veel docenten de meest eervolle prijs om te krijgen. Studenten beslissen wie hem krijgt en de prijs wordt tijdens de opening van het academisch jaar uitgereikt door het Leids Universitair Studentenplatform. Voor de een voelt het als een bekroning, anderen zien het als een bevestiging van het onderwijs dat ze vaak al jaren geven. Waar ze het allemaal over eens zijn: de prijs opent deuren.

Paul Gobée: ‘Voor mij voelde het als de Nobelprijs’
Arts-anatoom Paul Gobée won de onderwijsprijs in 2023, maar de impact ervan is nog altijd voelbaar. ‘Het voelde voor mij echt als de Nobelprijs’, vertelt hij. ‘Omdat het een bekroning was op een keuze die ik met het hart heb gemaakt.’ Daarmee doelt hij op zijn keuze voor docentschap in plaats van patiëntenzorg en op erkenning voor zijn onderwijsaanpak van gestructureerd activerend en begeleidend onderwijs – in contrast met de ‘zoek het zelf uit’ onderwijskundige filosofieën die hij als student en jonge docent als vervreemdend ervoer. ‘Ik zie de docent als degene die richting geeft en die kennis overbrengt. De student moet actief zijn, maar de docent stuurt.’
Na het winnen van de prijs merkte Gobée dat hij serieuzer werd genomen. ‘Ik kreeg meer mogelijkheden, werd uitgenodigd door de decaan om te vertellen over open leermateriaal, en ben nu actief binnen de Leiden Teachers’ Academy en Academia in Motion.’ Daarmee heeft hij een platform gevonden om aandacht te vragen voor open leermateriaal (onderwijsmateriaal dat gratis beschikbaar is voor hergebruik) en voor erkenning van docenten die daaraan bijdragen. ‘Het bespaart studenten geld en mogelijk voorkomt het zelfs uitval van studenten, wat weer gunstig is voor de universiteit.’
Anatomische kennis voor coassistenten
De 25.000 euro aan prijzengeld investeert hij in het ontwikkelen van open naslagmateriaal over de anatomie rond operaties voor coassistenten. ‘Zij staan tijdens operaties letterlijk aan tafel, maar kennis over de anatomie rond die operatie is vaak al weggezakt en lastig te vinden. Met dit materiaal kunnen ze zich gericht voorbereiden.’

Emily Strange: ‘Verhalen moeten komen van mensen ter plekke’
Toen ecoloog Emily Strange de Onderwijsprijs ontving in 2022, was dat niet alleen een persoonlijke erkenning, maar ook een startpunt voor vernieuwing. ‘Je krijgt ineens veel meer vragen van collega’s: hoe doe jij dat in je onderwijs? En je wordt uitgenodigd om mee te denken over onderwijsbeleid.’ Inmiddels is ze co-voorzitter van de Leiden Teachers’ Academy (LTA): ‘Een netwerk vol bevlogen docenten met uiteenlopende achtergronden – dat is enorm inspirerend.’
'Onderwijs is een collectieve, creatieve inspanning'
De LTA bleek voor haar meer dan een eretitel. ‘Juist door gesprekken met collega’s die op hele andere manieren lesgeven, ontstaan nieuwe ideeën. Dat heeft mijn onderwijs verrijkt – niet per se doordat ik zelf veranderde, maar doordat ik mij nog meer uitgedaagd voelde om nieuwe dingen te proberen.’ Ook samenwerkingen die daaruit voortkwamen, hebben volgens Strange haar blik op lesgeven verbreed. ‘Het laat zien dat onderwijs een collectieve, creatieve inspanning is.’
Strange besteedt het prijzengeld aan een bijzonder onderwijsproject in Tanzania. ‘Ik werk al ongeveer tien jaar in Oost-Afrika, maar ik merkte steeds meer hoe het mondiale discours over biodiversiteit vooral wordt gedomineerd door westerse stemmen. Terwijl de onderzoekers en natuurbeschermers ter plaatse zélf hun verhalen moeten kunnen vertellen.’

Samen met een visueel antropoloog brengt ze lokale ecologen en filmmakers bijeen om nieuwe manieren te ontwikkelen om wetenschappelijk werk zichtbaar te maken. ‘Die verhalen komen terug naar Leiden, zodat studenten hier direct leren van onderzoekers daar. Zo wordt onderwijs niet alleen interactiever, maar ook inclusiever.’
Ayo Adedokun: ‘Onderwijs is een krachtige katalysator voor empowerment'
Voor Ayo Adedokun, docent aan het Leiden University College, betekende het winnen van de onderwijsprijs in 2021 een moment van diepe reflectie. ‘Het herinnerde me eraan dat goed onderwijs meer is dan kennisoverdracht, onderwijs is ook vorming van vaak jonge mensen. Het gaat om verbinding, zorg en impact maken op de lange termijn.’

De prijs gaf hem niet alleen hernieuwde motivatie, maar ook zicht op zijn bredere rol als docent. ‘Onderwijs is een krachtige katalysator – niet alleen vanwege het leren, maar ook om doelgerichtheid te inspireren, karakter te vormen en studenten in staat te stellen met integriteit leiding te geven in een complexe wereld.’
Professioneel had de prijs grote impact: Adedokun werd finalist voor de landelijke Docent van het Jaar-verkiezing en trad toe tot het ComeniusNetwerk, een netwerk van onderwijsvernieuwers. ‘Daar denk ik met collega’s uit heel Nederland na over inclusief en toekomstgericht onderwijs.’
Studenten coachen
Met het prijzengeld richtte hij de Future Ready Coaching Academy op: een coachingstraject dat studenten ondersteunt bij leiderschap, reflectie, veerkracht en samenwerking. ‘Ons doel is om studenten niet alleen academisch op te leiden, maar ook om ze emotioneel veerkrachtig te maken en sociaal voor te bereiden op het leven na hun studie.’ De eerste reacties zijn zeer positief. ‘Studenten voelen zich gezien en gesterkt. Dat is uiteindelijk waar het allemaal om draait.’

De kracht van waardering
Voor de drie docenten betekende het winnen van de Leidse Onderwijsprijs meer dan alleen een oorkonde of een geldbedrag. Het was een moment van erkenning, dat deuren opende en persoonlijke onderwijsvisies krachtiger maakte. ‘Er zijn zó veel goede docenten,’ zegt Paul Gobée tot slot. ‘Ik had geluk dat het dubbeltje mijn kant op viel. Maar er zouden eigenlijk voor meer docenten prijzen en erkenningen moeten zijn – want goed onderwijs verdient waardering, altijd.’